Bijlage I
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
Medische uitrusting (limitatieve lijst)
De betekenis van de kolommen
Kolom A: Is van toepassing op zeeschepen alsmede voor vissersvaartuigen waarvoor een
certificaat van deugdelijkheid is afgegeven voor een onbeperkt vaargebied.
Kolom A-Z: Is van toepassing op zeilschepen waarvoor een certificaat van deugdelijkheid
is afgegeven voor het onbeperkte vaargebied IV.
Kolom A-G: Is van toepassing op zeeschepen die gevaarlijke stoffen vervoeren en waarvoor
een certificaat van deugdelijkheid is afgegeven voor een onbeperkt vaargebied.
Kolom B: Is van toepassing op zeeschepen waarvoor een certificaat van deugdelijkheid
is afgegeven voor een vaargebied dat zich niet verder uitstrekt dan GMDSS zeegebied
A2 alsmede voor vissersvaartuigen met een vaargebied dat zich niet verder uitstrekt
dan vaargebied II.
Kolom B-Z: Is van toepassing op zeilschepen waarvoor een certificaat van deugdelijkheid
is afgegeven voor een vaargebied dat zich niet verder uitstrekt dan vaargebied III.
Kolom B-G: Is van toepassing op zeeschepen die gevaarlijke stoffen vervoeren en waarvoor
een certificaat van deugdelijkheid is afgegeven voor een vaargebied dat zich niet
verder uitstrekt dan vaargebied A2.
Kolom C: Is van toepassing op zeeschepen waarvoor een certificaat van deugdelijkheid
is afgegeven voor een vaargebied dat zich niet verder uitstrekt dan zeegebied 30,
indien de op het certificaat genoemde werkhaven zich bevindt in een Europees land
alsmede voor vissersvaartuigen met een vaargebied dat zich niet verder uitstrekt dan
vaargebied Ia en voor vissersvaartuigen met een vaargebied I binnen het GMDSS zeegebied
A1.
Kolom C-Z: Is van toepassing op zeilschepen waarvoor een certificaat van deugdelijkheid
is afgegeven voor een vaargebied dat zich niet verder uitstrekt dan vaargebied I,
II en IIIA.
Kolom D: Is van toepassing op passagiersschepen die reizen maken van een langere
duur dan 48 uur.
Kolom D-G: Is van toepassing op passagiersschepen die gevaarlijke stoffen vervoeren
en die reizen maken van een langere duur dan 48 uur.
Kolom E: Is van toepassing op passagiersschepen die reizen maken van een kortere
duur dan 48 uur.
Kolom E-G: Is van toepassing op passagiersschepen die gevaarlijke stoffen vervoeren
en die reizen maken van een kortere duur dan 48 uur.
Kolom R: Is van toepassing op reddingboten, reddingvlotten en hulpverleningsvaartuigen.
De hoeveelheden in de kolommen
De hoeveelheden in de kolommen zijn van toepassing op het aantal gemonsterde bemanningsleden
t/m 15 personen.
Bij een bemanningssterkte van 16 t/m 23 personen worden de hoeveelheden met 50% verhoogd,
met uitzondering van die artikelen waarvoor slechts 1 exemplaar is voorgeschreven.
Bij een bemanningssterkte van 24 t/m 30 personen worden de hoeveelheden verdubbeld.
Bij een bemanningssterkte van 31 t/m 45 personen worden de hoeveelheden verdrievoudigd.
Bij een bemanningssterkte van 46 t/m 60 personen worden de hoeveelheden verviervoudigd.
Enzovoorts.
De in de kolommen vermelde maximale hoeveelheden hoeven niet te worden overschreden.
Voor de kolommen A, A-Z, B, B-Z, C, C-Z en E geldt dat de maximale hoeveelheid in
kolom D in geen geval hoeft te worden overschreden.
Voor de kolommen A-G, B-G en E-G geldt dat de maximale hoeveelheid in kolom D-G in
geen geval hoeft te worden overschreden.
Indien bij bepaalde artikelen de hoeveelheden tussen () zijn vermeld, betreft het
artikelen die zijn aanbevolen, doch niet verplicht.
Aanvullende code
Indien het codenummer wordt aangevuld met een `H' betekent dit dat het artikel tevens
voorkomt op de internationale lijst van geneesmiddelen, vermeld in de Geneeskundige
Gids voor Eerste Hulp bij ongevallen met gevaarlijke stoffen (MFAG).
Afhankelijk van de aard van de te vervoeren gevaarlijke stoffen is een selectie van
de antidota met de codenummers 10.1.01 t/m 10.2.10 aan boord aanwezig. Indien de aard
van de te vervoeren gevaarlijke stoffen niet altijd tevoren bekend zal zijn, dienen
alle antidota aan boord aanwezig te zijn.
Indien het codenummer wordt aangevuld met een `t' betekent dit dat het artikel alleen
voorgeschreven is indien tropische wateren worden bevaren. Indien bij een geneesmiddel
de code `RMA' is vermeld, betekent dit dat het in principe uitsluitend mag worden
toegediend of toegepast op advies van een arts, in het algemeen van de Radio Medische
Dienst voor de scheepvaart.
Opslag
Indien staat vermeld dat een artikel dient te worden opgeslagen in een “kluis” betekent
dit dat het artikel valt onder de strengste bepalingen van de Opiumwet.
Indien staat aangegeven dat het artikel `koel' dient te worden bewaard betekent dit
dat het artikel in kwaliteit en werkzaamheid achteruitgaat als het niet in de koelkast
wordt bewaard.
Notitie [1]
7.4.03 Metronidazol supp of ovule 500 mg
De bereiding en aflevering van Metronidazol zetpillen kan op praktische bezwaren
stuiten.
Volgens informatie van de fabrikant is het mogelijk om vaginale ovules ook rectaal
te gebruiken. Ovules (Flagyl) zijn daarom een gelijkwaardig alternatief.
Notitie [2]
7.7.02 Proguanil tabl 100 mg
7.7.03 Chloroquinesulfaat tabl 100 mg
Te gebruiken voor de profylaxe van malaria.
Zie voor nadere informatie het Geneeskundig Handboek voor de Scheepvaart.
Daarnaast dient gezorgd te worden voor de meest actuele informatie over resistentie-gebieden.
Notitie [3]
8.1.02 NaCl 0,9% infuusvloeistof
Bij de behandeling van chemicaliën in het oog wordt geadviseerd te spoelen met NaCl
infuusvloeistof.
Zie Geneeskundige Gids voor Eerste Hulp bij ongevallen met gevaarlijke stoffen: tabel
7.
Notitie [4]
8.3.01 Polygeline (Haemacel) infuusvloeistof
II.5.03 Bloedtransfusiesysteem met filter
II.5.09 Citraat bevattende bloedafnamezakjes Onderdelen van de AIDS-preventie set.
Notitie [5]
II.1.02.a Draagbare zuurstofkoffer compleet
De draagbare zuurstofkoffer van een goedgekeurd type bestaat uit tenminste:
• 1 fles met een inhoud van tenminste 2 liter, gevuld met medicinale zuurstof onder
een druk van 200 bar, met een schroefdraadaansluiting G 5/8” (conform NEN 3268)
• 1 reduceerventiel met inhouds- en manometer
• 1 verdeelblok met externe zuurstof aansluiting
• 1 beademingsballon met demand-ventiel en beademingsmasker
• indien meerdere beademingsballonnen zijn voorgeschreven (II.1.01) moeten deze bij
de zuurstofkoffer worden opgeborgen
• 2 inhalatiemaskers met bijbehorende flexibele aansluitslangen
• 1 onafhankelijk van bovenstaande uitrusting werkend afzuigapparaat
• 1 algemene gebruiksaanwijzing in zowel de Nederlandse als de Engelse taal
• 1 gedetailleerde gebruiksaanwijzing van de beademingsballon en het afzuigapparaat
• 1 onderhoudsset
Notitie [6]
Zuurstofvoorziening aan boord van schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren
1. Aan boord van schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren wordt de medische uitrusting
aangevuld met de volgende hoeveelheid zuurstof:
a. 1 fles met een inhoud van tenminste 2 liter, gevuld met medicinale zuurstof onder
een druk van 200 bar als reserve voor de draagbare apparatuur.
b. 1 fles met een inhoud van tenminste 40 liter, gevuld met medicinale zuurstof onder
een druk van 200 bar, opgesteld nabij het hospitaal of verblijf waarin zich de ziekenkooi
bevindt, en zodanig aangesloten dat in het hospitaal (of in het bedoelde verblijf)
de beademingsapparatuur zuurstof uit de fles kan betrekken.
2. In verband met het brandgevaar dat zuurstof onder druk kan opleveren, geschiedt
de berging van de reservezuurstof op een wijze die passend is, bij voorkeur in de
buitenlucht of in een afgesloten ruimte.
3. De opstelling stemt zoveel mogelijk overeen met de richtlijnen in BadS 35/1965
(Acetyleen las- en snij-installaties).
4. De sleutel van de afsluiter van de 40 liter-fles is opgeborgen bij de fles, met
dien verstande dat deze sleutel tijdens het gebruik op de afsluiter is aangebracht.
5. Bij ingebruikstelling wordt ervoor gezorgd dat de leidingen volkomen schoon en
vetvrij zijn.
6. De fles en het leidingsysteem moeten worden aangebracht, getest en gecontroleerd
door een gekwalificeerd persoon. Een gekwalificeerd persoon is in dit geval iemand
die: - alle noodzakelijke kwaliteiten bezit voor het installeren van leidingen en
uitrusting aan boord van schepen; - speciale kennis heeft van de problemen en veiligheidsvoorschriften
van het installeren, controleren en gebruik van deze installaties; - de installatie
aanlegt volgens daarbij behorende beschrijvingen en tekeningen.
7. Degene die de installatie heeft aangelegd, geeft een verklaring af dat de installatie
zoveel mogelijk is aangelegd, getest en gecontroleerd volgens BadS 35/1965 of gelijkwaardige
voorschriften.
Notitie [7]
II.7.07 Brancard van een goedgekeurd type, zie Bijlage 2.
Notitie [8]
II.7.07 Brancard aan boord van zeilschepen met passagiers
Er dient een brancard aanwezig te zijn op schepen met een LUITWATERING van meer dan 24 meter.
Notitie [9]
II.7.07 Brancard aan boord van zeeschepen in vaargebied 30
Er dient een brancard aanwezig te zijn zodra de voorgeschreven bemanning uit meer
dan 3 personen bestaat.
Notitie [10]
II.9.13
Een waterdichte medicijnkist die na gebruik weer goed (en nog steeds waterdicht)
gesloten kan worden voor reddingvlotten, reddingboten en hulpverleningsvaartuigen,
bestemd voor alle artikelen uit de kolom `R'.
De medicijnkist dient voorzien te zijn van een inhoudsopgave en behandelingsvoorschrift
in de Nederlandse taal, gedrukt op waterbestendig materiaal.