Regeling massale gegevensverstrekking uit de kadastrale registratie 1994

Geraadpleegd op 05-07-2024.
Geldend van 01-07-2024 t/m heden

Regeling massale gegevensverstrekking uit de kadastrale registratie 1994

Het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers,

Gelet op artikel 104, tweede lid, van de Kadasterwet en artikel 36 van het Kadasterbesluit;

Besluit

Artikel 1

De in artikel 104, tweede lid, van de Kadasterwet bedoelde grote hoeveelheden gegevens uit de kadastrale registratie worden desverlangd aan gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen verstrekt, voor zover het betreft:

  • a. alle in een provincie, gemeente, waterschap of andere publiekrechtelijk lichaam of kadastrale gemeente gelegen objecten (totaalstand);

  • b. de in een periode van minimaal een maand gemuteerde objecten in een gebied als bedoeld onder a, waarbij alle objectgegevens worden verstrekt (perceelkaart);

  • c. de in een periode van minimaal een maand opgetreden mutaties in een gebied als bedoeld onder a, waarbij uitsluitend de gewijzigde en de nieuwe gegevens worden verstrekt (was/wordt gegevens), dan wel

  • d. de naam/percelenlijst betreffende een gebied als bedoeld onder a.

Artikel 2

  • 1 De in artikel 1 bedoelde gegevens betreffen alle in de kadastrale registratie voorkomende actuele gegevens, onderscheidenlijk de in de desbetreffende periode gemuteerde gegevens, behoudens het bepaalde in het tweede lid.

  • 2 Op verzoek van betrokkene kunnen in overleg met de Dienst voor het kadaster en de openbare registers bepaalde soorten van gegevens dan wel bepaalde soorten van mutaties buiten beschouwing worden gelaten.

Artikel 3

  • 1 De in artikel 1, onder b en c, bedoelde mutaties kunnen betrekking hebben op een periode van:

    • a. een maand;

    • b. drie maanden;

    • c. zes maanden, dan wel

    • d. een jaar.

    zulks ter keuze van de betrokkene.

  • 2 De desbetreffende gegevens kunnen, ter keuze van betrokkene, worden verstrekt op tape, cartridge, diskette of papier.

Artikel 4

  • 1 De verstrekking van de in artikel 1 bedoelde gegevens geschiedt in het algemeen binnen de volgende termijnen:

    • a. indien het de toestand per 31 december betreft: vóór 1 maart van het daarop volgende jaar;

    • b. in alle overige gevallen, behoudens het bepaalde in het tweede lid: binnen een maand na de datum van de laatste toestand waarop de desbetreffende kadastrale gegevens betrekking hebben.

  • 2 De in het eerste lid genoemde termijnen zijn niet van toepassing in het geval dat betrokkene:

    • a. minder dan twee maanden vóór de gewenste datum van verstrekking een verzoek om verstrekking van de in artikel 1 bedoelde gegevens bij de Dienst voor het kadaster en de openbare registers heeft ingediend, dan wel een bestaand verzoek heeft gewijzigd;

    • b. een verzoek om verstrekking van de in artikel 1 bedoelde gegevens indient dat betrekking heeft op een toestandsdatum die reeds is verstreken of binnen twee maanden zal verstrijken.

  • 3 Indien zich één der gevallen als bedoeld in het tweede lid voordoet, wordt de termijn waarbinnen de verstrekking van de gegevens plaatsvindt bepaald in overleg tussen de betrokkene en de Dienst voor het kadaster en de openbare registers.

  • 4 Een verzoek tot verstrekking van de in artikel 1 bedoelde gegevens, alsmede de wijziging of intrekking van een zodanig verzoek, geschiedt schriftelijk aan het desbetreffende kantoor van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers door middel van een formulier dat door genoemde Dienst te dezer zake is beschikbaar gesteld.

  • 5 De Dienst voor het kadaster en de openbare registers verstrekt desgewenst aan betrokkenen een handleiding ter zake van de verstrekkingen van de in artikel 1 bedoelde gegevens.

Artikel 5

soorten van gegevens die beschikbaar kunnen worden gesteld door middel van een permanente aansluiting op de geautomatiseerde kadastrale registratie, als bedoeld in artikel 36, eerste lid, onder c, van het Kadasterbesluit zijn:

  • a. alle te raadplegen soorten van gegevens;

  • b. alle te raadplegen soorten van gegevens, met uitzondering van de gegevens omtrent hypotheken en beslagen;

  • c. alle te raadplegen soorten van gegevens omtrent hypotheken en beslagen.

Artikel 6

  • 1 De apparatuur waardoor een permanente aansluiting op de geautomatiseerde kadastrale registratie wordt tot stand gebracht, behoeft de goedkeuring van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers.

  • 2 Datacommunicatie- en netwerkkosten, alsmede de onderhoudskosten van de bij betrokkene aanwezige apparatuur, bedoeld in het eerste lid, zijn voor rekening van degene op wiens verzoek de permanente aansluiting is tot stand gebracht.

  • 3 De raadpleging kan op werkdagen ten minste geschieden van 8.00 tot 17.00 uur.

Artikel 7

  • 1 Een permanente aansluiting voor zakelijk gebruik op de geautomatiseerde kadastrale registratie wordt schriftelijk verzocht bij de Dienst overeenkomstig de door de Dienst bepaalde wijze. Bij de aanmelding wordt, naast naam-, contactgegevens en vestigingsadres, tevens het door de Kamer van Koophandel aan ondernemingen en rechtspersonen toegekende unieke nummer vermeld.

  • 2 Indien een onderneming of rechtspersoon als bedoeld in het eerste lid niet in Nederland is gevestigd of in Nederland is vertegenwoordigd door een gevolmachtigde handelsagent, verstrekt de onderneming of rechtspersoon de naam, het bezoekadres, en, in voorkomend geval, een uittreksel uit een register van een andere lidstaat van de Europese Unie, van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of van Zwitserland met daarin de gegevens waaronder de onderneming of rechtspersoon in het register is ingeschreven, de naam van dat register en de plaats en het land waar het register wordt gehouden.

  • 3 Om de permanente aansluiting te kunnen blijven gebruiken, informeert de betrokkene de Dienst onverwijld over een wijziging van de bij de aanmelding verstrekte gegevens, overeenkomstig de door de Dienst bepaalde wijze.

Artikel 7a

  • 1 De toegang tot de permanente aansluiting wordt verkregen door gebruik te maken van ten minste een bedrijfs- en organisatiemiddel dat ingevolge Verordening (EU) nr. 910/2014 bij de Europese Commissie is genotificeerd en voldoet aan het beveiligingsniveau ‘substantieel’.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op een onderneming of rechtspersoon die niet in Nederland is gevestigd of in Nederland is vertegenwoordigd door een gevolmachtigde handelsagent, zolang in het land van vestiging nog geen bedrijfs- en organisatiemiddel voorhanden is dat ingevolge Verordening (EU) nr. 910/2014 bij de Europese Commissie is genotificeerd en ten minste voldoet aan het beveiligingsniveau ‘substantieel’.

Artikel 7b

  • 1 In afwijking van artikel 7a, eerste lid, zullen op basis van een daartoe ingediend verzoek:

    • a. financiële ondernemingen als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht, voor zover zij als financiële dienstverlener een vergunning hebben bij De Nederlandsche Bank of van de Autoriteit Financiële Markten en toegang tot de permanente aansluiting nodig hebben ten behoeve van het verstrekken van hypotheken of geldleningen ten aanzien van registergoederen; en

    • b. organisaties die voor de uitvoering van hun wettelijke taak of in het belang van de rechtszekerheid ten aanzien van registergoederen toegang tot de permanente aansluiting nodig hebben en meer dan 150 actieve gebruikers hebben;

    op een nader te bepalen moment gebruik gaan maken van een bedrijfs- en organisatiemiddel als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, om toegang te krijgen tot de permanente aansluiting.

  • 2 Het verzoek dat de in het eerste lid, onderdeel a en b genoemde ondernemingen en organisaties kunnen indienen, bevat voldoende gemotiveerd de redenen voor het verzoek tot uitstel. De beslissing op een dergelijk verzoek wordt aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3 Het bestuur van de Dienst kan ten aanzien van een onderneming of organisatie artikel 7a voor bepaalde tijd buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat artikel 7a beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Het tweede lid is dan van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop de Organisatiewet Kadaster in werking treedt.

  • 2 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling massale gegevensverstrekking uit de kadastrale registratie 1994. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Apeldoorn, 14 april 1994.

Raad van Bestuur,

J.W.J. Besemer.

Naar boven