Besluit van 22 oktober 1969, tot uitvoering van artikel 58, vierde lid, van de Kernenergiewet
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid van
8 mei 1969, Directoraat-Generaal van de Volksgezondheid, Directie Milieu- en Voedingshygiëne,
Hoofdafdeling Kernenergie en Stralenbescherming, No. 125856, gedaan in overeenstemming
met Onze Minister van Binnenlandse Zaken;
Gelet op artikel 58, vierde lid, van de Kernenergiewet (Stb. 1963, 82);
De Raad van State gehoord (advies van 4 juni 1969, no. 43);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid
van 6 oktober 1969, Directoraat-Generaal van de Volksgezondheid, Directie Milieu-
en Voedingshygiëne, Hoofdafdeling Kernenergie en Stralenbescherming, No. 131228, uitgebracht
in overeenstemming met Onze voornoemde Minister;
Hebben goedgevonden en verstaan: