Instellingsbesluit Commissie Feiten en Tarieven

Geraadpleegd op 01-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-03-2024 en zichtdatum 28-06-2024.
Geldend van 07-03-2022 t/m heden

Instellingsbesluit Commissie Feiten en Tarieven, Openbaar Ministerie

Geldend vanaf: 12 januari 2022
Datum vaststelling door het College van procureurs-generaal: 12 januari 2022

Inleiding

Voor bepaalde veelvoorkomende overtredingen en misdrijven op het gebied van onder meer verkeer, milieu, openbare orde, leefbaarheid, en enkele bijzondere wetten kunnen de zaken door gebruikmaking van een feitcode geautomatiseerd in de strafrechtketen worden verwerkt. Deze feiten zijn opgenomen in de Bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), de Bijlagen bij het Besluit OM-afdoening en de bij de Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen behorende bijlagen met OM-feiten. Aan een strafbepaling wordt een codering – de zogeheten feitcode – verbonden die gekoppeld is aan een concrete omschrijving van het strafbare feit of Muldergedraging met het bijbehorende artikel en – met uitzondering van de OM-strafbeschikkingsfeiten – een vast tarief dat op het betreffende feit is gesteld. Voor de meest voorkomende feiten zijn tevens door de commissie gevalideerde standaardteksten opgesteld ten behoeve van het proces-verbaal. De Commissie Feiten en Tarieven adviseert het College over dit feitgecodeerde stelsel.

Taken

De commissie heeft de volgende taken:

  • 1. Advisering aan het College van procureurs-generaal over:

    • a. de Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen, respectievelijk de bijlage daarbij; en

    • b. overig strafvorderingsbeleid van het Openbaar Ministerie inzake (kanton) overtredingen, waaronder de Aanwijzing feitgecodeerde misdrijven, overtredingen en muldergedragingen.

  • 2. Advisering – via het College van procureurs-generaal – aan de Minister van Justitie en Veiligheid over:

  • 3. De advisering als bedoeld onder 1 en 2 betreft met name:

  • 4. Advisering aan het College van procureurs-generaal en – via het College van procureurs-generaal – aan de Minister van Justitie en Veiligheid over vaststelling van de tekst van:

    • de Tekstenbundel voor misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen;

    • het Feitenboekje;

    • het Feitenboekje Parkeren en Overlast;

    • het Feitenboekje KMAR-feiten en

    • het Feitenboekje Bestuurlijke strafbeschikking milieu en keurfeiten.

    Onder ‘Tekstenbundel’ en ‘Feitenboekje’ worden mede verstaan de digitale versies hiervan.

  • 5. Advisering – via het College van procureurs-generaal – aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de tekst van de formulieren die nodig zijn om zaken – opgenomen in de Bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), de bijlagen bij het Besluit OM-afdoening en de bij de Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen behorende bijlagen met OM-feiten – met gebruikmaking van een feitcode geautomatiseerd in de strafrechtketen te verwerken.

  • 6. Vaststelling van feitgecodeerde gegevens ten behoeve van de geautomatiseerde systemen van de verschillende ketenpartners en het Openbaar Ministerie.

  • 7. Advisering aan de opsporingsinstanties over de formulering van gestandaardiseerde tekstgegevens (zg. opties en variabelen) in feitgecodeerd aangeleverde processen-verbaal.

  • 8. Bovenstaande taken zullen, voor zover nodig, worden uitgeoefend in nauw overleg met andere adviesorganen binnen het Openbaar Ministerie, de opsporingsinstanties en andere betrokken ketenpartners.

Samenstelling en benoeming

  • 9. De commissie is als volgt samengesteld:

    • a. de voorzitter;

    • b. de plaatsvervangend voorzitter;

    • c. de voorzitter draagt zorg voor een representatieve vertegenwoordiging van ketenpartners en andere belanghebbenden in de commissie.

  • 10. De hoofdofficier van justitie van Parket CVOM is qualitate qua voorzitter van de CFT. De plaatsvervangend voorzitter wordt aangewezen door de voorzitter.

  • 11. Het OM en de andere organisaties die in de commissie zijn vertegenwoordigd dragen de leden voor. De voorzitter benoemt de leden voor een termijn van ten hoogste vier jaar. De leden kunnen worden herbenoemd.

    Personen van buiten de commissie kunnen door de (plaatsvervangend) voorzitter worden uitgenodigd aan een vergadering deel te nemen.

Naar boven