Verzamelbesluit Toeslagen

[Regeling treedt (deels) in werking per 09-07-2022 met terugwerkende kracht tot en met 24-07-2019.]
Geraadpleegd op 13-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2022 en zichtdatum 07-07-2024.
Geldend van 23-10-2019 t/m 08-07-2022

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

1. Inleiding

[Treedt in werking op 09-07-2022]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

2. Gemeenschappelijk beleid voor toeslagen

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

2.1. Matiging van de terugvordering van toeslagen

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 17645, datum inwerkingtreding 09-07-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 23-10-2019.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Als sprake is van een terug te vorderen bedrag aan onverschuldigd betaalde toeslagen, ontstaat een betalingsverplichting voor de belanghebbende ter grootte van dit bedrag aan de Belastingdienst/Toeslagen. Het uitgangspunt in artikel 26 Awir is dat het volledige bedrag aan toeslag dat te veel is betaald of verrekend, wordt teruggevorderd. In dit artikel is echter niet dwingend voorgeschreven dat de Belastingdienst/Toeslagen altijd het volledige bedrag dat te veel is betaald, van de belanghebbende moet terugvorderen.1

Dit betekent dat de Belastingdienst/Toeslagen op grond van artikel 13b, eerste lid, Awir de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen moet afwegen en onder bijzondere omstandigheden van terugvordering moet afzien of het terug te vorderen bedrag moet matigen. Op grond van artikel 13b, tweede lid, Awir mogen de nadelige gevolgen van het terugvorderingsbesluit niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.

Alleen bijzondere omstandigheden kunnen zich verzetten tegen gehele terugvordering. Als bij de aanwezigheid van dergelijke omstandigheden gehele terugvordering onevenredig is, kan de Belastingdienst/Toeslagen afzien van de terugvordering of het bedrag van de terugvordering matigen.

Van bijzondere omstandigheden kan bijvoorbeeld sprake zijn als:

  • een derde (bijvoorbeeld een kinderopvangorganisatie) fraudeert zonder medeweten en (directe) betrokkenheid van de belanghebbende;

  • een derde identiteitsfraude pleegt en op naam en buiten medeweten van de belanghebbende de toeslag aanvraagt en de toeslag aantoonbaar – geheel of gedeeltelijk – niet ten gunste van de belanghebbende komt;

  • een door belanghebbende redelijkerwijze niet (meer) te herstellen geringe formele tekortkoming (zoals het ontbreken van een handtekening in een contract) heeft geleid tot aanzienlijke negatieve gevolgen voor het recht op toeslagen, terwijl aan alle materiële eisen voor de betreffende toeslag is voldaan. Er is geen sprake van een bijzondere omstandigheid als de belanghebbende na herhaalde verzoeken van de Belastingdienst/Toeslagen de geringe formele tekortkoming niet heeft hersteld, terwijl hij daartoe wel in de gelegenheid was.

Deze opsomming is niet limitatief. Op basis van ervaringen uit de praktijk kan deze opsomming worden aangevuld.

Van bijzondere omstandigheden is geen sprake als:

  • de belanghebbende te kwader trouw is;

  • de terugvordering het gevolg is van een afwijking tussen het daadwerkelijk afgenomen aantal uren kinderopvang en het aantal uren kinderopvang op basis waarvan het voorschot kinderopvangtoeslag is berekend in dat berekeningsjaar;

  • de terugvordering het gevolg is van een afwijking van het daadwerkelijke over het berekeningsjaar vastgestelde toetsingsinkomen voor de toeslagen en het geschatte inkomen op basis waarvan het voorschot is berekend;

  • de terugvordering het gevolg is van het overschrijden van een vermogensgrens.

Ook deze opsomming is niet limitatief. Op basis van ervaringen uit de praktijk kan deze opsomming worden aangevuld. Het uitgangspunt bij bovenstaande situaties is dat deze op zichzelf niet tot matiging van de terugvordering leiden. Afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval kan er bij de aanwezigheid van aanvullende omstandigheden die – op zichzelf of in samenhang – wel zijn aan te merken als bijzondere omstandigheden, na een belangenafweging echter toch reden zijn de terugvordering te matigen.

Indien sprake is van een bijzondere omstandigheid beoordeelt de Belastingdienst/Toeslagen door middel van een individuele belangenafweging of de nadelige gevolgen van de terugvorderingsbeschikking in het specifieke geval niet onevenredig zijn voor de belanghebbende in verhouding tot de met de terugvorderingsbeschikking te dienen doelen.

Overigens zullen de financiële situatie of financiële problemen van belanghebbende die terugbetaling van toeslagen verhinderen, in het algemeen niet leiden tot een matiging van de terugvordering.2 Voor deze situatie bestaat de mogelijkheid van een (persoonlijke) betalingsregeling.

Als de Belastingdienst/Toeslagen op de hoogte is van de bijzondere omstandigheden, moet hiermee – waar passend – bij de vaststelling van de terugvordering rekening worden gehouden door af te zien van de terugvordering of door de terugvordering te matigen. De Belastingdienst/Toeslagen zal de belanghebbende, indien de omstandigheden daartoe noodzaken, de gelegenheid bieden om zijn zienswijze te geven ten aanzien van het voorgenomen besluit tot matiging van de terugvordering. Het uitgangspunt is dat de belanghebbende de bijzondere omstandigheden voor matiging moet aandragen en bewijzen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 17645, datum inwerkingtreding 09-07-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 23-10-2019.

2.2. Toetsingsinkomen bij kwijtscheldingswinsten

[Treedt in werking op 09-07-2022]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

2.3. Omzetting leenbijstand particulieren naar gift

[Treedt in werking op 09-07-2022]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

3. Kinderopvangtoeslag

[Treedt in werking op 09-07-2022]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

4. Huurtoeslag

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

4.1. Overschrijding vermogensgrens door toerekening gezamenlijke grondslag sparen en beleggen

[Treedt in werking op 09-07-2022]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

4.2. Verworven recht huurtoeslag

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 17645, datum inwerkingtreding 09-07-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 24-07-2019.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De huurprijs die een huurder per maand is verschuldigd, is van invloed op het recht op huurtoeslag.3 Er bestaat in beginsel geen recht op huurtoeslag als de huurprijs hoger is dan de voor het betreffende berekeningsjaar vastgestelde maximale rekenhuur.4 Hierop bestaan drie uitzonderingen.5 Een van die uitzonderingen is de situatie waarin sprake is van een zogenoemd verworven recht.6 Een overschrijding van de rekenhuur is toegestaan als de huurder eerder een huurtoeslag ten aanzien van de desbetreffende woning is toegekend. Dit betekent dat huurders die eenmaal huurtoeslag ontvangen, niet meer buiten de huurtoeslag vallen door de enkele stijging van de huur boven de maximale huurgrens. Voor de beoordeling of er sprake is van verworven recht is alleen het moment waarop de maximale huurgrens wordt overschreden relevant.

Op 24 juli 2019 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat een eenmaal verworven recht niet vervalt als nadien de huurtoeslag voor de betreffende woning op enig moment onderbroken wordt wegens een te hoog toetsingsinkomen of vermogen.7 De geautomatiseerde systemen van de Belastingdienst/Toeslagen bleken in de jaren 2012 tot en met 2017 al overeenkomstig deze uitleg door de Raad van State uit te werken. Dit leidt tot de unieke situatie dat een meerderheid van de aanvragen huurtoeslag – die via het geautomatiseerde systeem is beoordeeld – gunstiger is behandeld dan de minderheid die niet via het geautomatiseerde systeem is beoordeeld. Gelet hierop acht ik het wenselijk om ook aan de benadeelde minderheid tegemoet te kunnen komen. Om die reden voorzie ik voor deze situaties in een herzieningsmogelijkheid voor op 24 juli 2019 onherroepelijk vaststaande tegemoetkomingen huurtoeslag.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 17645, datum inwerkingtreding 09-07-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 24-07-2019.

4.2.1. Herziening van op 24 juli 2019 onherroepelijk vaststaande tegemoetkomingen

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 17645, datum inwerkingtreding 09-07-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 24-07-2019.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In beginsel is een herziening in het voordeel van de belanghebbende van een toegekende of herziene tegemoetkoming die onherroepelijk is geworden niet mogelijk als die herziening voortvloeit uit jurisprudentie die eerst is gewezen nadat die tegemoetkoming onherroepelijk is geworden. Zo nodig kan de Minister van Financiën, in overeenstemming met de ministers die het aangaat, anders bepalen.

Over de toepassing van artikel 5a, onderdeel b, UR Awir bepaal ik het volgende. Bij wijze van uitzondering is herziening van een toegekende of herziene tegemoetkoming huurtoeslag die op 24 juli 2019 of daarvoor onherroepelijk is geworden wel mogelijk als die herziening voortvloeit uit toepassing van de hierboven genoemde uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 24 juli 2019. Artikel 5a UR Awir blijft voor het overige onverkort van toepassing. Dit betekent dat herziening op basis van dit besluit in beginsel niet meer mogelijk is indien vijf jaren zijn verstreken na de laatste dag van het berekeningsjaar waarop de huurtoeslag betrekking heeft.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2022, 17645, datum inwerkingtreding 09-07-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 24-07-2019.

4.3. Huurtoeslag voor (half)wezen jonger dan 23 jaar

[Treedt in werking op 09-07-2022]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

5. Ingetrokken besluit

[Treedt in werking op 09-07-2022]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

6. Inwerkingtreding

[Treedt in werking op 09-07-2022]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

7. Citeertitel

[Treedt in werking op 09-07-2022]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

  1. ABRvS 23 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3536. ^ [1]
  2. Zie ook ABRvS 4 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4069. In bepaalde gevallen als er sprake is van bijkomende omstandigheden kan dit anders zijn; zie ABRvS 5 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:356. ^ [2]
  3. Artikel 5 jo. artikel 13 Wht. ^ [3]
  4. Artikel 13, eerste lid, Wht. ^ [4]
  5. Artikel 13, tweede lid, Wht ^ [5]
  6. Artikel 13, tweede lid, aanhef en onderdeel c, Wht. Deze bepaling is met ingang van 1 januari 2022 gewijzigd. ^ [6]
  7. ABRvS 24 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2528. ^ [7]
Naar boven