Schenk- en erfbelasting, vrijstellingen, omzetting, fusie of taakafsplitsing

[Regeling vervallen per 22-12-2018.]
[Regeling treedt (deels) in werking per 12-01-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010.]
Geraadpleegd op 04-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-12-2010 en zichtdatum 02-07-2024.
Geldend van 01-01-2010 t/m 11-01-2013

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 22-12-2018]

[Treedt in werking op 12-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

2. Omzetting, fusie of taakafsplitsing

[Regeling vervallen per 22-12-2018]

[Treedt in werking op 12-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

3. Vereenzelvigen verkrijger met ANBI

[Regeling vervallen per 22-12-2018]

[Treedt in werking op 12-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

4. Invloed van testamentaire last op verkrijging

[Regeling vervallen per 22-12-2018]

[Treedt in werking op 12-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

5. Samenloop erfbelasting en loon- of inkomstenbelasting

[Regeling vervallen per 22-12-2018]

[Treedt in werking op 12-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

6. Liquidatie-uitkering aan leden brancheorganisatie

[Regeling vervallen per 22-12-2018]

[Treedt in werking op 12-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

7. Schenking aan rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen

[Regeling vervallen per 22-12-2018]

[Treedt in werking op 12-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

8. Eenmalig verhoogde vrijstelling voor schenking aan kind

[Regeling vervallen per 22-12-2018]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

8.1. Eenmalig verhoogde vrijstelling voor de eigen woning

[Regeling vervallen per 22-12-2018]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 153, datum inwerkingtreding 12-01-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Stcrt. 2013, 153, datum inwerkingtreding 12-01-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Voor het jaar 2010 gold de verhoogde vrijstelling voor een schenking voor de eigen woning van een kind alleen voor de verwerving van een woning als bedoeld in artikel 3.111, eerste lid, van de Wet IB 2001. Vanaf 2011 is de vrijstelling ook van toepassing op verbetering of onderhoud van die woning, de afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming met betrekking tot die woning en op de aflossing van een eigenwoningschuld op die woning. De vrijstelling geldt vanaf 2011 ook voor de eigen woning als bedoeld in artikel 3.111, derde lid, van de Wet IB 2001.

Goedkeuring

Ik keur onder een voorwaarde goed dat voor de verhoogde vrijstelling voor een schenking in 2010 voor de eigen woning van een kind kan worden uitgegaan van de wettekst van artikel 33, onder 5° en 6°, van de Successiewet 1956 die geldt voor het jaar 2011.

Voorwaarde

De goedkeuring geldt onder de voorwaarden van artikel 5, onderdelen a en c, van de URSE die gelden voor 2011. Gelet op de goedkeuring in onderdeel 8.1.1 is een notariële akte niet nodig.

Hierna volgen vier voorbeelden waarin bij een eigen woning die al is aangeschaft de verhoogde vrijstelling kan gelden.

Voorbeeld 1

X woont in zijn eigen woning die hij wil opknappen. Hij krijgt daarvoor van zijn ouders een schenking van € 50.000 waarmee hij het onderhoud en verbetering aan zijn eigen woning betaalt. Voor een schenking voor de eigen woning van het kind in 2010 geldt de vrijstelling door de goedkeuring. Voor een schenking in de jaren 2011 en verder geldt de vrijstelling op grond van de wet.

Voorbeeld 2

X heeft een eigen woning in erfpacht. Hij krijgt de gelegenheid om de erfpacht af te kopen voor € 40.000. De ouders schenken hem hiervoor € 40.000, waarmee hij de afkoop betaalt. Voor een schenking voor de eigen woning van het kind in 2010 geldt de vrijstelling door de goedkeuring. Voor een schenking in de jaren 2011 en verder geldt de vrijstelling op grond van de wet.

Voorbeeld 3

X heeft een nieuwbouwwoning gekocht. De grond is al geleverd. De aannemer is het huis aan het bouwen. Het kind krijgt van zijn ouders een schenking van € 50.000 voor de bouw van zijn woning. De woning is voor het kind een woning als bedoeld in artikel 3.111, derde lid, van de Wet IB 2001. Hij betaalt met de schenking tot een bedrag van € 50.000 de bouwtermijnen. Voor een schenking voor de eigen woning van X in 2010 geldt de vrijstelling door de goedkeuring. Voor een schenking in de jaren 2011 en verder geldt de vrijstelling op grond van de wet.

Voorbeeld 4

X heeft een woning gekocht met de bedoeling in die woning te gaan wonen. Hij is druk aan het verbouwen. De woning is voor het kind een woning als bedoeld in artikel 3.111, derde lid, van de Wet IB 2001. X krijgt voor die verbouwing van zijn ouders in 2012 een schenking van € 45.000. Hij betaalt daarmee de kosten van de verbouwing (€ 35.000). Daarnaast koopt hij voor € 10.000 nieuw meubilair. In dit geval is € 35.000 besteed voor de eigen woning. Een schenking tot en met € 50.300 mag worden gesplitst in een bedrag van € 26.156 voor de woning en een bedrag van € 24.144 voor andere doeleinden. Dit betekent dat X van de schenking van € 45.000 ten minste € 20.856 (€ 45.000 – € 24.144) moet besteden aan de eigen woning. Het restant mag hij tot een maximum van € 24.144 besteden aan andere doeleinden dan zijn eigen woning. X besteedt in dit voorbeeld € 10.000 aan andere doeleinden. De verhoogde vrijstelling geldt dus voor de volledige schenking van € 45.000.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 153, datum inwerkingtreding 12-01-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Stcrt. 2013, 153, datum inwerkingtreding 12-01-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

8.1.1. Notariële akte

[Regeling vervallen per 22-12-2018]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 153, datum inwerkingtreding 12-01-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Stcrt. 2013, 153, datum inwerkingtreding 12-01-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In artikel 5 van de URSE zijn nadere voorwaarden opgenomen voor de verhoogde vrijstellingen voor een schenking voor de eigen woning van een kind. Voor een vrijstelling moet van die schenking in 2010 en 2011 een notariële akte zijn opgemaakt (artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van de URSE). Die eis is in 2012 vervallen. In 2010 en 2011 zijn schenkingen gedaan zonder notariële akte. Vanaf 1 januari 2010 tot de datum van publicatie van het besluit DGB2010/602M kunnen schenkingen zijn gedaan voor de eigen woning van het kind die achteraf bezien materieel al wel, maar door de ontbrekende notariële akte formeel niet voldeden aan de voorwaarden van de goedkeuring. Daarnaast was er in 2010 onduidelijkheid over de eis van een notariële akte in relatie tot artikel 33, onder 6°, van de Successiewet. In de praktijk zijn er ook discussies over de mogelijkheden het vormgebrek van de notariële akte te repareren dan wel de schenking te herroepen en opnieuw te doen. Mede door de wijziging in 2012, vind ik de door deze discussies ontstane onzekerheid niet gewenst. Daarom keur ik het volgende goed.

Goedkeuring

Ik keur goed dat voor schenkingen gedaan in 2010 of 2011 artikel 5, onderdeel b, van de URSE, zoals die bepaling luidde voor 2010 en 2011, niet geldt.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 153, datum inwerkingtreding 12-01-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Stcrt. 2013, 153, datum inwerkingtreding 12-01-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

8.1.2. Eigen woning in het buitenland

[Regeling vervallen per 22-12-2018]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 153, datum inwerkingtreding 12-01-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Stcrt. 2013, 153, datum inwerkingtreding 12-01-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Een verhoogde vrijstelling geldt voor de schenking voor een eigen woning van een kind als bedoeld in artikel 3.111, eerste of derde lid, van de Wet IB 2001. De vrijstelling is daarmee in beginsel alleen van toepassing op de eigen woning die daadwerkelijk in de heffing van de Nederlandse inkomstenbelasting is betrokken. Ook voor een buitenlandse eigen woning die niet in de Nederlandse inkomstenbelasting wordt betrokken, kan de vrijstelling worden verleend. Belangrijk daarbij is de controlemogelijkheid. De vrijstelling geldt namelijk alleen als de schenking daadwerkelijk is besteed aan de eigen woning (artikel 5 van de URSE). Ik leg daarom artikel 33, onder 5° en onder 6°, van de Successiewet zo uit dat de vrijstelling ook kan worden verleend voor een schenking voor de eigen woning van een kind gelegen in een land waarmee Nederland een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft afgesloten waarin de uitwisseling van fiscale informatie is geregeld. De vrijstelling geldt uiteraard alleen als de woning voor het kind voldoet aan de uitgangspunten van artikel 3.111, eerste of derde lid, van de Wet IB 2001.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 153, datum inwerkingtreding 12-01-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Stcrt. 2013, 153, datum inwerkingtreding 12-01-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

8.2. Invloed leeftijd partner

[Regeling vervallen per 22-12-2018]

[Treedt in werking op 12-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

9. Lijfrentevrijstelling

[Regeling vervallen per 22-12-2018]

[Treedt in werking op 12-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

10. Ingetrokken regeling

[Regeling vervallen per 22-12-2018]

[Treedt in werking op 12-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

11. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 22-12-2018]

[Treedt in werking op 12-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Naar boven