Inleiding
Bij Ministeriële Beschikkingen van 11 juli 2003, no. 4112/a tot en met bb RNA en Ministeriële
Beschikking van 7 november 2005, no. 6547/RNA (a-c) heeft de Minister van Verkeer
en Vervoer (hierna de Minister) het Nationaal Nummerplan van de Nederlandse Antillen
(hierna het nummerplan) vastgesteld per concessiehouder. Sinds de datum van vaststelling
van het nummerplan is de tekst enkele keren aangepast ter verduidelijking van enkele
voorwaarden. Om te beschikken over een lopende tekst van het nummerplan is het noodzakelijk
om een herziene tekst van het nummerplan vast te stellen. Van de gelegenheid is gebruik
gemaakt om het nummerplan op een aantal punten nader aan te scherpen en is aan het
nummerplan een hoofdstuk toegevoegd waarin voorwaarden worden gesteld ten aanzien
van nummers voor netwerkgebruik.
Het nummerplan is het plan waarin de Minister zijn algemeen nummerbeleid en nummerbeheer
formuleert. Zowel bij het nummerbeleid als bij het nummerbeheer staat het faciliteren
van de telecommunicatiemarkt voorop. Het nummerplan bepaalt de voor een bepaalde bestemming
beschikbare nummerruimte en stelt zo de grenzen waarbinnen de toekenning dient te
geschieden.
De vrijheid van de Minister om in een nummerplan nummerruimte te creëren is echter
in zekere mate beperkt. Zo dient een nummerplan te passen binnen de overeengekomen
internationale nummersystemen vastgesteld door de Internationale Telecommunicatie
Unie (ITU-T) en leggen beleidsmatige aspecten, bijvoorbeeld herkenbaarheid, hanteerbaarheid
van nummers voor eindgebruikers en interoperabiliteit van telecommunicatienetwerken
en -diensten, beperkingen op. De Nederlandse Antillen is als onderdeel van het Koninkrijk
der Nederlanden tevens lid van de ITU.
De wettelijke bevoegdheid tot het vaststellen van het nummerplan ontleent de Minister
aan de concessies. De wettelijke grondslag voor de uitgifte van de concessies is neergelegd
in de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen (P.B. 1995, no. 196) (hierna
Ltv). In dit kader wordt verwezen naar artikel 2, eerste lid, Ltv waarin is bepaald
dat een concessiehouder een concessie ontvangt voor de aanleg, instandhouding en exploitatie
van een telecommunicatie-infrastructuur. Ingevolge artikel 7, eerste lid, Ltv wordt
de concessie onder voorwaarden verleend bij landsbesluit. In artikel 7, tweede lid,
Ltv staat een opsomming van de voorwaarden die in een landsbesluit kunnen worden opgenomen.
De wettelijke grond voor het vaststellen van een nummerplan valt af te leiden uit
artikel 7, tweede lid, onderdelen a tot en met d, Ltv. Laatstgenoemd artikel verwijst
naar de voorwaarden die in de concessie kunnen worden opgenomen die een duidelijk
verband leggen met het gebruik van nummers afkomstig uit een nummerplan. In artikel
8(9) van de bij landsbesluiten verleende concessies voor lokale- en mobiele telefoondiensten
en in artikel 23 van de bij landsbesluiten verleende concessies voor lange afstand
telefoondiensten is ter uitvoering van artikel 7, tweede lid, onderdelen a tot en
met d, Ltv de voorwaarde opgenomen dat de Minister het nummerplan vaststelt en voor
het gebruik van de nieuwe nummerseries goedkeuring geeft. In verband met het voorgaande
wordt tevens verwezen naar artikel 10 van het Landsbesluit opgedragen telecommunicatiediensten
(P.B. 1995, no. 220) waaruit eveneens de noodzaak tot het nummergebruik valt af te
leiden.
Ingevolge artikel 3, eerste lid, Ltv is de concessiehouder in het belang van het algemeen
maatschappelijk en economisch verkeer verplicht de opgedragen telecommunicatie-diensten,
zoals omschreven in het Landsbesluit opgedragen telecommunicatiediensten (P.B. 1995,
no. 220), te verzorgen en een ieder tegen vergoeding het gebruik daarvan ter beschikking
te stellen. De concessiehouder kan de opgedragen telecommunicatiediensten in rekening
brengen aan een contractant of eindgebruiker door middel van een abonnement plus de
gesprekskosten, zogenoemde ‘postpaid’ systeem, of bij vooruitbetaling, zogenoemde
‘prepaid’ systeem. Deze wettelijke plicht heeft tot gevolg dat de concessiehouder
alle nummers (geografische en niet-geografische) uitgegeven conform het nummerplan
aankiesbaar moet stellen voor zijn contractanten (abonnees en eindgebruikers). Het
voorgaande is bevestigd door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse
Antillen en Aruba in de uitspraken van in de zaken Setel N.V. vs de Minister van Verkeer
en Vervoer H-LAR 2005/13 uitspraak 21 november 2005 en H-LAR 2005/23 uitspraak 21
november 2005.
Het onderhavige document bevat mede een tariefrichtlijn. Het betreft een tariefrichtlijn
voor de tarieven die een concessiehouder in rekening kan brengen voor het gebruik
van
080X en 090X nummers. Tevens is een tariefrichtlijn opgenomen voor de wijze waarop
de concessiehouder het tarief dat aan contractanten die informatiediensten aanbieden
via een 080X en 090X nummer teneinde een dienst te verlenen aan de eigen klanten,
in rekening brengt. Hierbij wordt gedacht aan particuliere bedrijven of de overheid
(08001515 ‘Bentana di informashon’) die hun diensten kunnen aanbieden aan hun klanten
met gebruikmaking van 0800 nummers. De bevoegdheid om een tariefrichtlijn vast te
stellen ontleent de Minister uit de concessies.
In het nummerplan komen achtereenvolgens de navolgende onderwerpen aan de orde: Hoofdstuk
1 ‘Nummerbeleid’ hierin wordt het beleid met betrekking tot de toekenning, reservering,
weigering, intrekking en de overdracht van nummers aan de orde gesteld. Verder is
aandacht besteed aan de procedure voor het in behandeling nemen van aanvragen.
Hoofdstuk 2 ‘Nummerplan’ geeft een toelichting op verschillende onderdelen van het
nummerplan.
Hoofdstuk 3 ‘Tabellen van het nummerplan’ besteedt aandacht aan de verdeling van de
nummerruimte in diverse gebruikscategorieën en tabellen.
Hoofdstuk 4 ‘Nummers voor netwerkgebruik’ geeft een toelichting op de nummers die
bestemd zijn voor gebruik in mobiele netwerken.
Aan het einde van het onderhavige nummerplan is het model aanvraagformulier, de lijsten
van nummers voor netwerkgebruik en een begrippenlijst toegevoegd.
Hoofdstuk 1. Nummerbeleid
1.1. Inleiding
Om telecommunicatiediensten te kunnen aanbieden moet een concessiehouder of een dienstaanbieder(1)
de beschikking hebben over nummers ter identificatie van zowel de eindgebruiker als
de dienst. Een nummer dient ook ter identificatie van de betrokken concessiehouder
(bijvoorbeeld: carrier selectie code). Een telefoonnummer is de drager van een aantal
– maatschappelijke als technische – functies. De nummerfuncties zijn relevant voor
de betrokken partijen in de telecommunicatiemarkt. De te onderscheiden partijen zijn:
concessiehouders, dienstaanbieders van telecommunicatiediensten, contractanten(2)
die informatiediensten aanbieden of eindgebruikers (abonnees) van een telecommunicatiedienst.
De functies van nummers aan de zijde van een concessiehouder en een dienstaanbieder
zijn als volgt te onderscheiden:
-
– routering en aflevering; een oproep wordt gerouteerd door een telecommunicatie-infrastructuur
en afgeleverd op een technisch aansluitpunt;
-
– netwerkbeheer en onderhoud; abonnees moeten technisch gedefinieerd worden in de gegevensbestanden
van een telefooncentrale (data transcript). Welke diensten zijn geactiveerd ten behoeve
van een abonnee;
-
– klantenbeheer; waar moet de rekening naar toe, wie staat garant voor de kosten die
op een aansluiting worden gemaakt, welk dienstenpakket wordt door een klant afgenomen.
De functies van nummers aan de zijde van een eindgebruiker worden onderscheiden als
volgt:
-
– bereikbaarheid; een eindgebruiker maakt zijn nummer bekend voor bereikbaarheid door
publicatie van zijn nummer;
-
– dienstherkenning; aan het nummer is veelal te herkennen of het gaat om een lokale-,
mobiele of andere niet-geografische dienst;
-
– geografie; het zogenaamde geografische nummersysteem biedt informatie over de geografische
positie van de eindgebruiker van de dienst;
-
– tariefidentificatie; de nummersystemen bieden eindgebruikers een indicatie van het
tarief waartegen een oproep wordt belast;
-
– identificatie van de oorsprong van de oproep; de faciliteit ‘ calling line identification’
(CLI) biedt de opgeroepene een indicatie van de natuurlijke persoon die de oproep
plaatst.
Nummerfuncties hebben mede ten doel om overheidstaken uit te voeren. In dit verband
wordt verwezen naar het rechtmatig tappen van een telefoonnummer door het bevoegde
gezag.
-
1. dienstaanbieder: een natuurlijke – of rechtspersoon die telecommunicatiedienstverlening
aanbiedt die geheel of gedeeltelijk bestaat uit de overdracht en routering van signalen
over de telecommunicatie-infrastructuur van de concessiehoudster. (deze definitie
staat in de concessielandsbesluiten)
-
2. contractant: degene die met de houder van een concessie een overeenkomst heeft aangegaan
met betrekking tot de levering van een dienst. (deze definitie staat in de concessielandsbesluiten)
Vóór het intreden van de liberalisatie – op de lokale- en mobiele telecommunicatiemarkt
-
– in 1999 op de Nederlandse Antillen beschikten de concessiehouders zelf over nummers
en konden zij hun eigen uitgiftebeleid voeren. In het nummerplan van de concessiehouders
werd het abonneenummer voorafgegaan door de National Destination Code (NDC). De NDC
was per eilandgebied verschillend waardoor elk eilandgebied eenvoudig te identificeren
was. De lengte van het abonneenummer was per eilandgebied verschillend. Met de liberalisatie
van de mobiele telecommunicatiemarkt in 1999 heeft de Minister het nummeruitgifte
beleid ter hand genomen. Het uitgangspunt van de Minister was dat in een geliberaliseerde
telecommunicatiemarkt waarbij er meerdere spelers de markt betreden het een overheidstaak
is om de beschikbare nummers op een efficiënte, transparante en non-discriminatoire
wijze uit te geven. Ter vervanging van de nummerplannen van de onderscheiden concessiehouders
heeft de Minister het Interim Nummerplan in maart 2000 vastgesteld en aangeboden aan
de concessiehouders. Het Interim Nummerplan is voor alle concessiehouders verplicht
gesteld en de nummers moesten in het vervolg via de Minister worden aangevraagd. In
het Interim Nummerplan zijn de abonneenummers van zeven cijfers op alle eilandgebieden
verplicht gesteld. In het eilandgebied Curaçao zijn de concessiehouders overgestapt
op het abonneenummer van zeven cijfers voorafgegaan door de NDC. Op de overige vier
eilandgebieden maakt de NDC deel uit van het abonneenummer van zeven cijfers.
De vaststelling van het Interim Nummerplan door de Minister heeft ertoe geleid dat
er in zekere mate ordening is gebracht in de verdeling en het gebruik van nummers.
In verband met de geconstateerde tekortkoming in het Interim Nummerplan heeft Bureau
Telecommunicatie en Post na overleg met de concessiehouders de richtlijnen vastgesteld
om te komen tot de vaststelling van het nummerplan.
De belangrijkste beleidsuitgangspunten en doelstellingen voor het opstellen van het
nummerplan zijn:
-
1. het efficiënt en doelmatig gebruik van de beschikbare nummercapaciteit bevorderen.
Nieuwe abonneenummerblokken worden uitgegeven op het moment dat 80% van de nummers
in gebruik zijn. De Minister kan nummerblokken intrekken indien slechts 10% in gebruik
is;
-
2. ordening brengen in de toewijzing en het gebruik van nummers rekeninghoudend met de
huidige en toekomstige toepassingen. De uitgifte van nieuwe nummerseries vindt plaats
op basis van 10.000-tallen voor concessiehouders gevestigd op Curaçao, Bonaire en
Sint Maarten terwijl nummerseries van 1000-tallen worden uitgegeven aan concessiehouders
gevestigd op Sint Eustatius en Saba;
-
3. de herkenbaarheid van diensten mogelijk maken bij de uitgifte van nummers;
-
4. het binnen duidelijke kaders faciliteren van voldoende nummerruimte zodat met de beschikbare
nummers de geliberaliseerde telecommunicatiemarkt kan worden bediend.
Het uitgangspunt van de Minister bij de vaststelling van het nieuwe nummerbeleid is
dat er waarborgen moeten worden gesteld om te komen tot een geordende (zuinige) nummertoedeling
in de telecommunicatiemarkt. In verband hiermee gelden vier uitgangspunten:
-
1. er zijn gebruikscategorieën voor nummers;
-
2. de Minister beoordeelt het ondernemingsplan van de aanvrager met betrekking tot een
aanvraag voor abonneenummers;
-
3. 080X en 090X nummers kunnen worden gereserveerd voor zes maanden;
-
4. toegekende 080X en 090X nummers moeten in gebruik worden gesteld binnen zes maanden;
-
5. maximaal twee vier-cijferige carrier select codes per concessiehouder.
De specifieke taken van de Minister met betrekking tot het nummerbeheer zijn onder
te verdelen in het:
-
– toekennen, weigeren en intrekken van nummers;
-
– reserveren van nummers,
-
– overdracht van nummers.
Bureau Telecommunicatie en Post zal namens de Minister worden belast met de uitvoering
van het nummerbeleid en nummerbeheer.
1.2. Toekennen, weigeren en intrekken van nummers
De Minister kan nummers toekennen aan concessiehouders en dienstaanbieders. Met de
toewijzing van een nummer verwerft een concessiehouder of dienstaanbieder een gebruiksrecht
van het toegewezen nummer of nummerblokken. Bij de toekenning van nummers wordt onderscheid
gemaakt tussen de aan een concessiehouder en een dienstaanbieder toe te wijzen nummers.
Concessiehouders kunnen in aanmerking komen voor:
-
1. abonneenummers;
-
2. 0801/0802-nummers voor eigen gebruik of ten behoeve van een dienstaanbieder;
-
3. gratis – en betaal toegangsnummers en informatiedienst nummers (080X en 090X); en
-
4. carrier select code als het gaat om een lange afstand concessiehouder.
Een contractant van een concessiehouder die informatiediensten wenst aan te bieden
kan in aanmerking komen voor:
Het optreden van schaarste aan nummers – met name de gratis – en betaal toegangsnummers
en informatiedienst nummers en de carrier select codes – enerzijds en de intentie
de markt zo goed mogelijk te faciliteren anderzijds brengt met zich mee dat bij het
toekennen van nummers afwegingen moeten worden gemaakt, waarbij de Minister een zekere
vrijheid moet hebben om in het geschetste spanningsveld op een verstandige, eerlijke
en transparante manier te werk te gaan. Bij de beoordeling van individuele aanvragen
zullen altijd de belangen van andere aanvragers of potentiële aanvragers moeten worden
betrokken. Daarmee moet worden voorkomen dat een reële behoefte uit de markt – aan
nummers – met een weigering zou moeten worden beantwoord. Het spaarzaam omgaan met
de beschikbare nummerruimte leidt ertoe dat een aanvrager niet meer nummers toegewezen
moet krijgen dan hij binnen afzienbare tijd nodig heeft. In verband hiermee zal een
aanvraag om toekenning van nummers – geheel of gedeeltelijk – kunnen worden geweigerd
indien op grond van de aanvraag redelijkerwijs niet is te verwachten dat het voorgenomen
gebruik binnen zes maanden kan worden verwezenlijkt of indien het in de aanvraag omschreven
voorgenomen gebruik de gevraagde hoeveelheid nummers niet rechtvaardigt. Wat in het
kader van een aanvraag redelijkerwijs te verwachten is en in hoeverre het voorgenomen
gebruik de gevraagde hoeveelheid nummers rechtvaardigt zal veelal moeten worden beoordeeld
op basis van een door de aanvrager bij de aanvraag te verstrekken ondernemingsplan
en technisch plan. Bij het bepalen van wat in dit verband redelijk is spelen verschillende
factoren een rol. Zo zal uiteraard worden gekeken in hoeverre de aanvrager op een
efficiënte wijze gebruik maakt van de aan hem toe te delen nummers maar bijvoorbeeld
ook naar de mate waarin door de aanvrager wordt bijgedragen aan het gemak van de eindgebruiker
(de abonnee). Vanzelfsprekend zullen ook vergelijkbare reeds ingewilligde aanvragen
tot maatstaf dienen.
De inhoudelijke beoordelingscriteria ten aanzien van de nummertoekenning zijn:
-
1. valt het voorgenomen gebruik van de nummers binnen de in het nummerplan aangegeven
bestemming;
-
2. is het aannemelijk dat de aanvrager het voorgenomen gebruik binnen de gestelde termijn
zal (kunnen) realiseren;
-
3. is de gevraagde hoeveelheid nummers nodig.
Teneinde het mogelijk te maken dat nummers zo efficiënt en zo eerlijk mogelijk toegedeeld
worden, zal de Minister bepalen welke nummers aan een aanvrager worden toegewezen.
De mogelijkheid om een aanvraag tot toekenning van nummers te doen moet dan ook zo
worden begrepen dat een aanvrager voor een bepaalde bestemming om toewijzing van een
bepaalde nummercapaciteit (dus een bepaald aantal nummers) kan vragen. Besluit de
Minister de aanvraag te honoreren dan is het aan hem te bepalen welke nummers daadwerkelijk
aan de aanvrager worden toegekend. Dit neemt niet weg dat een aanvrager bij de aanvraag
zijn voorkeur kan uitspreken voor bepaalde nummers. Het uitspreken van een dergelijke
voorkeur geeft echter geen enkel recht op toewijzing van de ‘voorkeurnummers’. Zo
zal de Minister bijvoorbeeld bij een aanvraag om toekenning van nummers waarbij de
aanvrager zijn voorkeur uitspreekt voor toekenning van bijvoorbeeld verkorte nummers,
deze voorkeur niet behoeven te honoreren indien hij van oordeel is dat de gevraagde
hoeveelheid verkorte nummers een eerlijke verdeling van dergelijke nummers onder bestaande
en toekomstige aanvragers zou verhinderen. Het vorenstaande neemt uiteraard niet weg
dat de Minister zoveel mogelijk rekening zal houden met de geuite voorkeuren.
De Minister trekt nummers in wanneer:
-
1. de uitgegeven nummers niet conform de bestemming van het nummerplan worden gebruikt;
-
2. de redenen die ten grondslag liggen aan de toekenning zijn vervallen; en
-
3. de verstrekte nummers voor langere tijd (één jaar) niet in gebruik zijn of om redenen
van doelmatig gebruik van nummers.
Vanuit de beleidsoptiek kan de Minister nummers intrekken:
-
1. op verzoek van een nummerhouder;
-
2. bij overtreding van wettelijke regels; en
-
3. indien een nummerhouder kennelijk de bedoeling heeft het nummer te verhandelen.
1.3. Reserveren van nummers
Zoals gezegd zullen in de regel geen nummers worden toegekend indien redelijkerwijs
niet is te verwachten dat het voorgenomen gebruik binnen de aangegeven periode kan
worden verwezenlijkt. Hier doet niet aan af dat bij partijen in de markt in het kader
van door hen te nemen strategische beslissingen behoefte kan bestaan aan een – grotere
– mate van zekerheid ten aanzien van de beschikbaarheid in de toekomst van de voor
de realisering van hun plannen noodzakelijke nummercapaciteit. In verband met het
voorgaande is de mogelijkheid opgenomen om de gratis – en betaal toegangsnummers en
informatie nummers (de 080X en 090X nummers) voor zes maanden te reserveren terwijl
de reserveringstermijn voor abonneenummers is gesteld op één jaar. Een reserveringhouder
kan er namelijk in beginsel op rekenen dat gedurende de reserveringsperiode de voor
hem gereserveerde nummers niet aan een derde worden toegekend en dat hij, zolang de
reservering geldt, de gereserveerde nummers krijgt toegewezen indien de door hem gemaakte
plannen worden gerealiseerd. De behandeling van een aanvraag tot reservering verloopt
via dezelfde procedure als is voorgeschreven voor een aanvraag om toekenning van nummers.
Evenals bij de toekenning van nummers geldt bij reservering van nummers dat, omwille
van een zo efficiënt en zo eerlijk mogelijk omgaan met de relatief schaarse nummers,
de aanvrager slechts een voor de Minister niet bindende voorkeur kan uitspreken ten
aanzien van de voor hem te reserveren nummers. In een groeiende telecommunicatiemarkt
en een daarmee gepaard gaande toenemende vraag naar nummers heeft de reservering in
dit verband wel als voordeel dat de aanvrager zijn voorkeur voor bepaalde nummers
eerder in de tijd kenbaar kan maken dan bij een latere aanvraag om toekenning van
nummers het geval was geweest waardoor de kans groter is dat de Minister aan de uitgesproken
voorkeur tegemoet kan komen. Voor de overheid heeft de reservering tenslotte het voordeel
dat de omvang van de voor de komende jaren gereserveerde nummercapaciteit een goede
indicatie vormt voor de toekomstige groei van de nummerbehoefte. De reserveringen
leveren derhalve belangrijke informatie op voor zowel het nummerbeleid als het nummerbeheer.
1.4. Omzetting van een reservering in toekenning
Gereserveerde nummers moeten op enig moment gebruikt worden. Hiervoor zal de aanvrager
de Minister om toestemming moeten vragen om het gereserveerde nummer of nummers in
gebruik te nemen en met de dienstverlening te beginnen. Dit verzoek, ingeval van gratis
– en betaal toegangsnummers en informatiedienst nummers, moet vergezeld zijn van een
kopie van de overeenkomst met de betrokken concessiehouder(s). Met betrekking tot
het gebruik van de nummers zal de Minister nagaan of het gebruik van de nummers nog
binnen de bestemming valt en niet afwijkt van de dienst die als grondslag heeft gediend
voor de reservering van de nummers. Er vindt dus een vergelijking plaats tussen de
beiden aanvraagmomenten (reservering en toekenning).
Bij gebreken van een omzettingsaanvraag vóór het verstrijken van de reserveringstermijn
komt de reservering van rechtswege te vervallen.
1.5. Overdracht van nummers
Verhandeling van nummers is verboden en vormt dan ook, indien uit de aanvraag blijkt
dat deze wordt gedaan met de kennelijke bedoeling de gevraagde nummers te verhandelen,
een grond voor weigering van de toekenning van aangevraagde nummers, alsmede een grond
voor intrekking van reeds toegekende nummers. Wel kan een toekenning of reservering
van nummers op gezamenlijke aanvraag door de houder van de nummers of de reservering
en een derde met toestemming door de Minister worden overgedragen.
1.6. Aanvraagformulier en de termijn
Een aanvraag voor toekenning of reservering van gratis – en betaal toegangsnummers
en informatiedienst nummers en een carrier select code geschiedt via een daartoe bestemd
aanvraagformulier. Het aanvraagformulier (zie de bijlage) is gratis verkrijgbaar bij
Bureau Telecommunicatie en Post. Het aanvraagformulier wordt volledig ingevuld en
voorzien van de relevante bijlagen ingediend ten kantore van Bureau Telecommunicatie
en Post.
Indien meerdere aanvragen worden ingediend voor eenzelfde nummer of voor dezelfde
nummers dan wordt op basis van ‘first come first served’ de aanvraag in behandeling
genomen. Op een aanvraag wordt binnen zes weken na datum van ontvangst beslist. Indien
de Minister niet binnen de aangegeven termijn een beslissing heeft genomen op het
verzoekschrift van de aanvrager wordt laatstgenoemde drie dagen voor het verstrijken
van de termijn hiervan op de hoogte gesteld en wordt de termijn eenmaal verlengd.
Indien het aanvraagformulier niet volledig is ingevuld of de relevante bescheiden
ontbreken wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om binnen een door de Minister
te bepalen termijn aanvullende informatie of de ontbrekende bescheiden te overleggen
bij Bureau Telecommunicatie en Post. Het verloop van de termijn voor het in behandeling
nemen van een aanvraag wordt van rechtswege opgeschort met ingang van de dag waarop
de Minister een aanvrager verzoekt de aanvraag aan te vullen tot de dag waarop de
aanvraag is aangevuld of de door de Minister gestelde termijn is verstreken.
Hoofdstuk 2. Nummerplan
2.1. Inleiding
In het nummerplan is de nummerruimte gestructureerd. Daarbij zijn de hierna volgende
uitgangspunten in aanmerking genomen bij het opstellen het nummerplan:
-
1. de aanbeveling E.164 van de ITU-T: maximum nummerlengte is 15 cijfers waarvan de eerste
drie cijfers voor de Nederlandse Antillen de Country Code (CC) vormen gevolgd door
de NDC (alleen voor Curaçao) en het abonneenummer. De CC van de Nederlandse Antillen
is 00599. Bijlage 1 bevat een schema van een nummeropbouw;
-
2. de aanbevelingen E.190, E.212 en E.213 van de ITU-T. Aanbeveling E.212: maximum nummerlengte
is 15 cijfers waarvan de eerste drie cijfers voor de Nederlandse Antillen de Mobile
Country Code (MCC) vormen gevolgd door de Mobile Network Code (MNC) en Mobile Subcriber
Identification Number (MSIN) (het abonneenummer). De MCC van de Nederlandse Antillen
is 362. De Minister geeft de MNC uit aan concessiehouders. Bijlage 2 bevat een schema van een nummeropbouw voor de mobiele telecommunicatie-infrastructuur;
-
3. voor het lokaal bellen geldt op alle eilandgebieden van de Nederlandse Antillen een
7-cijferig abonneenummer;
-
4. de introductie van gratis – en betaal toegangs – en informatiedienst nummerseries,
die aan concessiehouders en dienstaanbieders kunnen worden toegewezen;
-
5. nummers voor commerciële doeleinden dat wil zeggen de 080X-nummerseries en 090X-nummerseries;
-
6. alarmnummers zijn gratis toegankelijk voor de abonnee. Alle concessiehouders dienen
de alarmnummers in hun Public Switched Telecommunications Network (PSTN) of Mobile
Telecommunications Switch Office (MTSO) te programmeren.
-
7. verkorte nummers voor het leveren van publieke diensten door de overheid of commerciële
diensten door particuliere bedrijven. Deze diensten worden aangeboden met gebruikmaking
van de 92XX en 93XX-nummers;
-
8. de introductie van carrier select codes voor lange afstand telefoondienst, waarbij
maximaal twee 4-cijferige carrier select codes per concessiehouder worden verleend.
Concessiehouders belast met lange afstand telefoondiensten kunnen in aanmerking komen
voor 5-cijferige carrier select codes;
-
9. uitgifte van nieuwe nummerseries op basis van 10.000-tallen voor concessie-houders
gevestigd op Curaçao, Bonaire en Sint Maarten en nummerseries van 1.000-tal voor concessiehouders
gevestigd op Sint Eustatius en Saba;
-
10. de voorschriften en beperkingen die gelden voor het gebruik van nummers.
In het nummerplan zijn de nummers onderverdeeld per gebruikscategorie of bestemming
te weten de internationale toegangscode, carrier select code, nummers ten behoeve
van lokale- en mobiele diensten, alarmnummers, verkorte nummers ten behoeve van publieke
– en commerciële diensten, gratis – en betaal toegangsnummers en informatiedienst
nummers, en nummers voor speciale diensten.
Om het nummerplan inzichtelijk te maken zijn er acht tabellen vastgesteld waarbij
onderscheid wordt gemaakt in.
-
– Uitbellen (tabel 1):
Per eilandgebied zijn er nummerruimtes beschikbaar. Met de beschikbare nummerruimtes
kunnen alle uitgaande lokale -, intereilandelijke – en internationale gesprekken worden
gevoerd. Voor het uitbellen zijn er carrier select codes beschikbaar voor toekenning
en reservering.
-
– Inbellen (tabel 2):
Het inbellen omvat alle inkomende gesprekken vanuit internationale bestemmingen naar
de Nederlandse Antillen.
-
– Kiesrecepten (tabel 3):
In de tabel staat een overzicht per eilandgebied van de diverse diensten en hun respectievelijke
nummerplannen voor het lokaal – en intereilandelijk uitbellen en het internationaal
inbellen.
-
– Uitbellen met carrier select code (tabel 4):
De tabel is een weergave van nummers die abonnee of eindgebruiker moet intoetsen om
een intereilandelijk gesprek (carrier select code+0+NDC+AN) of internationaal gesprek
(carrier select code + 00 + CC + NDC + AN) tot stand te doen komen of toegang te krijgen
tot belplatformen
-
– Geharmoniseerde alarmnummers (tabel 5):
Deze tabel bevat de alarmnummers. De alarmnummers zijn identiek voor alle eilandgebieden.
-
– Diensten (tabel 6):
Deze tabel bevat een overzicht van alle diensten waaraan een nummerserie is toegekend.
Elke dienst heeft een specifieke nummerserie.
-
– Gratis toegangsnummers en informatiediensten nummers (tabel 7):
Deze nummers zijn onderverdeeld in gratis toegangsnummers en gratis informatiedienstnummers.
De gratis toegangsnummers zijn de nummers voor lokaal toegang tot lange afstand telefonie
diensten (0801) en gratis nummers voor toegang tot lokale telefonie diensten (0802).
De gratis informatiedienst nummers zijn nummers voor commerciële informatiediensten
(0800), gratis nummers voor erotische informatiediensten (0806) en gratis nummers
voor niet erotische amusement informatiediensten (0809). De nummerreeksen zijn beschikbaar
in korte en lange nummers. Verder is de beschikbaarheid van de nummers weergegeven.
Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat een abonnee of eindgebruiker van een telefoontoestel
gratis een 080X nummer moeten kunnen aankiezen.
-
– Betaal informatiediensten nummers (tabel 8):
De betaal informatiediensten nummers zijn onderverdeeld in betaalnummers voor commerciële
informatiediensten (0900), betaalnummers voor erotische informatie- diensten (0906)
en betaalnummers voor niet erotische amusement informatiediensten (0909). De nummerreeksen
zijn beschikbaar in korte en lange nummers. Verder is de beschikbaarheid van de nummers
weergegeven.
2.2. Voorschriften en beperkingen
In het belang van een doelmatige toekenning van nummers kan een toekenning van nummers
onder beperkingen worden verleend, dan wel kunnen aan de toekenning voorschriften
worden verbonden. In de praktijk wordt elke uitgifte van nummers onder voorschriften
verleend. Deze voorschriften kunnen per nummersoort verschillen. In de hierna volgende
onderdelen volgt een uiteenzetting van de voorschriften en beperkingen die van toepassing
zijn op het gebruik van de carrier select codes en gratis – en betaal toegangsnummers
en informatiediensten nummers door een nummerhouder. Deze voorschriften en beperkingen
zijn bedoeld om de onderlinge samenwerking tussen concessiehouders onderling en concessiehouders
en dienstaanbieders te faciliteren.
2.3. Carrier select code
Aanvraag carrier select code:
Met de introductie van ‘carrier select’ (CS), ‘carrier pre-select’ (CPS) en ‘carrier
pre- select override’ (PSO) diensten in de Nederlandse Antillen met ingang van 1 september
2001 is de mogelijkheid geopend om op een geordende wijze concurrentie te bevorderen
tussen de lange afstand concessiehouders. Met gebruikmaking van de CS, CPS en PSO
diensten kunnen de contractanten van concessiehouders die lokale- en mobiele telefoondiensten
aanbieden kiezen voor één lange afstand concessiehouder van eigen keuze. In het Nummerplan
zijn de 4-cijferige (01AX (A=0,1,2,3,6,9)) en 5-cijferige (01BXX (B=8)) nummerblokken gereserveerd om als carrier select code te worden uitgegeven aan concessiehouders
belast met lange afstand telecommunicatie.
Iedere lange afstand concessiehouder kan op verzoek in aanmerking komen voor maximaal
twee carrier select codes van vier cijfers. De lange afstand concessiehouders kunnen
in aanmerking komen voor carrier select codes van vijf cijfers. Deze codes worden,
naar gelang de behoefte, in blokken van vijf verstrekt aan lange afstand concessiehouders.
Administratieve procedure CS / CPS:
De registratie van eindgebruikers (contractanten) voor CPS geschiedt volgens de administratieve
procedures overeengekomen tussen de lokale-, mobiele- en lange afstand concessiehouders.
In het kader van de verantwoordelijkheid van de Minister met betrekking tot de uitgifte
van nummers geeft de Minister goedkeuring aan de administratieve procedure. Binnen
vijf werkdagen na ontvangst van het aanvraagformulier van een contractant voor inschrijving
bij een lange afstand concessiehouder naar keuze moet een lokale- of mobiele concessiehouder
de toegang via de CPS openstellen. Het voorgaande is eveneens van toepassing ingeval
de contractant een aansluiting bij een andere concessiehouder voor lange afstand wenst
af te sluiten. Indien een contractant van lange afstand concessiehouder wenst te veranderen
zal de gesloten CPS-overeenkomst moeten worden beëindigd zoals door partijen overeengekomen
alvorens een nieuwe CPS-overeenkomst kan worden afgesloten.
Overgangsperiode:
Antelecom N.V., als de ‘incumbent’ lange afstand concessiehouder, is aangewezen om
contractanten die nog geen keuze hebben gemaakt gedurende de overgangsperiode van
drie maanden na datum van instelling van de CS, CPS en PSO functies bij de lokale-
en mobiele concessiehouders te voorzien van een basis kwaliteit aan dienstverlening.
Na de overgangsperiode van drie maanden zullen de lokale- en mobiele concessiehouder
middels een van tevoren opgenomen bandopname de contractant informeren over de verschillende
keuzemogelijkheden bij het kiezen van een lange afstand concessiehouder. De tekst
van de bandopname is onzijdig opgesteld en mag geen voorkeur uitspreken voor of een
reclameboodschap bevatten van één of meer lange afstand concessiehouder (s).
Implementatie CS, CPS en PSO functies en de kosten:
De CS, CPS en PSO functies worden bij alle concessiehouders belast met de lokale-
en mobiele telefoondiensten in respectievelijk de PSTN of MTSO geprogrammeerd op het
moment dat in het aangewezen verzorgingsgebied meer dan één lange afstand concessiehouder
diensten aanbiedt. De eventuele kosten verbonden aan de implementatie van de CS, CPS
en PSO functies en aanpassing van de telefooncentrale komen voor rekening van de concessiehouder
belast met de lokale- of mobiele telecommunicatie-diensten. De lokale- en mobiele
concessiehouders kunnen slechts de gemaakte kosten verhalen op de door een contractant
gekozen lange afstand concessiehouder. De kosten worden doorberekend in de vastgestelde
interconnectievergoeding. De kosten die de lokale- en mobiele concessiehouders in
rekening brengen aan de lange afstand concessiehouder zijn gebaseerd op de onderliggende
kosten (kostengeoriënteerd) en het non-discriminatie beginsel. Indien een concessiehouder
een afwijkende standaard hanteert, zal de concessiehouder de mogelijke extra kosten
zelf moeten dragen. De lokale – en mobiele concessiehouders kunnen de kosten verbonden
aan de implementatie van de CS, CPS en PSO diensten slechts in rekening brengen aan
een lange afstand concessie- houder nadat deze diensten in gebruik zijn genomen door
een contractant. De contractanten hebben recht op een maandelijkse specificatie van
de facturerende partij met betrekking tot alle uitgaande lange afstand telefoongesprekken.
Contractanten met een CPS-overeenkomst worden als permanente contractanten van een specifieke lange afstand concessiehouder beschouwd. Contractanten zonder CPS-overeenkomst
of contractanten met een CPS-overeenkomst die via PSO voor een andere lange afstand
concessiehouder kiezen worden gerekend tot tijdelijke contractanten van de gekozen lange afstand concessiehouder. Een tijdelijke contractant wordt geïdentificeerd
met behulp van de informatie voor registratie voor het gesprek, het telefoonnummer
(A-nummer) en het ingetoetste carrier select code van een lange afstand concessiehouder.
Gespreksregistratie dient als basis voor de maandelijkse facturering van een tijdelijke
contractant. Inkomende gesprekken bestemd voor niet geregistreerde contractanten of
contractanten met een betalingsachterstand mogen niet worden geblokkeerd door een
lange afstand concessiehouder.
Incasso:
De lange afstand concessiehouder is verantwoordelijk voor de facturering en het incasso
van zijn lange afstand telefoondiensten aangeboden via het ‘prepaid’ of ‘postpaid’
betalingsysteem aan de contractanten aangesloten op een lokale- of mobiele telecommunicatie-infrastructuur.
De lange afstand concessiehouder kan een incassoregeling aangaan met de lokale- en
mobiele concessiehouder. De incassoregeling tussen de concessiehouders wordt schriftelijk
overeengekomen.
De interconnectievergoeding overeengekomen tussen de lokale- of mobiele concessiehouder
en de lange afstand concessiehouder wordt verrekend tussen de concessiehouders.
Concessievergoeding:
De concessievergoeding per aansluitpunt per jaar die op grond van artikel 7, vijfde
lid, Ltv aan iedere concessiehouder waaronder de lange afstand concessiehouders in
rekening wordt gebracht, is voor permanente en tijdelijke contractanten gebaseerd
op het totaal aantal aansluitpunten per ultimo oktober van het vorige kalenderjaar.
Voor niet-contractanten (gebruikers van een telefoondienst) waarbij er geen registratie
plaatsvindt zoals het 0801 nummergebruik is een invulling aan het begrip aansluitpunt
gegeven die zo dicht mogelijk staat bij de definitie voor contractanten. Per maand
is het totaal aantal 0801 aansluitpunten gelijk aan het aantal unieke aansluitpunten
dat alleen van 0801 nummergebruik heeft gemaakt. Aansluitpunten die zowel van bijvoorbeeld
C(P)S als het 0801 nummergebruik hebben gemaakt tellen niet mee, omdat deze nummers
reeds opgenomen zijn onder contractanten. De maandcijfers worden gemiddeld over het
gehele jaar opgenomen om het jaarcijfer te bepalen. Dit is de basis voor de concessievergoeding
voor niet-contractanten. Evenals voor contractanten eindigt de waarnemingsperiode
van één jaar ultimo oktober van het voorgaande jaar.
2.4. Gratis – en betaal toegangsnummers en informatiediensten nummers (080x en 090x
nummerseries)
Nummerseries:
De 080X en 090X nummerseries behoren tot de niet-geografische nummers dat wil zeggen
de 080X en 090X nummerseries zijn telefoonnummers met een niet-geografisch bepaalde
bestemming.
In het nummerplan zijn de nummerseries 0801 en 0802 bestemd voor gratis toegang tot
respectievelijk lange afstand- en lokale telefoondiensten. Deze diensten worden aangeboden
door dienstaanbieders. De overige nummers uit de 080X nummerseries zijn bestemd voor
het aanbieden van gratis informatiediensten met name servicediensten door contractanten
van een concessiehouder. Als voorbeeld wordt aangehaald een (nuts)bedrijf (Aqualectra
N.V. : 0800 135/Setel N.V.: 0800 887 0101) of een overheidsdienst ( bentana di information
: 0800 1515) dat een klantenserviceafdeling heeft en zelf de gesprekskosten betaalt
voor diens klanten. Een 080X servicenummer werkt klantvriendelijk en responsverhogend.
De nummerseries 0900 tot en met 0909 mogen uitsluitend worden gebruikt door contractanten
van een concessiehouder voor het aanbieden van betaal informatiediensten.
Voor alle duidelijkheid zij opgemerkt dat het aankiezen van een 080X nummers telingsvrij
(gratis) is. De kosten verbonden aan het gebruik van toegangsnummers wordt betaald
door de dienstaanbieder en contractant van de informatiedienst nummer (de nummerhouder)
die dit vervolgens verrekent in het eindtarief.
Verwezen wordt naar onderstaande tabellen.
080X nummerseries
|
0800
|
Gratis nummers ten behoeve van commerciële informatiediensten
|
0801
|
Toegangsnummers voor lange afstand telefoondiensten
|
0802
|
Toegangsnummers voor lokale telefoondiensten
|
0806
|
Gratis nummers voor erotische informatiediensten bestemd voor volwassenen
|
0809
|
Gratis nummers voor niet-erotische informatiediensten met
amusementsdoeleinden
|
090X nummerseries
|
0900
|
Betaal informatie nummers voor commerciële informatiediensten
|
0901
|
Betaal informatie nummers voor lange afstand telefoondiensten
|
0906
|
Betaal informatie nummers voor erotische informatie bestemd voor
volwassenen
|
0909
|
Betaal informatie nummers bestemd voor niet-erotische informatiediensten
met amusementsdoeleinden
|
In onderstaande tabellen wordt de structuur van het nummerplan binnen de 080X en 090X
nummerseries weergegeven.
Nummerblok
|
|
|
080X-0YYY
090X-0YYY
|
Korte nummers, 4 cijfers, numeriek
|
Y = 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
X = 1,2,3,4,5,6,7,8,9
|
080X-1YYY
090X-1YYY
|
Korte nummers, 4 cijfers, numeriek
|
|
080X-NYY-YYYY
090X-NYY-YYYY
|
Lange nummers, 7 cijfers,
alfanumeriek
|
N = 2,3,4,5,6,7,8,9
|
De alfanumerieke cijfers dienen in overeenstemming te zijn met ITU rec. E. 161 optie
A
0
|
2 (ABC)
|
4(GHI)
|
6 (MNO)
|
8 (TUV)
|
1
|
3 (DEF)
|
5 (JKL)
|
7 (PQRS)
|
9 (WXYZ)
|
De 080X en 090X nummerserie omvat 2.000 korte nummers (4 cijfers, numeriek) en ruim
7.000.000 lange nummers (7 cijfers, alfanumeriek). Voor de 0801, 0802, 0806, 0809,
0900, 0906 en 0909 nummerseries geldt dezelfde nummerstructuur.
Bij de aanvraag van 0806 en 0906 nummers (erotische informatiediensten aan volwassenen)
moet de aanvrager een schriftelijke toestemming van het Bestuurscollege van het eilandgebied
overleggen waarin blijk wordt gegeven dat het Bestuurscollege geen bezwaar heeft tegen
de vestiging van de aanvrager om op de lokale markt deze diensten aan te bieden.
Alfanumerieke nummercombinaties die als stuitend, beledigend of obsceen kunnen worden
beschouwd, worden niet beschikbaar gesteld. Eventueel reeds uitgegeven nummers die
als zodanig kunnen worden gekenmerkt worden ingetrokken.
Gebruik 080X- nummerserie:
De Minister verleent op aanvraag een nummer uit de 080X nummerserie voor de Nederlandse
Antillen. Het door de Minister aan de concessiehouder of dienstaanbieder verleend
nummer is een uniek nummer.
Een nummerhouder dient commerciële afspraken te maken met lokale- en mobiele concessiehouders
teneinde toegang te kunnen krijgen tot de contractanten van een lokale- of mobiele
concessiehouder. Afhankelijk van de toepassing kan de nummerhouder een lokale- of
mobiele concessiehouder verzoeken een speciale telecommunicatie koppeling aan te leggen
om een ‘voice response’ apparaat op de telecommunicatie-infrastructuur te kunnen aansluiten.
De lokale- en mobiele concessiehouders moeten het technisch mogelijk maken dat eindgebruikers
het gebruik van een 080X nummer selectief kunnen blokkeren in verband met ongeoorloofd
gebruik.
Gebruik 0801 en 0802 gratis toegangsnummers:
De dienstaanbieders bieden de lange afstand telefoondiensten aan met gebruikmaking
van een 0801 nummer dat via een lange afstand concessiehouder wordt aangevraagd bij
de Minister. De dienstaanbieders bieden de lokale telefoondiensten aan met gebruikmaking
van een 0802 nummer dat via de lokale- of mobiele concessiehouder wordt aangevraagd
bij de Minister.
De lokale- en mobiele concessiehouders dragen zorg dat hun telecommunicatie- infrastructuur
geschikt is om de 0801 en 0802 nummers aankiesbaar te maken voor eindgebruikers. Ingeval
de lokale- en mobiele concessiehouders aanpassingen moeten verrichten aan de telecommunicatie-infrastructuur
in verband met het programmeren van een 0801 nummer worden deze kosten doorbelast
aan de lange afstand concessiehouders. De kosten worden bepaald op basis van het beginsel
van kostenoriëntatie en non-discriminatie.
De betalingswijze voor het gebruik van de lange afstand- en lokale telecommunicatie-diensten
via een 0801 en 0802 nummer door de eindgebruikers van een dienstaanbieder kan geschieden
via het ‘postpaid’ of ‘prepaid’ betalingssysteem.
De voorschriften en bepalingen in de lange afstand concessies die betrekking hebben
op dienstaanbieders zijn ook van toepassing voor toegang tot lange afstand telefoondienst
door middel van het gebruik van 0801 nummers. De vergoeding die een concessiehouder
lange afstand telecommunicatie-infrastructuur voor toegang door middel van het gebruik
van 0801 nummers verschuldigd is aan een concessiehouder lokale- of mobiele telecommunicatie-infrastructuur
is betreffende de installatie gelijk aan de hoogte van de kosten verbonden aan het
leveren van de gevraagde voorziening en is voor het ophaaltarief per minuut gelijk
aan het vastgestelde interconnectietarief.
De dienstaanbieders zijn gerechtigd de hun toegewezen 0801 nummer(s) te behouden wanneer
zij hun dienstverlening onderbrengen bij een andere lange afstand concessiehouder.
De lange afstand concessiehouder draagt zorg dat het aangevraagde 0801 nummer in de
centrales van de lokale en mobiele concessiehouders wordt geactiveerd.
De 0800-nummers en abonneenummers die thans in gebruik zijn genomen door concessiehouders
of dienstaanbieders voor het aanbieden van lange afstand diensten worden binnen zes
weken na vaststelling van het nummerplan omgezet in een 0801- nummer. De Minister
kan in bijzondere gevallen afwijken van de vastgestelde termijnen.
Gebruik van 090X-nummerserie:
De Minister verleent op aanvraag een nummer uit de 090X nummerserie voor de Nederlandse
Antillen. Het door de Minister aan een concessiehouder of dienstaanbieder verleend
nummer is een uniek nummer. De nummerhouder dient commerciële afspraken te maken met
lokale- en mobiele concessiehouders teneinde toegang te kunnen krijgen tot de contractanten
van de lokale- of mobiele concessiehouder. Afhankelijk van de toepassing kan een dienstaanbieder
een lokale- of mobiele concessiehouder verzoeken een speciale telecommunicatie koppeling
aan te leggen om een ‘voice response’ apparaat op de telecommunicatie-infrastructuur
te kunnen aansluiten,
Standaardvoorwaarden:
De telecommunicatie-infrastructuur waarop een contractant is aangesloten dient de
navolgende faciliteiten te verschaffen om misbruik, ongeoorloofd gebruik en toegang
van minderjarigen tot de betaal informatiediensten te voorkomen.
-
– Selectief blokkeren met een geheime code:
een contractant kan de toegang tot de 090X nummerserie selectief (de)blokkeren. De
verantwoordelijkheid voor het gebruik van de PIN code berust bij de contractant;
-
– Mededeling van het geldende tarief:
de betaal informatiediensten dienen zodanig te worden geïmplementeerd dat het tarief
van de dienst aan het begin van het gesprek bekend wordt gemaakt en dat een contractant
of eindgebruiker de keus heeft het gesprek te beëindigen voordat de betaal informatie
tariefsessie begint. In zo een geval worden alleen de basis gesprekskosten van de
concessiehouder doorbelast;
-
– Rekening specificatie:
een ‘postpaid’ contractant moet de keuze hebben een dienstaanbieder of concessiehouder
te verzoeken een overzicht of een gedetailleerde specificatie van gesprekken naar
betaal informatiedienst nummers maandelijks te leveren. De kosten verbonden aan het
uitdraaien van een gespecificeerde nota komen voor rekening van de contractant.
De betrokken dienstaanbieders en concessiehouders dienen maatregelen te treffen ter
voorkoming van fraude met betaal informatiediensten.
Gedragscode:
Concessiehouders en contractant van een concessiehouder (in dit geval betreft het
een instantie die diensten verleend aan het publiek via 090X-nummers) stellen een
gedragscode op waarin regels worden vastgesteld met betrekking tot het gebruik van
gratis toegangsnummers – en betaal informatiediensten voor volwassenen. In de gedragscode
zullen onder andere regels worden vastgesteld omtrent: levering en blokkering van
diensten, identificatie van de oorsprong, een algemeen inschrijfformulier. De gedragscode
is van toepassing op alle concessiehouders en dienstaanbieders. De gedragscode wordt
ter kennisneming aangeboden aan de Minister.
Incasso:
Dienstaanbieders en concessiehouders moeten een schriftelijke overeenkomst aangaan
met betrekking tot de facturering, incasso en betaling.
2.5. tariefrichtlijn 080x en 090x nummers:
Ingevolge artikel 7, tweede lid, onder d, Ltv worden in de concessies voorwaarden
gesteld met betrekking tot tarieven. In de concessies bestemd voor lokale-, mobiele-
en lange afstand telecommunicatie-infrastructuur is de voorwaarde opgenomen dat de
Minister bevoegd is om een tariefrichtlijn vast te stellen op grond waarvan een concessiehouder
tariefswijzigingen tot stand kan doen komen. Voorafgaande toestemming van de Minister voor de invoering van een tariefswijziging
is een vereiste. Op basis van de concessievoorwaarden is een tariefrichtlijn geformuleerd,
die een concessiehouder dient te hanteren voor het gebruik van de 0801 nummers en
de 0802 nummers door een dienstaanbieder respectievelijk voor het aanbieden van lange
afstand telefonie en lokale telefoniediensten.
Voor het gebruik van gratis toegangsnummers en informatiedienstnummers door een contractant
is eveneens een tariefrichtlijn van toepassing.
Bij de uitvoering van de tariefrichtlijnen zal een concessiehouder bij het aangaan
van een overeenkomst met een dienstaanbieder of een contractant van informatiediensten
zijn aanbod moeten baseren op het principe van non-discriminatie en een gescheiden
boekhouding.
2.5.1. Tariefrichtlijn voor het gebruik van 0801 en 0802 nummers door dienstaanbieders:
Voor het gebruik van een 0801 nummer betreft de tariefregulering het ophaaltarief
dat een lokale of een mobiele concessiehouder een afnemer in rekening brengt. Dit
tarief is gelijk aan het ophaaltarief dat deze concessiehouder voor carrier preselect
en carrier select verkeer in rekening brengt aan een concessiehouder lange afstand
telefonie.
Voor levering aan een externe dienstaanbieder van 0801 nummers geldt de voorwaarde
van non-discriminatie, dat wil zeggen de lange afstand concessiehouder mag niet discrimineren
tussen zijn eigen dienstenaanbieder en de externe dienstenaanbieder.
Voor wat betreft het gebruik van een 0802 gratis toegangsnummer brengt de concessiehouder
die deze lokale telecommunicatie-infrastructuur exploiteert een dienstaanbieder van
een 0802 gratis toegangsnummer een tarief in rekening dat de som is van het ophaal-
en aflevertarief. Dit geldt zowel voor verkeer dat op een lokaal net blijft als voor
het verkeer dat naar een ander lokaal net gaat. Indien het eindgebruikertarief van
de eigen dienstaanbieder van een netwerkaanbieder minus de retailmarge lager is dan
de som van het ophaal- en aflevertarief dan wordt dit gehanteerd. De retailmarge heeft
betrekking op marketing, sales en billing. De retailmarge is gesteld op 20% van het
eindgebruikertarief. De marge is gebaseerd op benchmarking. Indien de aanbieder kan
aantonen via een gedetailleerde kostenberekening dat zijn marge een andere waarde
heeft dan 20%, dan wordt deze gehanteerd.
2.5.2. Tariefrichtlijn voor het gebruik van gratis- en betaal informatiedienst nummers
door een contractant van een concessiehouder:
Het tarief dat een concessiehouder een contractant die informatiediensten ( bijvoorbeeld
bankinstelling) aanbiedt is afhankelijk van de oorsprong van het gesprek (aansluiting
op de mobiele- of lokale telecommunicatie-infrastructuur). De basis kosten die een
concessiehouder maximaal in rekening brengt aan een contractant zijn gebaseerd op
het eindgebruikertarief verhoogd met een toeslag. De toeslag is gebaseerd op de onderliggende
kosten. Als tijdelijke maatregel is de hoogte van de toeslag bepaald op 10%. Hiervan
kan worden afgeweken indien de concessiehouder onderbouwd kan aantonen dat de onderliggende
kosten binnen zijn bedrijf hoger of lager liggen. Een concessiehouder kan in afwijking
op het laatste een contractant die een informatiedienst levert een korting op het
door de Minister goedgekeurde tarief aanbieden afhankelijk van het volume van het
minutenverkeer dat door een contractant wordt afgenomen. Vooraf- gaande toestemming
van de Minister is vereist.
2.6. Vergoedingen voor het gebruik en reserveren van nummers
Concessiehouders en dienstaanbieders kunnen reeds nu nummers reserveren en in gebruik
nemen. Onder de vigeur van de Ltv is het thans niet mogelijk om een vergoeding te
verbinden aan het toekennen en reserveren van nummers.
Bij de inwerkingtreding van de ontwerp-landsverordening telecommunicatie zal de nummerhouder
wel een vergoeding in rekening worden gebracht voor het gebruik en de reservering
van nummers.
In de onderstaande tabel zijn indicatieve tarieven opgenomen voor het gebruik en de
reservering van nummers.
Categorie
|
Vergoeding voor Registratie
|
Jaarlijkse Vergoeding
|
Carrier Select 01AX (direct gebruik)
|
Nafl. 2.000
|
Nafl. 2.000
|
Carrier Select 01AX (reservering)
|
Nafl. 2.000
|
Nafl. 1.000 (1 jaar)
|
Carrier Select 01BXX (direct gebruik)
|
Nafl. 2.000
|
Nafl. 1.000
|
Carrier Select 01BXX (reservering)
|
Nafl. 2.000
|
Nafl. 500 (1 jaar)
|
080X/090X kort nummer (direct gebruik)
|
Nafl. 250
|
Nafl. 500
|
080X/090X kort nummer (reservering 6 maanden)
|
Nafl. 250
|
Nafl. 250 (6 maanden)
|
080X/090X lang nummer (direct gebruik)
|
Nafl. 250
|
Nafl. 300
|
080X/090X lang nummer (reservering 6 maanden)
|
Nafl. 250
|
Nafl. 75 (6 maanden)
|
abonnee nummer (direct gebruik)
|
Nafl. 0.10
|
Nafl. 0.10
|
abonnee nummer (reservering)
|
Nafl. 0.10
|
Nafl. 0.05
|
VAS (off shore) 599-6xx xxxx per nummer
|
Nafl. 1
|
Nafl. 1
|
Alarmnummers 91x
|
Geen
|
Geen
|
Commerciële /Publiekediensten 92xx, 93xx per nummer
|
Nafl. 250
|
Nafl. 500
|
Mobiele diensten 99xx, per nummer
|
Nafl. 250
|
Nafl. 500
|
Hoofdstuk 3. tabellen behorende bij het nummerplan
De volgende tabellen geven het Nummerplan weer.
Tabel 1: Uitbellen
X=0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
|
UITBELLEN
|
Beschikbaar voor toekenning of reservering
|
Opmerkingen
|
Bestemming van de nummers
|
Lengte van de nummers
|
00
|
|
Internationale Toegangscode
|
2
|
01AX en 01BXX
|
|
Carrier Select Code
|
4,5
|
02
|
Beschikbaar doch nog niet toegekend
|
|
|
03XX-XXXX
|
|
St. Eustatius Intereilandelijk
|
8
|
04XX-XXXX
|
|
Saba Intereilandelijk
|
8
|
05XX-XXXX
|
|
St. Maarten Intereilandelijk
|
8
|
06
|
Beschikbaar doch nog niet toegekend
|
|
|
07XX-XXXX
|
|
Bonaire Intereilandelijk
|
8
|
080X
|
Zie Tabel 7
|
Gratis toegangsnummers
|
8,11
|
081..089
|
Gereserveerd doch nog niet toegekend
|
|
|
090X
|
Zie Tabel 8
|
Betaal Inf ormatiediensten
|
8,11
|
091..092
|
Vrij, niet beschikbaar voor Curacao
|
|
|
093XX-XXXX
|
|
Curacao Intereilandelijk
|
9
|
094XX-XXXX
|
|
Curacao Intereilandelijk
|
9
|
095XX-XXXX
|
|
Curacao Intereilandelijk
|
9
|
096XX-XXXX
|
|
Curacao Intereilandelijk
|
9
|
097XX-XXXX
|
|
Curacao Intereilandelijk
|
9
|
098XX-XXXX
|
|
Curacao Intereilandelijk
|
9
|
099
|
Niet beschikbaar, exclusief voor
mobiele diensten
|
|
|
|
|
|
|
1XX-XXXX(X)
|
1XX; buiten bedrijf stellen en daarna hergebruiken voor nieuw e diensten
|
Niet geograf ische diensten
|
7 of 8
|
2XX-XXXX(X)
|
Beschikbaar
|
Nieuw e niet geograf ische diensten
|
7 of 8
|
3XX-XXXX
|
|
Geograf ische diensten – Curaçao/St. Eustatius
|
7
|
4XX-XXXX
|
|
Geograf ische diensten – Curaçao/Saba
|
7
|
5XX-XXXX
|
|
Geograf ische diensten – Curaçao/St. Maarten
|
7
|
6XX-XXXX
|
|
Geograf ische diensten – Curaçao
|
7
|
7XX-XXXX
|
|
Geograf ische diensten – Curaçao/Bonaire
|
7
|
8XX-XXXX
|
|
Geograf ische diensten – Curaçao
|
7
|
90
|
Beschikbaar doch nog niet toegekend
|
|
|
91X
|
|
Alarmnummers
|
3
|
92XX
|
|
Commerciele/publieke diensten
|
4
|
93XX
|
|
Commerciele/publieke diensten
|
4
|
94..98
|
Beschikbaar doch nog niet toegekend
|
|
|
99
|
|
Mobiele diensten
|
4
|
Tabel 2: Inbellen
X=0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
|
INBELLEN – Ontvangen cijfers na landencode 599
|
Beschikbaar voor toekenning of reservering
|
Opmerkingen
|
Bestemming van de nummers
|
Lengte van de nummers
|
0
|
Niet beschikbaar
|
|
|
1
|
Beschikbaar
|
Niet geografische diensten nadat 1xx
(uitbellen) buiten bedrijf is gesteld
|
7 of 8
|
2
|
Beschikbaar
|
Niet geografische diensten
|
7 of 8
|
3XX-XXXX
|
|
St. Eustatius
|
7
|
4XX-XXXX
|
|
Saba
|
7
|
5XX-XXXX
|
|
St. Maarten
|
7
|
6XX-XXXX
|
Toegevoegde Waarde Diensten voor lokale
bedrijven die 'speciale of f -shore diensten' leveren
|
Speciale Diensten
|
7
|
7XX-XXXX
|
|
Bonaire
|
7
|
8
|
Beschikbaar
|
|
7, 10
|
90
|
Beschikbaar doch nog niet toegekend
|
|
|
91
|
Vrij, niet beschikbaar voor Curacao
|
|
|
92
|
Vrij, niet beschikbaar voor Curacao
|
|
|
93XX-XXXX
|
|
Curaçao
|
8
|
94XX-XXXX
|
|
Curaçao
|
8
|
95XX-XXXX
|
|
Curaçao
|
8
|
96XX-XXXX
|
|
Curaçao
|
8
|
97XX-XXXX
|
|
Curaçao
|
8
|
98XX-XXXX
|
|
Curaçao
|
8
|
99xx
|
Mobiele netwerkdiensten
|
Roaming
|
4
|
Tabel 3: Kiesrecepten
OVERZICHT KIESRECEPTEN
|
X=0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
N=3,4,5,6,7,8
|
|
|
|
BESTEMMING
|
LOKAAL UITBELLEN
|
INTEREILANDELIJK UITBELLEN
|
INTERNATIONAAL INBELLEN
|
Curaçao
|
NXX-XXXX
|
09-NXX-XXXX
|
599-9-NXX-XXXX
|
Bonaire
|
7XX-XXXX
|
0-7XX-XXXX
|
599-7XX-XXXX
|
St. Maarten
|
5XX-XXXX
|
0-5XX-XXXX
|
599-5XX-XXXX
|
Saba
|
4XX-XXXX
|
0-4XX-XXXX
|
599-4XX-XXXX
|
St. Eustatius
|
3XX-XXXX
|
0-3XX-XXXX
|
599-3XX-XXXX
|
Alarmnummers
|
91X
|
|
|
Commerciele/publieke nummers
|
92XX
|
|
|
Commerciele/publieke nummers
|
93XX
|
|
|
Mobiele netw erkdiensten
|
99XX
|
|
|
Y=0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
|
|
|
|
X=0,1,2,6,9
|
|
|
|
N=2,3,4,5,6,7,8,9
|
|
|
|
Gratis Nummers en toegangsnummers
|
080X-0YYY
|
|
|
Gratis Nummers en toegangsnummers
|
080X-1YYY
|
|
|
Gratis Nummers en toegangsnummers
|
080X-NYY-YYYY
|
|
|
Y=0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
|
|
|
|
X=0,6,9
|
|
|
|
N=2,3,4,5,6,7,8,10
|
|
|
|
Betaalde Informatiediensten Nummers
|
090X-0YYY
|
|
|
Betaalde Informatiediensten Nummers
|
090X-1YYY
|
|
|
Tabel 4: Uitbellen met Carrier Select code
UITBELLEN MET CARRIER SELECT CODE
|
X=0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
A=0,1,2,3,6,9
B=8
|
|
|
CARRIER SELECT
|
INTEREILANDELIJK UITBELLEN
|
INTERNATIONAAL UITBELLEN
|
Carrier Pre-select
|
0 + (9) + abonneenummer
|
00 + landcode + abonneenummer
|
4 cijfer Pre-select Override
|
01AX +0+ (9) + abonneenummer
|
01AX + 00 + landcode + abonneenummer
|
4 cijfer Carrier Select
|
01AX +0+ (9) + abonneenummer
|
01AX + 00 + landcode + abonneenummer
|
5 cijfer Platformdiensten
|
01BXX
|
Tabel 5: Geharmoniseerde Alarmnummers
OVERZICHT GEHARMONISEERDE ALARMNUMMERS
|
NUMMER
|
TOEGEWEZEN AAN
|
910
|
Ziekenhuis
|
911
|
Politie / Brandweer com binatie
|
912
|
Ambulance
|
913
|
Kustwacht
|
914
|
Beschikbaar
|
915
|
Beschikbaar
|
916
|
Beschikbaar
|
917
|
Bijstand politie/veiligheid
|
918
|
Beschikbaar
|
919
|
Brandweer
|
Tabel 6: Overzicht Diensten
OVERZICHT DIENSTEN
|
DIENSTEN
|
NUMMERS
|
PSTN/ISDN lokale telefoondienst
|
Geografische nummers
|
Internet
|
Geografische nummers
|
Paging/Trunking
|
Geografische nummers
|
PSTN mobiele telefoondienst
|
Geografische nummers
|
PSTN toegang tot lange afstand telefoondienst
|
01AX en 01BXX nummers
|
PSTN toegang tot lange afstand telefoondienst
|
0801 nummers
|
PSTN toegang tot de lokale telefoondienst
|
0802 nummers
|
Gratis Informatiediensten
|
0800, 0806 en 0809 nummers
|
Betaalde Informatiediensten
|
0900, 0906 en 0909 nummers
|
Virtual Private Network (VPN)
|
Nog te bepalen
|
Electronic Message
|
Nog te bepalen
|
Universal Personal Communication
|
Nog te bepalen
|
Voice over IP
|
Geografische nummers
|
Tabel 7: Overzicht Nummerreeksen voor Gratis Informatiediensten en toegangsnummers
NUMMERREEKSEN GRATIS INFORM ATIEDIENSTEN EN TOEGANGSNUM M ERS
|
DIENSTEN
|
NUMMERREEKS
|
OPMERKINGEN
|
0800
|
0800-0YYY
|
Beschikbaar
|
Gratis toegangsnummers voor commerciële informatiediensten
|
0800-1YYY
0800-NYY-YYYY
|
Beschikbaar
Beschikbaar
|
0801
|
0801-0YYY
|
Beschikbaar
|
Gratis toegangsnummers tot lange afstand telefoniediensten
|
0801-1YYY
0801-NYY-YYYY
|
Beschikbaar
Beschikbaar m.u.v. Curacao
|
0802
|
0802-0YYY
|
Beschikbaar
|
Gratis toegangsnummers tot lokale telefoniediensten
|
0802-1YYY
0802-NYY-YYYY
|
Beschikbaar
Beschikbaar m.u.v. Curacao
|
0803
|
|
Beschikbaar
|
0804
|
|
Beschikbaar
|
0805
|
|
Beschikbaar
|
0806
|
0806-0YYY
|
Beschikbaar
|
Gratis toegangsnummers voor erotische informatiediensten
|
0806-1YYY
0806-NYY-YYYY
|
Beschikbaar
Beschikbaar
|
0807
|
|
Beschikbaar
|
0808
|
|
Beschikbaar
|
0809
|
0809-0YYY
|
Beschikbaar
|
Gratis toegangsnummers voor niet erotische amusement
|
0809-1YYY
0809-NYY-YYYY
|
Beschikbaar
Beschikbaar
|
* N = 2,3,4,5,6,7,8,9 Y = 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
Tabel 8: Overzicht Nummerreeksen Betaal Informatiediensten
OVERZICHT BETAAL INFORMATIEDIENSTEN NUMMERREEKSEN
|
DIENSTEN
|
NUMMERREEKS
|
OPMERKINGEN
|
0900
|
0900-0YYY
|
Beschikbaar
|
Betaal toegangsnummers voor commerciële inf ormatiediensten
|
0900-1YYY
0900-NYY-YYYY
|
Beschikbaar
Beschikbaar
|
0901
|
|
Beschikbaar
|
0902
|
|
Beschikbaar
|
0903
|
|
Beschikbaar
|
0904
|
|
Beschikbaar
|
0905
|
|
Beschikbaar
|
0906
|
0906-0YYY
|
Beschikbaar
|
Betaal toegangsnummers voor erotische informatiediensten
|
0906-1YYY
|
Beschikbaar
|
0906-NYY-YYYY
|
Beschikbaar
|
0907
|
|
Beschikbaar
|
0908
|
|
Beschikbaar
|
0909
|
0909-0YYY
|
Beschikbaar
|
Betaal toegangsnummers voor niet erotische amusement
|
0909-1YYY
0909-NYY-YYYY
|
Beschikbaar
Beschikbaar
|
* N = 2,3,4,5,6,7,8,9 Y = 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
Hoofdstuk 4. Nummers voor netwerkgebruik
4.1. Inleiding
Naast de abonneenummers, toegangsnummers en nummers voor informatiediensten die kunnen
worden gebruikt zijn er nummers die uitsluitend bestemd zijn voor concessie-houders.
Deze nummers zijn bestemd voor netwerkgebruik en hebben tot doel om een optimaal functioneren
van het netwerk te garanderen, de toegepaste technologieën te onderscheiden van andere
en het netwerkwerk nationaal of internationaal herkenbaar te maken. In lijn met de
aanbevelingen vanonder andere de ITU-T is dit hoofdstuk gewijd aan de nummers voor
netwerkgebruik.
4.2. IMSI-nummers
Mobiele toestellen en mobiele eindgebruikers van een mobiele telecommunicatie-infrastructuur
worden geïdentificeerd via zogenaamde identiteitsnummers ten behoeve van internationale
mobiliteit (IMSI-nummers) van maximaal 15 cijfers. Een wereldwijd uniek IMSI-nummer
maakt het mogelijk dat mobiele toestellen en eindgebruikers als bezoekers herkend
kunnen worden wanneer zij zich buiten het dekkingsgebied van hun thuislocatie begeven.
Het IMSI-nummer is niet zichtbaar voor de eindgebruiker maar is gekoppeld aan het
toestel of – bij GSM-netwerken – aan de Subscriber Identification Module (SIM)kaart.
Structuur en gebruik van IMSI-nummers wordt beschreven in aanbeveling E.212 van de
ITU. Een IMSI-nummer is door de ITU gestructureerd in een mobiele landencode (MCC),
een mobiele netwerkcode (MNC) en een randapparaatnummer of abonneenummer (MSIN) voor
identificatie van respectievelijk een apparaat dan wel een abonnee. De combinatie
van MCC en MNC maakt het onderscheid mogelijk tussen meerdere mobiele openbare telecommunicatienetwerken
die in een land actief zijn.
Opbouw van de nummers
Een IMSI-nummer bestaat uit ten hoogste 15 cijfers uit het decimale stelsel waarvan
de eerste drie cijfers een mobiele landencode aangeven, de volgende twee of drie cijfers
een mobiele netwerkcode en de resterende cijfers een randapparaatnummer of een abonnee-nummer
voor de identificatie van respectievelijk een apparaat dan wel een abonnee. De mobiele
landencode die door de ITU aan de Nederlandse Antillen is toegekend is het nummer
362. Vooralsnog worden in de Nederlandse Antillen MNC’s van twee cijfers uitgegeven.
Besloten is niet meer dan één combinatie van mobiele landen code (MCC) en mobiele
netwerkcode (MNC), te verstrekken per netwerk.
In bijlage 2 is de IMSI-nummeropbouw geschetst. Bijlage 3 bevat een overzicht van de MNC’s.
4.3. IMSI-nummers geïntegreerde netwerken
Ingevolge artikel 6, derde lid, van het Landsbesluit opgedragen telecommunicatiediensten
(P.B. 1995, no. 220) wordt onder lange afstand telefoondienst niet verstaan het verkeer
tussen mobiele eindgebruikers van een geïntegreerd net dat meerdere eilandgebieden
omvat. Met andere woorden meerdere concessiehouders met een mobiele telecommunicatie-infrastructuur
in de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen kunnen tezamen een geïntegreerd net
exploiteren zonder tussenkomst van de aanbieder van een lange afstand telecommunicatie-infrastructuur.
Het algemeen uitgangspunt is dat alle mobiele concessiehouders een MNC toegewezen
krijgen maar bij het exploiteren van een geïntegreerd net na voorafgaande goedkeuring
van de directeur Bureau Telecommunicatie en Post één MNC door alle concessiehouders
aangesloten in het geïntegreerd net kan worden gebruikt. In een geïntegreerd netwerk
maakt iedere concessiehouder gebruik van de toegewezen MSIN.
4.4. Base Station Identity Code
Base Station Identity Code (BSIC) is een 6 bit ‘colour code’ die wordt gebruikt in
de Global System for Mobile Communications (GSM) technologie om specifieke basisstations
te identificeren. BSIC bestaat uit:
-
1. Basestation Color Code (BCC) (3 bits). Deze code wordt gebruikt door een mobiel station
(MS) om onderscheid te maken tussen de cellen die gebruik maken van dezelfde frequenties.
De BCC maakt de ontvangst van meerdere controle kanalen zgn. Broadcast Control Channel
(BCCH) mogelijk. De planning en toewijzing van de BCC wordt bepaald door de concessiehouder;
-
2. Network Color Code (NCC) (3 bits). Deze code wordt gebruikt om onderscheid te maken
tussen de concessiehouders met een mobiele telecommunicatie-infrastructuur die gebruik
maken van dezelfde frequenties. De NCC maakt het mogelijk dat eindgebruikers met een
mobiel toestel storingsvrij kunnen telefoneren in een gebied waar twee landen grenzen
en in elk gebied een concessiehouder mobiele telecommunicatiediensten aanbiedt met
gebruikmaking van dezelfde frequenties. De NCC wordt door de Minister toegewezen en
international afgestemd met het aangrenzende buurland.
4.5. UMTS netwerk nummers
UMTS de derde generatie mobiele telecommunicatienetwerk maakt gebruik van de IMSI-nummers
en BSIC zoals beschreven in de paragrafen 4.2 en 4.4 van het onderhavige nummerplan.
In vergelijking met de GSM technologie verschilt het CDMA karakter van het UMTS netwerk
waardoor in grensstreken het gebruik van CDMA scrambling codes internationaal gecoördineerd
moet worden. Voor een optimaal functioneren van een UMTS netwerk is het gebruik van
netwerk nummers een vereiste vooral in grensgebieden tussen meerdere landen waar UMTS
netwerken operationeel zijn. In de Nederlandse Antillen kan deze situatie zich voor
doen tussen Sint Maarten en Saint Martin. In verband hiermee is internationale coördinatie
een vereiste en zal de European Radio-communications Committee (ERC) aanbeveling 01-01
worden nagevolgd. In overleg met een buurland zal de Minister bepalen welke CDMA scrambling
codes toegewezen wordt aan de Nederlandse Antillen in de grensstreken. De UMTS Frequency
Division Duplex (FDD) of Time Division Duplexing (TDD) aanbieders kunnen vervolgens
in de grensstreek de CDMA scrambing code groepen van dat ‘grensland’ gebruiken.
De volgende tabellen beschrijven het gebruik van CDMA scrambling codes door grenslanden.
1. FDD:
Voor FDD bedrijf wordt in de technische specificatie 3GPP TS 25.213, §5.2.3, 64 ‘scrambling
code groepen’ gedefinieerd, genummerd 0 t/m 63.
2. TDD:
Voor TDD bedrijf wordt in de technische specificatie 3GPP TS 25.223, §7.3, 32 ‘scrambling
code groepen’ gedefinieerd, genummerd 0 t/m 31.
Criteria voor toewijzing landengroep voor codes:
4.6. TETRA netwerk nummers
TETRA is een afkorting die staat voor Terrestrial Trunked Radio. TETRA is een digitale
standaard voor radiocommunicatie die vooral gebruikt wordt door professionele gebruikers
zoals politie en veiligheidsdiensten, transportbedrijven, grote industriële complexen
of het leger. TETRA is een officiële standaard opgesteld door het Europese Telecommunicatie
en Standaardisatie Instituut (ETSI).
Alle eindgebruikers van een TETRA beschikken over een unieke Individual Tetra
Subscriber Identity (ITSI) met de volgende structuur:
Terrestrial trunk radio mobiele lande code (T)MCC
|
Terrestrial trunk radio mobiele netwerk code (T)MNC
|
Netwerk specifieke korte gebruikers identiteit SSI
|
10 bits
|
14 bits
|
24 bits
|
3 cijfers
|
max. 4 cijfers
|
8 cijfe rs
|
Nummeropbouw ITSI
Een ITSI-nummer bestaat uit ten hoogste 17 cijfers uit het decimale stelsel waarvan
de eerste drie of vier cijfers de MCC aangeven, de volgende vier of vijf cijfers de
MNC en de resterende zeven of acht cijfers het Short Subscriber Identity (SSI) nummer
voor de identificatie van respectievelijk een apparaat dan wel een abonnee. De mobiele
landencode die door de ITU aan de Nederlandse Antillen is toegekend is het nummer
362. De MNC identificeert het thuis TETRA netwerk van de TETRA randapparatuur. SSI
is een unieke identificatie van het TETRA station binnen het TETRA netwerk.
Besloten is niet meer dan één combinatie van mobiele landen code (MCC) en mobiele
netwerkcode (MNC), te verstrekken per netwerk.
4.7. Us amps standaarden
Het Noord Amerikaanse mobiele telefoonsysteem aangeduid als US AMPS standaarden is
gebaseerd op de mobiele technologieën zoals analoge (American Mobile Phone System)
AMPS, (Time Division Multiple Access) TDMA en (Code Division Multiple Access) CDMA.
De US AMPS standaarden gebruiken een System Identifier (SID) om een netwerk te identificeren.
Voor het gebruik van US AMPS standaarden zijn drie typen nummers van belang.
-
1. System Indentifier (SID);
-
2. International Roaming Mobile Identification Numbers (IRM): zolang het gebruik van
IMSI’s conform ITU E.212 niet volledig is doorgevoerd in de bestaande netwerken;
-
3. Destination Point Codes (DPC). De American National Standards Institute (ANSI) standaard
verschilt van de ITU standaard waardoor aparte DPC’s nodig zijn in een ANSI-41 gebaseerd
systeem.
Sid
Het internationale forum voor AMPS technologie standaard (IFAST) verzorgt de toewijzing
van de SID’s en publiceert de SID toewijzingsrichtlijnen en procedures. IFAST heeft
het overzicht van toegewezen SID's en is verantwoordelijkheid voor het oplossen van
conflicten. IFAST heeft de IRM Administrator aangewezen om de rol van SID Administrator
te vervullen.
Er zijn verschillende SID formaten en functies (zie toewijzingsrichtlijnen).
-
1. De SID is een 15 bit identificatie code (0-32767) uitgezonden door een basisstation
over een radioverbinding waardoor een mobiel systeem geïdentificeerd wordt volgens
een Telecommunications Industry Association (TIA) draadloze standaard (bijvoorbeeld
ANSI/EIA/TIA-553).
-
2. De SID is een 16 bit identificatie code dat gebruikt wordt binnen een draadloos netwerk
om draadloze systemen te identificeren. SID codes die niet passen in de 15 bit ruimte
(de codes 32768-65535) kunnen gebruikt worden voor verschillende doeleinden in het
netwerk zoals het identificeren van onderdelen van een draadloos netwerk ten behoeve
van administratieve functies.
-
3. Een Billing Identification (BID) is een SID code dat niet uitgezonden wordt door een
basisstation maar uitsluitend gebruikt wordt voor netwerk identificatie doeleinden.
Een BID kan een SID zijn van 15 of 16 bits. BID codes worden toegewezen door Cibernet
Corporation.
De grondslagen voor toewijzing van SID codes vastgesteld door IFAST.
-
1. Een reeks SID codes kan worden toegewezen aan de nationale toezichthouder. De toezichthouder
is belast met het uitgeven van SID codes aan telecommunicatiebedrijven.
-
2. Een reeks SID codes kan direct worden uitgegeven aan een concessiehouder die draadloze
dienstverlening over landsgrenzen heen (bijvoorbeeld aanbieders van satelliet telefonie)
aanbiedt onder voorwaarde dat de randapparatuur dat toegang krijgt tot het systeem
in staat is te werken volgens een standaard waarbij het gebruik van SID codes noodzakelijk
is.
-
3. Een reeks SID codes kan worden toegewezen aan Cibernet Corporation om gebruikt te
worden als BID codes als de beschikbare BID voorraad uitputting nadert. Alleen SID
codes waarvan het meest significante bit een ‘1’ is komen hiervoor in aanmerking (de
codes 32768-65535).
-
4. De SID administrateur heeft als taak:
-
a. SID codes toe te wijzen aan elke aanvrager die voldoet aan de criteria voor toewijzing
(hoofdstuk 5) op een redelijke, tijdige en objectieve wijze;
-
b. SID codes toe te wijzen op een ‘first come, first served’ basis uit de beschikbare
voorraad;
-
c. alle toewijzingen uitvoeren op grond van de procedures in de richtlijnen;
-
d. gevoelige informatie van aanvragers confidentieel te behandelen.
-
5. De van de aanvragers vereiste informatie ter onderbouwing van de aanvraag voor een
SID dient uniform te zijn en tot het noodzakelijke te worden beperkt.
-
6. SID toewijzingen die hebben plaatsgevonden vóór het goedkeuren van deze richtlijnen
blijven ongemoeid. Het gebruik van alle uitgegeven SID's dient plaats te vinden overeenkomstig
deze richtlijnen.
Voor de Nederlandse Antillen vervult de Minister de rol van nationale toezichthouder
verantwoordelijk voor SID uitgifte.
De volgende SID reeks is nu toegewezen aan de Nederlandse Antillen:
Land
|
Toegewezen
|
SID reeks
|
Nederlandse Antillen
|
16
|
31392 t/m 31407
|
IRM
De IRM’s zijn van belang om de internationale roaming binnen ANSI-41 netwerken te
realiseren zolang er nog geen (volledige) overgang naar IMSI’s, conform ITU E.212,
heeft plaatsgevonden. IRM’s kunnen beschouwd worden als bijzondere Mobile Identification
Numbers (MIN) die speciaal gebruikt worden voor roaming en niet voor US nationale
toepassingen. Er zijn slechts 3600 IRM Network Identifiers (40% is gebruikt in 2005):
Toewijzing van deze IRM’s wordt gedaan door IFAST en de IRM Administrator in het bijzonder
op basis van ‘IRM Assignement Guidelines and Procedures V5.1, March 2004’. Als de
IMSI oplossing geïmplementeerd is dan vervalt het gebruik van IRM’s. Op het moment
van samenstellen van het onderhavige nummerplan was het nog niet duidelijk of en zo
ja wanneer dit zal gebeuren.
ANSI DPC
Een ANSI DPC kan nodig voor internationale roaming. De uitgifte van ANSI DPC’s wordt
door de bevoegde autoriteiten in de Verenigde Staten gedaan.
4.8. signaleringspuntcodes
Signalling Point Code (SPC) is het identificatienummer van signaleringsknooppunten
zoals telefooncentrales en andere netwerkonderdelen van het openbare telefoonnetwerk,
ISDN en mobiele netwerken. Deze codes zijn nodig voor informatie-uitwisseling bij
de opbouw en onderhoud van een verbinding, het opvragen van locatiegegevens van een
mobiele abonnee.
Van de SPC’s zijn er twee verschillende versies:
-
1. International Signalling Point Codes (ISPC), ten behoeve van netwerkonderdelen die
een directe verbinding hebben met een buitenlands netwerkonderdeel;
-
2. National Signalling Point Code of Transfer Signalling Point Code (NSCP/TSCP), ten
behoeve van een directe verbinding tussen netwerkonderdelen binnen een land.
4.8.1. internationale signaleringspuntcodes
Door de liberalisering van de telecommunicatiemarkt zijn er meerdere concessiehouders
die behoefte hebben aan ISPC’s. Vanwege de verantwoordelijkheid voor het Nederlands
Antilliaanse telecommunicatiebeleid op grond van de Ltv heeft de Minister het beheer
van in de Nederlandse Antillen toe te kennen ISPC’s op zich genomen. Hiermee wordt
gegarandeerd dat de toekenning van ISPC’s op objectieve, transparante en niet-discriminerende
wijze plaatsvindt.
ISPC is het identificatienummer van internationale signaleringsknooppunten, zoals
telefooncentrales en andere netwerkonderdelen van het openbare telefoonnetwerk, ISDN
en mobiele netwerken zoals GSM die een directe verbinding hebben met een buitenlands
netwerkonderdeel. Een ISPC draagt zorg voor informatie-uitwisseling tussen telefooncentrales.
Dit onderdeel van het nummerplan is zoveel mogelijk in lijn met de ITU-T aanbevelingen
Q.708 Specifications of signalling system no. 7 numbering of international signalling
point codes en daarmee gerelateerde ITU-T Aanbevelingen Q. 701 tot en met 707.
Opbouw van nummers
In de ITU-T Aanbeveling Q.708 is de hiërarchische structuur vastgelegd van de internationale
signaleringspuntcodes. Het onderhavige nummerplan baseert zich op deze structuur van
de internationale signaleringspuntcodes. Het toegepaste coderingssysteem van de ITU-T
is gebaseerd op geografie. De wereld is ingedeeld in zes zones en binnen de zones
zijn codeblokken gereserveerd voor de verschillende landen. De Nederlandse Antillen
zijn ingedeeld in zone 3.
Aan de Nederlandse Antillen zijn de nummerblokken: 3-124-0/7, 3-125-0/7 en 3-126-0/7
toegekend, elk bestaande uit 8 codes. In totaal beschikt de Nederlandse Antillen over
24 nummers.
Een ISPC bestaat uit 14 cijferige binaire bitscode (3-8-3-bit-format), een unieke
identificatie van een netwerkpunt volgens het signaleringssysteem Signalling System
No. 7 (SS7).
Een ISPC wordt uitgedrukt als een decimaal getal waardoor het eenvoudiger te communiceren
is (bijvoorbeeld 3-124-0).
Een ISPC bestaat uit twee delen:
Zie onderstaande figuur.
SANC
|
|
SPID
|
Zone ID
|
Area/netwerk ID
|
0
|
1
|
0
|
0
|
0
|
0
|
1
|
1
|
0
|
0
|
1
|
0
|
1
|
1
|
Opbouw van een ISPC
De eerste decimaal betreft de zone informatie. Deze bestaat uit 3 bits en kan dan
ook de waarden 0-7 aannemen. De Nederlandse Antillen zit in zone 3. De tweede decimaal
betreft de netwerk identificatie. Hiervoor zijn 8 bits beschikbaar. De derde decimaal
heeft de identificatie van het netwerkonderdeel ( of eigenlijk in SS7 terminologie
het signaleringspunt).
Ieder land heeft van de ITU minimaal 1 Signalling Area/Network Code (SANC)
toegewezen gekregen.
In bijlage 4 staat het overzicht van de ISPC’s.
Criteria voor toewijzing ISPC:
1. concessiehouders belast met mobiele- of lange afstand telecommunicatie-infrastructuur
komen in aanmerking voor een ISPC;
2. een concessiehouder zal op zijn minst 1 signaleringsrelatie met een andere nationale
concessiehouder tot stand brengen binnen 6 maanden na toekenning van een ISPC.
4.8.2. Nationale signaleringspuntcodes
NSPC of ook wel TSPC is het identificatienummer van nationale signaleringsknoop- punten,
zoals telefooncentrales en andere netwerkonderdelen van het openbare telefoon-netwerk,
ISDN en mobiele netweken.
Een NSPC is op dezelfde wijze opgebouwd als een ISPC. Deze bestaat uit 14 bits. Meestal
wordt de code aan de hand van 3 decimalen gerepresenteerd, bijvoorbeeld 1-234-5. Een
NSPC is opgebouwd uit drie delen:
Zie onderstaande figuur.
Zone ID
|
Netwerk ID
|
Punt
|
0
|
1
|
0
|
0
|
0
|
0
|
1
|
1
|
0
|
0
|
1
|
0
|
1
|
1
|
Opbouw van een NSPC
De eerste decimaal betreft de zone informatie. Deze bestaat uit 3 bits en kan dan
ook de waarden 0-7 aannemen. De tweede decimaal betreft de netwerk identificatie.
Hiervoor zijn 8 bits beschikbaar. De derde decimaal heeft de identificatie van het
netwerkonderdeel ( of eigenlijk in SS7 terminologie het signaleringspunt).
Om een NSPC in het signaleringsverkeer van een ISPC te kunnen onderscheiden wordt
de NSPC voorafgegaan door een netwerkidenticator ‘11’ (binair; decimaal: 3)
Vanwege de verantwoordelijkheid voor het Nederlands Antilliaanse telecommunicatie-beleid
heeft de Minister het beheer van in de Nederlandse Antillen toe te kennen NSPC’s op
zich genomen.
Het onderhavige nummerplan is in lijn met de ITU-T aanbeveling Q.708 Specifications
of signalling system no. 7 (SS7) numbering of international signalling point codes
en daarmee gerelateerde ITU-T Aanbevelingen Q.701 tot en met Q.707.
Criteria voor toewijzing NSPC:
1. concessiehouders belast met lokale-, mobiele – of lange afstand telecommunicatie-
infrastructuur komen in aanmerking voor een NSPC;
2. een concessiehouder zal op zijn minst 1 signaleringsrelatie met een andere nationale
concessiehouder tot stand brengen binnen 6 maanden na toekenning van een NSPC.
In bijlage 5 staat het overzicht van de NSPS’s.