Regeling beveiliging burgerluchtvaart BES 2021

Geraadpleegd op 03-07-2024.
Geldend van 01-04-2024 t/m heden

Regeling van 21 juni 2021, nr. 3366665 houdende voorschriften voor de beveiliging op de luchthavens van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Regeling beveiliging burgerluchtvaart BES 2021)

De Minister van Justitie en Veiligheid, in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelet op de Artikelen 22g, derde lid, 22l, 22p, 22q, eerste lid, onder c en d, 22s, 22x, tweede lid en 22y, tweede lid, van de Luchtvaartwet BES;

Besluit:

Artikel 2

  • 1 De aanvraag om instemming van de ingebruikname van detectieapparatuur, bedoeld in artikel 22l, vierde lid, van de wet, wordt door de exploitant van een luchtvaartterrein, door tussenkomst van de commandant van de Koninklijke marechaussee ingediend bij de Minister van Justitie en Veiligheid.

  • 2 Met het oog op de instemming door de Minister van Justitie en Veiligheid adviseert de commandant van de Koninklijke marechaussee de Minister van Justitie en Veiligheid over de ingebruikname van de detectieapparatuur.

Artikel 2a

Tot de voorzieningen die zijn vereist ter beveiliging van de burgerluchtvaart, bedoeld in de artikelen 22l, derde lid, 22na, derde lid en 22nc, tweede lid, van de wet behoren tevens maatregelen die worden genomen ter bescherming van de voor de beveiliging van de burgerluchtvaart kritieke informatie- en communicatiesystemen. Aan het treffen van de maatregelen ligt een actuele risicoanalyse ten grondslag die door de exploitant van het luchtvaartterrein, de luchtvaartmaatschappij en de entiteit wordt uitgevoerd.

Artikel 3

Een beveiligingscontrole als bedoeld in artikel 22q, eerste lid, onder c en d, van de wet wordt verricht indien bij een verhoogde dreiging op grond van een risicoanalyse de Minister van Justitie en Veiligheid daartoe beslist.

Artikel 4

Verboden voorwerpen als bedoeld in artikel 22s, onder b, van de wet kunnen slechts aan boord van een luchtvaartuig worden gebracht indien:

  • a. deze verboden voorwerpen zodanig zijn verpakt dat onmiddellijk gebruik onmogelijk is;

  • b. deze verboden voorwerpen buiten het bereik van passagiers worden opgeborgen;

  • c. de Minister van Justitie en Veiligheid toestemming heeft verleend om het voorwerp mee te nemen;

  • d. de luchtvaartmaatschappij voordat de passagiers aan boord gaan van het luchtvaartuig informatie heeft ontvangen over de passagier die het betreffende voorwerp wil meenemen alsmede over het voorwerp zelf; en

  • e. de toepasselijke veiligheidsregels, bedoeld in de Regeling vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht BES, worden nageleefd.

Artikel 5

Indien ruimbagage van een passagier gescheiden is geraakt ten gevolge van buiten de wil van de passagier gelegen omstandigheden, is de luchtvaartmaatschappij vrijgesteld van de verplichting, bedoeld in artikel 22p, eerste lid, van de wet, mits deze ruimbagage is gecontroleerd.

Artikel 6

  • 1 De Minister van Justitie en Veiligheid verleent mandaat en machtiging voor de uitoefening van de volgende bevoegdheden en het verrichten van daarbij behorende overige handelingen aan de commandant van de Koninklijke marechaussee:

  • 2 De commandant van de Koninklijke marechaussee kan voor de aangelegenheden bedoeld in het eerste lid, ondermandaat en machtiging verlenen aan de onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 6a

  • 2 Bij de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, kunnen nadere voorschriften worden gegeven.

Artikel 6b

Personen, anders dan passagiers, die aan een beveiligingscontrole zijn onderworpen, en tijdelijk de om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke zones als bedoeld in artikel 22k, eerste lid, onder c, van de wet verlaten, worden vrijgesteld van een beveiligingscontrole bij hun terugkeer, indien deze personen onder constant toezicht hebben gestaan van beveiligingspersoneel en dit toezicht volstaat en redelijkerwijs kan worden aangenomen dat ze geen verboden voorwerpen in om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke zones zullen binnenbrengen.

Artikel 6c

  • 2 Bij de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, kunnen nadere voorschriften worden gegeven.

Artikel 6d

Aan transitpassagiers wordt vrijstelling verleend van de controle, bedoeld in artikel 22o, eerste lid, onder b, van de wet, indien deze passagiers en hun bagage:

  • a. zich niet mengen met andere vertrekkende passagiers die aan een beveiligingscontrole zijn onderworpen, anders dan die welke aan boord van hetzelfde luchtvaartuig gaan; of

  • b. aan boord van het luchtvaartuig blijven.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling beveiliging burgerluchtvaart BES 2021.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven