9. Weigering, vervallenverklaring of verstrekking van een beperkt geldig reisdocument
[Regeling vervallen per 06-09-2016]
Bij iedere aanvraag voor een nieuw reisdocument (dan wel nadat een ingehouden reisdocument
is ontvangen) dient u volgens de geldende voorschriften na te gaan of de betrokken
persoon is vermeld in het register paspoortsignaleringen. Indien de aanvrager zijn
reisdocument als vermist opgeeft, gaat u tevens na of er alsnog reden is voor signalering
van de betrokken persoon (door de minister van BZK of, als u dit wenst, door u zelf).
Wanneer de betrokken persoon in het register paspoortsignaleringen is vermeld, vraagt
u bij het Agentschap BPR altijd de nadere gegevens op met betrekking tot de signalering.
In dit verband wordt er nadrukkelijk op gewezen dat, in tegenstelling tot hetgeen
eerder wel is aangenomen, de betrokken burger geen bezwaar of beroep kan instellen
tegen de signalering als zodanig. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State heeft eerder uitgesproken dat de vermelding in het Register paspoortsignaleringen
niet gericht is op enig rechtsgevolg en er derhalve geen sprake is van een besluit
in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Alvorens u een definitieve beslissing neemt, dient de betrokken persoon in de gelegenheid
te worden gesteld zijn zienswijze kenbaar te maken bij de autoriteit die voor de signalering
verantwoordelijk is. Dit zal naar verwachting in de meeste gevallen de minister van
BZK zijn. Indien een andere autoriteit, belast met de uitvoering van de Paspoortwet, het signaleringsverzoek heeft gedaan (in voorkomende gevallen kunt u dat ook zelf
zijn), dan wordt de betrokkene naar die andere autoriteit verwezen.
Het overleg tussen de betrokken persoon en de signalerende autoriteit kan leiden tot
intrekking van de signalering, omdat daarvoor geen gronden (meer) blijken te bestaan.
Het is ook mogelijk dat de gronden weliswaar gehandhaafd blijven, maar met de betrokken
persoon wordt overeengekomen dat deze een reisdocument krijgt waarvan de geldigheidsduur
of de territoriale geldigheid is beperkt. Indien in het overleg overeenstemming is
bereikt, wordt dit door de signalerende autoriteit aan u medegedeeld. U dient vervolgens
conform die mededeling hetzij het aangevraagde reisdocument te verstrekken, hetzij
het ingehouden reisdocument terug te geven, hetzij een beperkt geldig reisdocument
te verstrekken.
Wordt in het overleg geen overeenstemming bereikt of wenst de betrokken persoon van
deze overlegmogelijkheid geen gebruik te maken dan gaat u tot weigering of vervallenverklaring
over, tenzij u van mening bent dat betrokkene daardoor onevenredig zou worden benadeeld.
In dat geval wint u eerst het advies in van de signalerende autoriteit. Vervolgens
beslist u, gehoord dit advies, of u tot weigering of vervallenverklaring overgaat,
dan wel alsnog hetzij het aangevraagde reisdocument verstrekt, hetzij het ingehouden
reisdocument teruggeeft, hetzij een beperkt geldig reisdocument verstrekt. Van uw
beslissing doet u onverwijld mededeling aan de minister, die zorgt voor opneming van
die mededeling in het register paspoortsignaleringen.
Bij het nemen van de beslissing tot weigering of vervallenverklaring van een reisdocument
kunt u op grond van artikel 20 van het Besluit justitiële gegevens, desgewenst eventuele justitiële gegevens van de betrokken persoon opvragen.