Berekening van de subsidie zonder de voorwaarde van cofinanciering (max. € 1.100.000)
Voor de overige vrijwilligersorganisaties die subsidie aanvragen en niet ook uit andere
fondsen of bronnen inkomsten ontvangen is een subsidiebudget van € 1.100.000 beschikbaar
dat over deze organisaties wordt verdeeld. De verdeelsleutel wordt jaarlijks vastgesteld
door dit bedrag te delen door het totaal aantal vrijwilligers van deze organisaties.
Aan de hand van de te subsidiëren kostensoorten 1 tot en met 5 wordt – afhankelijk
van de aanvraag – de deelfactor bepaald. Deze deelfactor wordt dan vermenigvuldigd
met de verdeelsleutel en het aantal vrijwilligers dat per 1 januari 2022 per vrijwilligersorganisatie
daadwerkelijk ingezet wordt. Hierdoor wordt voorkomen dat het totaalbedrag van de
aanvragen de beschikbare budgettaire ruimte voor het vrijwilligerswerk overschrijdt.
Berekening van de subsidie met de voorwaarde van cofinanciering (max. € 1.000.000)
Vrijwilligersorganisaties die subsidie aanvragen en ook uit andere fondsen of bronnen
inkomsten ontvangen, kunnen gezamenlijk aanspraak maken op een geoormerkt budget van
€ 1.000.000.
In de aanvraag voor subsidie met de voorwaarde van cofinanciering geeft de aanvrager
inzicht in de totale kosten van de vrijwilligersactiviteiten, gesplitst naar kostensoorten,
waarbij de aanvrager ermee rekening moet houden dat 25% van deze kosten uit cofinanciering
worden gefinancierd. Cofinanciering kan bijvoorbeeld uit eigen inkomsten dan wel uit
schenkingen of giften van derden bestaan.
Een voorbeeld ter verduidelijking: een vrijwilligersorganisatie verzoekt om subsidie.
In de aanvraag worden de kostenposten (zie onder 4.2.) 1, 2 en 4 vermeld. Samen bedragen deze kostenposten een bedrag van € 10.000. 25%
van dit bedrag, te weten € 2.500, dient door middel van cofinanciering te worden opgebracht.
De aangevraagde subsidie bedraagt daarmee € 7.500. Ontvangt een vrijwilligersorganisatie
meer dan 25% aan cofinanciering voor een bepaalde activiteit, dan wordt de toekenning
van de subsidie niet verlaagd met het hogere bedrag dan de 25% die als cofinanciering
is ontvangen.
De berekening van de verdeling van de subsidie vindt plaats met behulp van de verdeelsleutel.
Om deze verdeelsleutel te bepalen wordt het totale subsidiebudget gedeeld door het
aantal op 1 januari 2022 actieve vrijwilligers van alle aanvragende vrijwilligersorganisaties,
dat vervolgens vermenigvuldigd wordt met de deelfactor.
Zo wordt het subsidieplafond van € 1.000.000 als volgt verdeeld over de vrijwilligersorganisaties
die een aanvraag indienen. Het bedrag van € 1.000.000 wordt gedeeld door het totaal
aantal vrijwilligers van alle aanvragende vrijwilligersorganisaties met cofinanciering.
Het moet hierbij gaan om de op 1 januari 2022 daadwerkelijk actieve vrijwilligers.
Zo wordt het maximaal beschikbare bedrag per vrijwilliger vastgesteld. Vervolgens
wordt aan de hand van de te subsidiëren kostensoorten 1 tot en met 5 – afhankelijk
van de aanvraag – de deelfactor bepaald. Deze deelfactor wordt dan vermenigvuldigd
met de verdeelsleutel en het aantal vrijwilligers dat op 1 januari 2022 voor de aanvragende
vrijwilligersorganisatie zich daadwerkelijk inzet. Hierdoor wordt wederom voorkomen
dat het subsidieplafond van € 1.000.000 wordt overschreden.