Beleidsregel Scholenplanning voortgezet onderwijs 2007 en 2008

[Regeling vervallen per 01-08-2008.]
[Regeling treedt (deels) in werking per 09-11-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-08-2006.]
Geraadpleegd op 08-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-08-2006 en zichtdatum 05-07-2024.
Geldend van 01-08-2006 t/m 08-11-2006

Hoofdstuk I. Criteria regionale arrangementen schooljaren 2006–2007 en 2007–2008

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

[Treedt in werking op 09-11-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk II. Toetsingskader Plan van Scholen voor de periode 2008–2010 en 2009–2011

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

[Treedt in werking op 09-11-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk III. Criteria en procedures voor het verkrijgen van toestemming voor verplaatsing, omzetting, splitsing, nevenvestiging en het aanbieden van leerwegondersteunend onderwijs per 1 augustus 2007 en 1 augustus 2008

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

1. Algemene inleiding

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In het Algemeen Overleg in de Tweede Kamer op 25 mei 2005 is gesproken over de uitwerkingsnotitie ‘grotere planningsvrijheid voortgezet onderwijs’. Bij die gelegenheid heeft de Kamer ingestemd met de beleidsmatige hoofdlijnen van een wetswijziging op het gebied van de voorzieningenplanning vo. De nieuwe wetgeving zal naar verwachting in 2007 in het Staatsblad worden geplaatst. Gelet op dit perspectief ligt het in de rede om de huidige lagere regelgeving zoveel mogelijk ongewijzigd te laten. De organisaties voor bestuur en management hebben hiermee ingestemd. De nieuwe wetgeving zal naar verwachting voorzien in een overgangsperiode waarin waar nodig een beroep kan worden gedaan op de bepalingen in dit hoofdstuk.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

1.1. Mogelijkheden ex artikel 75 WVO

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De voorzieningenplanning van scholen naar soort van voortgezet onderwijs, mede gelet op het verlangde onderwijs is geregeld in de artikelen 64 tot en met 76 (Aanvang der bekostiging) en de artikelen 107 tot en met 112 (Beëindiging der bekostiging) van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO). Centrale doelstelling van de planning is hetgeen in artikel 65, eerste lid, van de WVO is uiteengezet: ‘te komen tot een evenwichtig geheel van onderwijsvoorzieningen naar soort van onderwijs, mede gelet op het verlangde onderwijs in het betrokken gebied’.

Deze beleidsregel bevat informatie over de beoordelingscriteria en procedures voor het verkrijgen van toestemming voor verplaatsing, omzetting, splitsing, nevenvestiging (voor scholengemeenschappen én categoriale scholen) en de licentie leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) per 1 augustus 2007 en 1 augustus 2008 voor scholen voor voortgezet onderwijs op grond van de artikelen 75 en 75c van de WVO.

In onderdeel 2 van dit hoofdstuk zijn de beoordelingscriteria opgenomen waaraan een verzoek voor verplaatsing (al dan niet als gevolg van samenvoeging), omzetting, splitsing, nevenvestiging voor scholengemeenschappen én categoriale scholen en de licentie leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) wordt getoetst. Het geheel van deze beoordelingscriteria wordt ook wel het toetsingskader ex artikel 75 WVO genoemd.

In onderdeel 3 van dit hoofdstuk is aangegeven wanneer en op welke wijze verzoeken voor verplaatsing, omzetting, splitsing, nevenvestiging en licentie leerwegondersteunend onderwijs moeten worden ingediend.

De indieningstermijn voor de verzoeken gericht op goedkeuring per 1 augustus 2007 is in verband met het late verschijnen van deze beleidsregel met een maand verlengd tot 1 december 2006. Een verzoek moet voor 1 november 2007 (gericht op goedkeuring per 1 augustus 2008) worden ingediend. Tevens wordt in dit hoofdstuk de procedure bij de behandeling van de verzoeken kort weergegeven.

Voor de adressen van de organisaties voor bestuur en management en de provincies verwijs ik u naar de bijlagen bij hoofdstuk II van deze beleidsregel.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

1.2. Andere opties voor verandering van het onderwijsaanbod voor scholen voor vmbo

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Naast de in onderdeel 2 van dit hoofdstuk vermelde mogelijkheden ex artikel 75 en 75c van de WVO zijn er voor scholen en scholengemeenschappen voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) ook andere opties voor verandering van het onderwijsaanbod. Zo is er de mogelijkheid van het aanbieden van intrasectorale programma’s (ISP’s) en het laten verzorgen van onderdelen van het onderwijsprogramma van het vbo door en onder de verantwoordelijkheid van een andere vbo-school (de zogenaamde Zwolse variant). Beide opties kunnen met inachtneming van de terzake geldende voorschriften in het Inrichtingsbesluit WVO sinds 1 augustus 2005 vrijelijk worden toegepast.

Aanpassing van het onderwijsaanbod van scholen voor voortgezet onderwijs kan ook plaatsvinden door opheffing en afbouw als bedoeld in de artikelen 107 tot en met 112 van de WVO.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

1.3. Regionale arrangementen in het vmbo

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In een regionaal arrangement werken scholen voor vbo, scholengemeenschappen met tenminste vbo dan wel AOC’s samen om het vmbo-aanbod beter af te stemmen op de vraag van leerlingen, ouders en andere belanghebbenden in de regio (mbo, bedrijfsleven). Hierbij kunnen de deelnemende scholen en instellingen, in afwijking van reguliere criteria, een grotere planningsvrijheid krijgen. De voorwaarden hiervoor zoals die worden beschreven in hoofdstuk I van deze beleidsregel zijn van overeenkomstige toepassing op verzoeken ex artikel 75 en 75c van de WVO.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2. Toetsingskader verplaatsing, omzetting, splitsing, nevenvestiging en het aanbieden van leerwegondersteunend onderwijs

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.1. Inleiding

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Voor verandering van het onderwijsaanbod van één of meer bestaande onderwijsvoorzieningen is de goedkeuring van de Minister nodig. In dit hoofdstuk zijn de beoordelingscriteria voor het verkrijgen van toestemming voor verplaatsing van het onderwijsaanbod (al dan niet als gevolg van samenvoeging), omzetting, splitsing, nevenvestiging en het aanbieden van leerwegondersteunend onderwijs vermeld.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.2. Algemene beoordelingscriteria

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Evenwichtig geheel van onderwijsvoorzieningen

Centrale doelstelling van de planning van onderwijsvoorzieningen is hetgeen in artikel 65, eerste lid, van de WVO is uiteengezet: ‘te komen tot een evenwichtig geheel van onderwijsvoorzieningen naar soort van onderwijs, mede gelet op het verlangde onderwijs in het betrokken gebied’. De verzoeken worden in dit kader beoordeeld. Hierbij speelt het effect op omliggende scholen een belangrijke rol.

Openbaar onderwijs

De provincie stelt vast of ‘voldoende zal zijn voorzien in de behoefte aan openbaar onderwijs in een genoegzaam aantal scholen’ (artikel 75, derde lid, van de WVO). De provincie toetst onder andere een verzoek tot omzetting of verplaatsing van een openbare school op dit onderdeel. De provincie heeft de mogelijkheid het schoolbestuur van een openbare school op te dragen het verzoek in te trekken. Schoolbesturen van openbare scholen die overwegen een verzoek voor omzetting of verplaatsing in te dienen, wordt geadviseerd hierover in een vroegtijdig stadium contact op te nemen met de provincie.

Substantieel leerlingenverlies

Een criterium voor het verkrijgen van toestemming voor verandering van het onderwijsaanbod door verplaatsing, omzetting, splitsing, nevenvestiging en dubbelaanbod (zie paragraaf 2.6.5.) is dat de aangevraagde verandering niet mag leiden tot substantieel leerlingenverlies op de omliggende scholen.

Substantieel leerlingenverlies betekent meer dan 10% verlies aan leerlingen voor dezelfde schoolsoort of afdeling. Wanneer het leerlingenverlies er toe zal leiden dat de school of scholengemeenschap waarvan de desbetreffende schoolsoort of afdeling deel uitmaakt onder de opheffingsnorm zal geraken, zal dit in het algemeen leiden tot het afwijzen van een verzoek.

Onder substantieel verlies wordt niet verstaan het mislopen van verwachte toekomstige leerlingengroei.

De verplichting van het aannemelijk maken van substantieel leerlingenverlies rust op de desbetreffende omliggende scholen.

Substantiële relatie

Er is sprake van substantiële relatie in wervingsgebieden als de overlap in de desbetreffende postcodegebieden minimaal 30% bedraagt. De overlap wordt berekend op basis van de leerlingenbestanden per (volledig) postcodegebied van de oude en de nieuwe plaatsnaam.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.3. Verplaatsing

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.3.1. Verplaatsing met meldingsplicht

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het staat het bevoegd gezag van een school of scholengemeenschap vrij de hoofd- en nevenvestiging te verplaatsen over een afstand van niet meer dan 3 kilometer (gemeten over de weg). Voorbeeld van zo’n verplaatsing is het betrekken van een ander schoolgebouw (bijvoorbeeld nieuwbouw). Een bovenbedoelde verplaatsing wordt geacht te zijn goedgekeurd als deze vóór 1 april 2007 (voor wat betreft een verplaatsing per 1 augustus 2007) en vóór 1 april 2008 (voor wat betreft een verplaatsing per 1 augustus 2008) schriftelijk is gemeld aan de CFI, BVO, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer.

De bovenomschreven vrijwillige verplaatsing van een nevenvestiging kan niet leiden tot extra bekostiging in verband met spreidingsnoodzaak.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.3.2. Verplaatsing waarvoor goedkeuring van de Minister nodig is

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1. Voor het verplaatsen van een school is goedkeuring van de Minister nodig als het gaat om:

    • a. verplaatsing over een afstand van meer dan 3 kilometer (gemeten over de weg) van de hoofd- of nevenvestiging; dan wel

    • b. samenvoeging van scholen.

  • 2. De beoordelingscriteria voor de desbetreffende verplaatsingen zijn:

    • a. Bij het verplaatsen van een school moet er een substantiële relatie bestaan tussen de wervingsgebieden van de oude en nieuwe plaats van vestiging.

    • b. Bij verplaatsing in het geval van samenvoeging moet er een substantiële relatie aanwezig zijn tussen de wervingsgebieden van de bij de samenvoeging betrokken scholen;

    • c. Bij het beoordelen van de verzoeken voor verplaatsing speelt ook het toekomstperspectief van de overige scholen binnen de regio nadrukkelijk een rol. Op scholen van dezelfde soort in de omgeving die niet onder hetzelfde bestuur vallen als de school die de verplaatsing verzoekt, mag als gevolg van de verplaatsing geen substantieel verlies van leerlingen optreden; en

    • d. Bij verplaatsing moet de daarbij gevormde school op middellange (2013 of 2014) en lange termijn (2018 of 2019) respectievelijk voor wat betreft een aanvraag tot goedkeuring van een verzoek per 1 augustus 2007 of per 1 augustus 2008 worden bezocht door een aantal leerlingen dat in elk geval niet lager is dan de vigerende opheffingsnorm (zie bijlage 5) voor de desbetreffende school.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.3.3. Verplaatsing van scholen voor praktijkonderwijs

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Op het verplaatsen van scholen voor praktijkonderwijs zijn de in subparagraaf 2.3.1 genoemde criteria en de punten 3 en 4 van subparagraaf 2.3.2. van dit hoofdstuk van toepassing. Criterium voor goedkeuring is bovendien dat er een verklaring wordt overgelegd waaruit blijkt dat de meerderheid van de besturen van scholen die deelnemen in de betrokken samenwerkingsverbanden, met de verplaatsing instemt.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.3.4. Samenvoeging van een school voor mavo met een Agrarisch Onderwijscentrum (AOC)

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De wetgeving maakt een samenvoeging van een AOC met een categoriale school voor mavo mogelijk (zie artikel 2.6 van de WEB). De in de paragraaf 2.3.2 van dit hoofdstuk vermelde criteria zijn hierop van toepassing, met uitzondering van het criterium over de substantiële relatie in wervingsgebieden. In verband met de geografische spreiding van de AOC’s is dit criterium genuanceerd. Er moet bij een desbetreffende samenvoeging een substantiële relatie in wervingsgebieden bestaan tussen de categoriale school voor mavo met minimaal één van de vbo-groen vestigingen van het AOC.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.3.5. Samenvoeging van een school voor mavo of vbo met een Regionaal Opleidingscentrum (ROC)

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Samenvoeging van een reeds bestaande scholengemeenschap ROC-VO (zie eveneens artikel 2.6 van de WEB) met een categoriale school voor mavo of vbo is mogelijk. Hierop zijn de vermelde criteria van toepassing in de paragraaf 2.3.2 van dit hoofdstuk, met dien verstande dat er een substantiële relatie moet zijn tussen de VO-component van een ROC-VO en de school voor mavo of vbo die daarmee wordt samengevoegd.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.3.6. Dislocaties

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Dislocaties zijn tijdelijk van aard en per definitie bedoeld voor het oplossen van huisvestingsnood. Er is dan ook een verklaring nodig van de betrokken gemeente dat de beoogde dislocatie bijdraagt aan het oplossen van een huisvestingsprobleem. Als uitgangspunt geldt dat dislocaties zo dicht mogelijk bij de hoofdvestiging of nevenvestiging met spreidingsnoodzaak moeten liggen. Voor het vormen van een dislocatie die op meer dan 3 kilometer afstand (over de weg gemeten) ligt van de hoofdvestiging of nevenvestiging met spreidingsnoodzaak, is de goedkeuring van de Minister nodig.

Een locatie met de status ‘nevenvestiging’ kan ten behoeve van dezelfde school niet tevens als dislocatie worden aangemerkt.

Het onderwijsaanbod op de dislocatie mag niet anders zijn dan het toegestane onderwijs op de hoofdvestiging of nevenvestiging met spreidingsnoodzaak waaraan de dislocatie is toegerekend.

Voor de goede orde wordt opgemerkt dat in dislocaties die zijn gelegen op meer dan 3 kilometer van de hoofdvestiging of nevenvestiging met spreidingsnoodzaak in principe het huisvesten van (instroom van) eerstejaars leerlingen niet kan worden toegestaan; dit in het kader van het evenwichtig geheel van onderwijsvoorzieningen als bedoeld in artikel 65 van de WVO.

Bij verzoeken voor het vormen van een dislocatie die op meer dan 3 kilometer afstand ligt van de hoofdvestiging of nevenvestiging met spreidingsnoodzaak worden dezelfde criteria gehanteerd als beschreven in subparagraaf 2.6.5 (Dubbelaanbod) van dit hoofdstuk.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.4. Omzetting (verandering van de richting)

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Er is in deze beleidsregel sprake van omzetting als de richting van een school verandert. Het gaat hierbij om verandering van openbaar onderwijs in bijzonder onderwijs of omgekeerd, verandering van richting binnen het bijzonder onderwijs ( ‘kleurverschieten’) dan wel uitbreiding van de richting. Een omzetting kan gepaard gaan met een institutionele samenvoeging van scholen.

De beoordelingscriteria voor omzetting zijn:

  • a. De school moet na omzetting tenminste voldoen aan de in de artikelen 107 en 108 van de WVO vermelde opheffingsnorm. De berekening van het leerlingenpotentieel dient te geschieden door middel van een schoolprognose voor de middellange en lange termijn,

  • b. Bij het beoordelen van de verzoeken speelt ook het toekomstperspectief van de overige scholen binnen de regio nadrukkelijk een rol. Op scholen van dezelfde soort in de omgeving die niet onder hetzelfde bestuur vallen als de school die de omzetting aanvraagt, mag geen substantieel verlies van leerlingen optreden, en

  • c. Er moet voldoende zijn voorzien in de behoefte aan openbaar onderwijs in een genoegzaam aantal scholen. Bij de beoordeling van een verzoek waarbij openbaar onderwijs is betrokken, heeft de provincie een bestuurlijke rol. Zie hiervoor artikel 75, derde lid, van de WVO.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.5. Splitsing

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Er kunnen twee typen splitsingen worden onderscheiden:

  • a. een afdeling, school of scholengemeenschap wordt gesplitst waardoor er een tweede identieke afdeling, school of scholengemeenschap ontstaat (celdeling), of

  • b. een afdeling of school wordt ontkoppeld van een school of scholengemeenschap (ontkoppeling).

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.5.1. Splitsing in de zin van ‘celdeling’

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Voor uitbreiding van het aantal onderwijsvoorzieningen is in principe de procedure Plan van Scholen (artikelen 64 tot en met 74 van de WVO) de geëigende weg. Dit laat echter onverlet de mogelijkheid om op grond van artikel 75, tweede lid, van de WVO een splitsing in de zin van celdeling te realiseren. In dat geval heeft een school of afdeling zoveel leerlingen dat splitsing wordt gewenst en verdeling van de leerlingen binnen het wervingsgebied over twee scholen of afdelingen plaats zal vinden.

Een dergelijke splitsing is slechts een alternatief indien sprake is van uitbreiding met een voorziening waarbij:

De voorwaarden voor goedkeuring zijn:

  • 1. De te splitsen school of afdeling moet ook op lange termijn minimaal tweemaal het aantal leerlingen van de desbetreffende stichtingsnorm tellen. Hierbij wordt een schoolprognose en niet een planprocedurele prognose gehanteerd;

  • 2. De te splitsen school dan wel afdeling en de afgesplitste school dan wel afdeling moeten ook op lange termijn blijven voldoen aan de stichtingsnorm;

  • 3. Omliggende scholen mogen door de splitsing – ook op lange termijn – niet onder de stichtingsnorm komen;

  • 4. Bij het beoordelen van de verzoeken speelt ook het toekomstperspectief van de overige scholen binnen de regio nadrukkelijk een rol. Op scholen van dezelfde soort in de omgeving die niet onder hetzelfde bestuur vallen als de school die de splitsing aanvraagt, mag geen substantieel verlies van leerlingen optreden; en

  • 5. De splitsing moet voor het overige voldoen aan de criteria zoals vastgelegd in het toetsingskader voor het Plan van Scholen 2008–2010 en 2009–2011 (zie hoofdstuk II).

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.5.2. Splitsing in de zin van ‘ontkoppeling’

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het gaat hier om de mogelijkheid om een afdeling of school af te splitsen (te ontkoppelen) van een school of scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs. Hiervoor geldt het toetsingskader zoals bij paragraaf 2.3 verplaatsing en paragraaf 2.6 nevenvestiging van dit hoofdstuk is uiteengezet.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.5.3. Splitsing in het praktijkonderwijs

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Een verzoek voor splitsing van een school of afdeling voor praktijkonderwijs dient te voldoen aan de criteria in de paragrafen 2.5.1 en 2.5.2 van dit hoofdstuk. Daarnaast moet een verklaring worden overgelegd waaruit blijkt dat de meerderheid van de besturen van scholen die deelnemen in de betrokken samenwerkingsverbanden, instemt met de voorgenomen splitsing.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.5.4. Bijlage bij het verzoek tot splitsing

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Bij een verzoek voor splitsing moet de school prognoses leveren die inzicht geven in:

  • a. De huidige en toekomstige (lange termijn) omvang van de te splitsen school of afdeling;

  • b. De toekomstige omvang (lange termijn) van de afgesplitste ‘nieuwe’ school of afdeling in de na splitsing ontstane situatie; en

  • c. De toekomstige omvang (lange termijn) van de afgesplitste ‘oude’ school of afdeling in de na splitsing ontstane situatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.6. Nevenvestiging

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.6.1. Inleiding

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Een school of scholengemeenschap is gevestigd op één hoofdlocatie, de hoofdvestiging. Daarnaast kunnen aan een school of scholengemeenschap één of meer andere permanente locaties zijn verbonden: nevenvestigingen. Elke andere locatie wordt beschouwd als een dislocatie. Dislocaties hebben per definitie een tijdelijk karakter omdat deze in stand worden gehouden op grond van huisvestingsnood en overgangssituaties (bijvoorbeeld afbouw bij verplaatsing veelal in verband met samenvoeging). Meer informatie over dislocaties is te vinden in subparagraaf 2.3.6 van dit hoofdstuk (Dislocaties).

Artikel 75, vijfde lid, van de WVO voorziet in de mogelijkheid op grond van bijzondere omstandigheden en onder door de Minister te stellen voorwaarden, nevenvestigingen in aanmerking te brengen voor bekostiging. De bekostiging voor het in de desbetreffende nevenvestiging verzorgde onderwijs wordt verstrekt in de totale bekostiging van de school of scholengemeenschap.

Een nevenvestiging kan ontstaan doordat, als gevolg van de samenvoeging per 1 augustus 2007 of 1 augustus 2008, de hoofdvestiging van een voorheen zelfstandige school voor voortgezet onderwijs als extra vestigingspunt van die scholengemeenschap in stand wordt gehouden (zie paragraaf 2.6.2 van dit hoofdstuk). Daarnaast kan een nevenvestiging worden gevormd door een school of een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs (zie paragraaf 2.6.3 van dit hoofdstuk).

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.6.2. Vorming van een nevenvestiging door verplaatsing en samenvoeging

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.6.2.1. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Er is uitsluitend de mogelijkheid tot vorming van een nevenvestiging door verplaatsing en samenvoeging als alle onderstaande bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in artikel 75, vijfde lid, van de WVO zich voordoen en aan de criteria voor verplaatsing en samenvoeging zoals vermeld in paragraaf 2.3. van dit hoofdstuk, wordt voldaan.

Omdat de vorming van een in deze paragraaf bedoelde nevenvestiging gepaard gaat met de samenvoeging van één of meer scholen, is er tevens sprake van verplaatsing zoals bedoeld in artikel 75, tweede lid, van de WVO. De criteria 5 en 6 zijn daarom eveneens van toepassing.

  • 1. Een nevenvestiging kan ontstaan door:

    • a. dat de hoofdvestiging van een voorheen zelfstandige school voor voortgezet onderwijs, als gevolg van de samenvoeging per 1 augustus 2007 of 1 augustus 2008, als extra vestigingspunt van die scholengemeenschap in stand wordt gehouden. Indien, om huisvestings-technische redenen, in het kader van de samenvoeging deze voormalige hoofdvestiging wordt afgestoten, bestaat de mogelijkheid een andere locatie dan de voormalige hoofdvestiging als nevenvestiging goed te keuren;

    • b. verplaatsing van bestaande nevenvestigingen (bijvoorbeeld in verband met het betrekken van een ander gebouw); of

    • c. splitsing in de zin van ‘celdeling’.

  • 2. Een nevenvestiging kan in stand worden gehouden door:

    • a. een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs;

    • b. een scholengemeenschap AOC-mavo;

    • c. een scholengemeenschap ROC-VO waaraan zowel een school voor mavo als een school voor vbo is verbonden; of

    • d. een categoriale school voor voortgezet onderwijs.

  • 3. In een nevenvestiging wordt in principe slechts de onderbouw gegeven. Dit betekent dat de instroom van leerlingen in de school of scholengemeenschap niet alleen in de hoofdvestiging van de school of scholengemeenschap maar ook in de nevenvestiging plaatsvindt.

    Op de nevenvestiging kan voorts afsluitend onderwijs (leerjaar 3 en hoger voor vbo en mavo, voor havo en vwo leerjaar 4 en hoger) worden aangeboden. Daarvoor geldt de voorwaarde dat dit onderwijs, voor de samenvoeging, ook werd aangeboden op de school die tot nevenvestiging is omgevormd. Tevens geldt de voorwaarde dat dit afsluitend onderwijs niet tevens op de hoofdvestiging wordt aangeboden, tenzij dat voor de samenvoeging ook reeds het geval was.

  • 4. Bij de op 1 augustus 2007 of op 1 augustus 2008 zelfstandige school, die als nevenvestiging in aanmerking wil komen, moet er voldoende perspectief bestaan dat de beoogde nevenvestiging op korten termijn een omvang van tenminste de opheffingsnorm van de voorheen zelfstandige school (zie bijlage 5) zal hebben (bijvoorbeeld 240 leerlingen voor een categoriale mavo).

  • 5. Bij verplaatsing in het geval van samenvoeging moet er een substantiële relatie aanwezig zijn tussen de wervingsgebieden van de bij de samenvoeging betrokken scholen.

  • 6. Bij het beoordelen van de verzoeken voor verplaatsing speelt ook het toekomstperspectief van de overige scholen binnen de regio nadrukkelijk een rol. Op de scholen van dezelfde soort in de omgeving die niet onder hetzelfde bestuur vallen als de school die de nevenvestiging aanvraagt, mag geen substantieel verlies van leerlingen optreden.

Verplaatsing van afsluitend onderwijsaanbod van een nevenvestiging naar de hoofdvestiging is, indien daarover in de afgegeven beschikking(en) geen voorwaarden zijn of worden geformuleerd, niet aan goedkeuring onderhevig. Voor die verplaatsing geldt dan altijd wel de meldingsplicht bij CFI.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.6.2.2. Overgangsjaar onderbouw voor vmbo in verband met de gevolgen van de wetswijziging Onderbouw Voortgezet Onderwijs voor de scholenplanning

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Per 1 augustus 2006 is de wet Regeling Onderbouw VO in werking getreden (Stb. 2006, 281). Deze regeling heeft tot doel de scholen meer inrichtingsvrijheid te geven, onder meer door de huidige gedetailleerde kerndoelen te vervangen door 58 globale kerndoelen. De term basisvorming is vervangen door het begrip ‘onderbouw’. De (voormalige) basisvorming besloeg de eerste drie leerjaren, de onderbouw beslaat de eerste twee leerjaren. Regelgevingtechnisch valt het derde leerjaar havo/vwo deels wel en deels niet onder de onderbouw.

Deze verandering heeft structurele gevolgen voor het systeem van de voorzieningenplanning in het VO. Scholen met vmbo die eerder toestemming hebben gekregen om op iedere vestiging van de school de basisvorming voor alle leerwegen waarover de school beschikt te verzorgen, mochten dat tot 1 augustus 2006 tot en met het derde leerjaar doen. Na inwerkingtreding van de wet Regeling Onderbouw VO beslaat de onderbouw van het vmbo de eerste twee leerjaren.

Dit vereist aanpassingen in het (licentie)systeem Basisregistratie Instellingen (BRIN) bij CFI en een zorgvuldig invoeringstraject. Om de scholen voldoende tijd te geven om in te spelen op de gevolgen voor de voorzieningenplanning en CFI voldoende tijd geven voor de benodigde aanpassingen in BRIN is besloten dat het schooljaar 2006–2007 een overgangsjaar voor de voorzieningenplanning zal zijn. Daarin mogen de scholen nog tot en met het derde leerjaar vmbo op de bovenbedoelde vestigingen aanbieden zodat zij nog tot en met dát schooljaar leerlingen hiervoor mogen inschrijven en hiervoor bekostiging kunnen ontvangen. Vanaf het schooljaar 2007–2008 zal de situatie daadwerkelijk veranderen en zal op die vestigingen slechts tot en met het tweede leerjaar vmbo het schoolbrede aanbod bekostigd kunnen worden verzorgd (dus niet meer in het derde leerjaar vmbo).

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.6.2.3. Nevenvestigingen met een afwijkend getalscriterium

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Als de beoogde nevenvestiging voldoet aan één van de hieronder beschreven situaties, kan worden afgeweken van het getalscriterium als bedoeld onder paragraaf 2.6.3 van deze paragraaf.

  • a. Een verzoek voor nevenvestiging heeft betrekking op een school waarvoor ontheffing van de opheffingsnorm volgens artikel 108, vierde lid, van de WVO is verleend;

  • b. De beoogde nevenvestiging bevindt zich op een afstand van ten minste 12 kilometer van de hoofdvestiging (over de weg gemeten). Binnen een afstand van 12 kilometer van de beoogde nevenvestiging is geen overig soortgelijk voortgezet onderwijs van de eigen richting (waaronder nevenvestigingen) aanwezig. In deze situatie moet de voorheen zelfstandige school die als een nevenvestiging in aanmerking wil komen, in het schooljaar voorafgaand aan de samenvoeging (2006–2007 of 2007–2008), een omvang van ten minste 120 leerlingen hebben; of

  • c. De beoogde nevenvestiging is gelegen op minder dan 12 kilometer van de hoofdvestiging, terwijl het bestaande wervingsgebied zich voor een substantieel deel (tenminste 30%) van de leerlingen uitstrekt tot een afstand van meer dan 15 kilometer van de plaats van hoofdvestiging. Bovendien dient er binnen een afstand van 12 kilometer van de beoogde nevenvestiging, geen overig soortgelijk voortgezet onderwijs van de eigen richting (waaronder nevenvestigingen) aanwezig te zijn. In deze situatie moet de voorheen zelfstandige school die als een nevenvestiging in aanmerking wil komen, in het schooljaar voorafgaand aan de samenvoeging (2006–2007 of 2007–2008), een omvang van tenminste 120 leerlingen hebben.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.6.3. Vorming van een nieuwe nevenvestiging voor scholengemeenschappen en categoriale scholen

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Een school of scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs kan in aanmerking komen voor bekostiging van een nieuwe nevenvestiging indien:

  • a. De locatie van de nieuwe nevenvestiging qua wervingsgebied een te verwachten substantiële relatie heeft met de scholengemeenschap of categoriale school die de desbetreffende nevenvestiging aanvraagt;

  • b. Aan de nieuwe nevenvestiging uitsluitend de basisvorming wordt gegeven. Dit betekent dat de instroom van leerlingen in de scholengemeenschap of categoriale school niet alleen in de hoofdvestiging van de scholengemeenschap of categoriale school plaatsvindt, maar ook in de nevenvestiging;

  • c. Er mag geen substantieel verlies van leerlingen optreden bij omliggende scholen van dezelfde soort die niet onder hetzelfde bestuur vallen als de scholengemeenschap of categoriale school die de nieuwe nevenvesting aanvraagt.

  • d. De scholengemeenschap of categoriale school waaraan de nieuwe nevenvestiging wordt verbonden, moet zonder het meetellen van de leerlingen op de nieuwe nevenvestiging blijven voldoen aan de stichtingsnorm. Op lange termijn dient minimaal te worden voldaan aan de onderstaande getalscriteria:

 

Totaal aantal

leerlingen

Leerlingen

nevenvestiging

Scholengemeenschap vbo/mavo

765

250

Scholengemeenschap havo/atheneum

(of havo/lyceum)

865

240

Scholengemeenschap mavo/havo/atheneum

(of mavo/havo/lyceum)

1120

300

Scholengemeenschap vbo/mavo/havo/atheneum

(of vbo/mavo/havo/lyceum)

1590

450

Gymnasium

625

270

Atheneum

595

255

Lyceum

805

345

Havo

630

270

Mavo

455

195

Praktijkonderwijs

210

90

vbo bestaande uit één afdeling uit de sector Techniek en één afdeling uit de sector Zorg en Welzijn

560

240

vbo bestaande uit twee afdelingen uit de sector Economie

560

240

vbo bestaande uit de afdeling Landbouw en natuurlijke omgeving uit de sector Landbouw

455

195

Teneinde een integrale afweging door de Minister van OCW mogelijk te maken wordt door de aanvrager een schriftelijk regioplan overgelegd. Dit regioplan omvat in ieder geval:

  • a. Een planprocedurele prognose van het aantal leerlingen op lange termijn voor de nieuwe nevenvestiging (gebaseerd op PRIMOS-cijfers; nadere informatie verkrijgbaar bij de besturenorganisaties, provincies en CFI);

  • b. Een schoolprognose van het totaal aantal leerlingen op lange termijn (2018, voor wat betreft een aanvraag tot goedkeuring per 1 augustus 2007 en 2019 voor wat betreft een aanvraag tot goedkeuring per 1 augustus 2008 ) voor de scholengemeenschap waaraan de nieuwe nevenvestiging moet worden verbonden (gebaseerd op PRIMOS-cijfers; nadere informatie verkrijgbaar bij organisaties voor bestuur en management, provincies en CFI);

  • c. Inzicht in de eventuele negatieve effecten voor omliggende scholen van dezelfde soort voor het schooljaar waarin de start van de nieuwe nevenvestiging wordt aangevraagd. Als er wel negatieve effecten zijn te verwachten, zijn daarover dan afspraken gemaakt etcetera. De (goed onderbouwde) berekening van de effecten op omliggende scholen wordt geleverd door de aanvrager;

  • d. De (goed onderbouwde) reacties van besturen van de omliggende scholen op de door de aanvrager geleverde berekening van de effecten op de omliggende scholen; en

  • e. Een overzicht van betrokkenen bij de totstandkoming van het regioplan (welke instanties zijn ingeschakeld; de gemeente(n), provincie en besturenorganisaties zijn bij voorkeur bij de totstandkoming van het plan betrokken).

Ter keuze van de aanvrager kan overige argumentatie ter onderbouwing van het regioplan worden toegevoegd.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.6.4. Nevenvestiging waarbij sprake is van extra personele en materiële bekostiging

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In bepaalde gevallen komen nevenvestigingen in aanmerking voor extra vergoeding. De desbetreffende voorwaarden zijn opgenomen in de regeling aanvullende bekostiging bij nevenvestigingen met spreidingsnoodzaak in het voortgezet onderwijs (kenmerk VO/BB&A-2003/34120; Uitleg Gele katern nr. 18 van 30 juli 2003).

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.6.5. Uitbreiding onderwijsaanbod aan nevenvestiging via dubbelaanbod

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Op een nevenvestiging als bedoeld in artikel 75 van de WVO kan in principe alleen de onderbouw worden aangeboden. Voor de onderbouw vmbo geldt voor wat betreft de voorzieningenplanning het schooljaar 2006–2007 als een overgangsjaar. Daarvoor verwijs ik u naar subparagraaf 2.6.2.2. van dit hoofdstuk.

Het aanbieden van afsluitend onderwijs (leerjaar 3 en hoger voor vbo en mavo, voor havo en vwo leerjaar 4 en hoger) op een nevenvestiging is slechts mogelijk indien dit onderwijs ook werd aangeboden op de school die tot nevenvestiging is omgevormd. Bovendien geldt als voorwaarde dat dit afsluitend onderwijs niet tevens op de hoofdvestiging wordt aangeboden, tenzij dat voor de samenvoeging ook reeds het geval was. Door de vorming van een nevenvestiging mag er dus ten opzichte van de situatie voor samenvoeging géén uitbreiding plaatsvinden van het aantal locaties waar afsluitend onderwijs van de betreffende onderwijssoort wordt aangeboden.

In afwijking van bovenstaande is het mogelijk om in bepaalde situaties toestemming te verkrijgen om in reeds goedgekeurde nevenvestigingen afsluitend onderwijs te mogen aanbieden van schoolsoorten die niet aanwezig waren op het moment dat de nevenvestiging door samenvoeging ontstond. Dit onderwijsaanbod wordt dubbelaanbod genoemd.

Teneinde een integrale afweging mogelijk te maken wordt door de aanvrager een schriftelijk regioplan overlegd. Dit plan bevat in elk geval:

  • a. inzicht in de eventuele negatieve effecten voor omliggende scholen voor het schooljaar waarin de start voor dubbelaanbod wordt aangevraagd. Indien er eventueel wel negatieve effecten zijn te verwachten, zijn daarover dan afspraken gemaakt. De (goed onderbouwde) berekening van de effecten op omliggende scholen wordt geleverd door de aanvrager;

  • b. de (goed onderbouwde) mening van de besturen van omliggende scholen in de regio inzake een verzoek voor ‘dubbelaanbod’;

  • c. een document waaruit blijkt hoe de bij een verzoek betrokken gemeente uit het oogpunt van huisvesting denkt over de wenselijkheid van dubbelaanbod; en

  • d. een overzicht van betrokkenen bij de totstandkoming van het plan (welke instanties zijn ingeschakeld; de gemeente(n), provincie en besturenorganisaties zijn bij voorkeur bij de totstandkoming van het plan betrokken).

Ter keuze van de aanvrager kan overige argumentatie ter onderbouwing van het regioplan worden toegevoegd.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.6.6. Nevenvestiging zorg

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Bij de omzetting van scholen en afdelingen voor svo/lom en svo/mlk naar leerwegondersteunend en praktijkonderwijs zijn – op basis van artikel 19, vierde lid, van de WVO – zogenaamde nevenvestigingen zorg gevormd. Voor deze nevenvestigingen golden andere regels dan voor de nevenvestigingen die zijn toegekend op grond van artikel 75, vijfde lid, van de WVO.

Op de nevenvestiging zorg kan sinds 1 augustus 2005 naast praktijkonderwijs of leerwegondersteunend onderwijs ook onderwijs aan niet-geïndiceerde leerlingen worden aangeboden in de onderbouw. Als het bevoegd gezag voornemens is op de nevenvestiging zorg ook afsluitend onderwijs aan niet-geïndiceerde leerlingen aan te bieden, dient te worden voldaan aan de voorwaarden als genoemd in hoofdstuk I, paragraaf 4, van deze beleidsregel.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.6.7. Een of meer tijdelijke nevenvestigingen voor de theoretische leerweg voor één AOC

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Binnen een regionaal arrangement kunnen vanaf 1 augustus 2006 aan één AOC één of meer tijdelijke nevenvestigingen voor mavo worden gevormd op de erkende locaties voor vbo van dat AOC. Voorwaarde is dat het AOC gefuseerd is met een mavo. Bovendien moet de aanvrager bereid zijn de vereiste gegevens over het effect op de doorstroming in de beroepskolom en de groene invulling van de theoretische leerweg te verstrekken die nodig zijn voor de evaluatie van het experiment. Op deze wijze wordt vorm gegeven aan een experiment met de tijdelijke bekostiging van de theoretische leerweg (mavo) aan een AOC. In overeenstemming met de AOC-Raad is het experiment reeds aan het AOC-Limburg verbonden.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.7. Licentie leerwegondersteunend onderwijs

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Op grond van artikel 75c, tweede lid, van de WVO is het mogelijk dat een school of scholengemeenschap in aanmerking komt voor bekostiging van leerwegondersteunend onderwijs, de zogenaamde licentie leerwegondersteunend onderwijs (lwoo).

In dit verband wordt een tweetal situaties onderscheiden, namelijk de aanvraag door een school of scholengemeenschap die tot nu toe niet over een licentie beschikt óf de aanvraag voor verbreding van de bestaande licentie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.7.1. Scholen die een nieuwe licentie aanvragen

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Voor de licentie toont de aanvrager aan te voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • 1. Een potentieel van tenminste 40 leerlingen dat door de RVC is of zal worden geïndiceerd.

    Bij de berekening van het potentieel zijn niet meegenomen leerlingen die binnen redelijke afstand wonen van omliggende scholen met leerwegondersteunend onderwijs van dezelfde denominatie en de gewenste schoolsoort als de aanvrager; en

  • 2. Het desbetreffende samenwerkingsverband heeft een positief advies uitgebracht.

Onder redelijke afstand wordt verstaan een afstand van 12 kilometer over de weg gemeten of drie kwartier reizen per openbaar vervoer.

Waar het gaat om de geïsoleerde ligging van de aanvragende school – wat met name geldt voor de Waddeneilanden – zal er soepel met het vereiste leerlingenpotentieel worden omgegaan.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.7.2. Verbreding reikwijdte bestaande licentie leerwegondersteunend onderwijs

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Op grond van deze regeling kunnen scholen de reikwijdte van hun licentie leerwegondersteunend onderwijs verbreden dat wil zeggen dat scholen, respectievelijk ROC-VO of AOC’s die thans beschikken over een licentie leerwegondersteunend onderwijs, deze licentie op aanvraag voortaan breed mogen inzetten. Naast de verbreding naar (alle) vestigingen dan wel erkende locaties met tenminste vbo of mavo, valt hieronder ook de verbreding van de lwoo-licentie naar alle leerwegen in het vmbo. Dit betekent dat de door de RVC geïndiceerde leerlingen – na honorering van de aanvraag voor verbreding van de licentie – op iedere vestiging van de school respectievelijk erkende locatie van een ROC-VO of AOC met tenminste vbo of mavo en in alle leerwegen in aanmerking komen voor bekostiging als leerlingen leerwegondersteunend onderwijs.

Ook voor de verzoeken voor het verbreden van de licentie leerwegondersteunend onderwijs geldt de voorwaarde dat die zijn voorzien van een positief advies van het desbetreffende samenwerkingsverband.

De verzoeken onder 2.7.1 en 2.7.2 worden voor 1 december 2006 (voor wat betreft een aanvraag voor goedkeuring per 1 augustus 2007) of voor 1 november 2007 (voor wat betreft een aanvraag voor goedkeuring per 1 augustus 2008) ingediend.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.8. Overige relevante informatie

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.8.1. Toetsingskader in beperkte mate van toepassing op meerdere cursusjaren

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Op verzoeken als bedoeld in artikel 75 WVO, waarbij – uitsluitend in verband met de planning van huisvesting – effectuering per 1 augustus 2008 of 2009 in plaats van 1 augustus 2007 of 1 augustus 2008 wordt aangevraagd, kan reeds nu goedkeuring worden verkregen op basis van de criteria per 1 augustus 2007 en 1 augustus 2008. Indien een verzoek betrekking heeft op een nieuwe nevenvestiging of op splitsing in de vorm van celdeling, kan deze termijn op verzoek van het bevoegd gezag worden verlengd tot uiterlijk 1 augustus 2011 (op grond van een goedkeuring per 1 augustus 2007) of 1 augustus 2012 (op grond van een goedkeuring per 1 augustus 2008).

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.8.2. Huisvestingsconsequenties met betrekking tot voorgenomen verplaatsingen, splitsing of celdeling en nieuwe nevenvestigingen

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Per 1 januari 1997 is de verantwoordelijkheid voor de huisvesting voor het voortgezet onderwijs gedecentraliseerd naar de gemeenten.

Bij een voorgenomen verplaatsing van meer dan 3 kilometer ten opzichte van de hoofd- en nevenvestiging dienen de betrokken scholen minimaal één jaar voor de beoogde verplaatsing de desbetreffende gemeente(n) te informeren over de met de verplaatsing gepaard gaande verandering in leerlingenstromen. Bij verplaatsing binnen de 3 kilometer wordt aangeraden op dezelfde wijze tijdig de informatie aan de gemeente(n) te verschaffen (alhoewel dit niet verplicht is).

Aan de goedkeuring ex artikel 75 van de WVO per 1 augustus 2007 of 1 augustus 2008 kunnen niet automatisch rechten voor de huisvesting kunnen worden ontleend. Zo krijgt een gemeente 5 jaar de tijd om te voorzien in huisvesting voor een goedgekeurde nieuwe nevenvestiging (paragraaf 2.6.3). Dit is analoog aan de regeling die geldt voor het voorzien in huisvesting bij het stichten van onderwijs ex artikel 65 van de WVO. De termijn van 5 jaar geldt ook bij splitsing in de zin van ‘celdeling’ (paragraaf 2.5.1).

Voor door een bestuur eventueel noodzakelijk geachte voorzieningen in de huisvesting wordt verwezen naar de bij de desbetreffende gemeente vigerende verordening.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

2.8.3. Aansluiting bij samenwerkingsverband

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het bevoegd gezag van een onderwijsvoorziening voor mavo, vbo, een scholengemeenschap waarvan tenminste deel uitmaakt een school voor mavo en een school voor vbo, of van een school voor praktijkonderwijs is aangesloten bij een samenwerkingsverband. Een verplaatsing, al dan niet als gevolg van samenvoeging, splitsing en nevenvestiging kan leiden tot aansluiting bij een ander samenwerkingsverband.

Bij de gevraagde verandering van het onderwijsaanbod dient derhalve ook rekening te worden gehouden met de regels voor aansluiting bij een samenwerkingsverband (artikel 10h van de WVO) en de nadere voorschriften voor samenwerkingsverbanden (artikel 11 van de WVO).

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

3. Aanvraagprocedure

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

3.1. Indienen van een verzoek ex artikel 75 en 75c WVO

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Verplaatsing, omzetting, splitsing, de vorming van een nevenvestiging en het aanbieden van leerwegondersteunend onderwijs waarvoor de toestemming van de Minister is vereist, kan uitsluitend plaatsvinden met ingang van een nieuw schooljaar (1 augustus).

Voor het verkrijgen van goedkeuring voor verplaatsing, omzetting, splitsing, nevenvestiging en licentie leerwegondersteunend onderwijs per 1 augustus 2007 of 1 augustus 2008 (of eventueel 1 augustus 2008 of 1 augustus 2009, zie paragraaf 2.8.1) moet door het desbetreffende bevoegd gezag of de desbetreffende bevoegde gezagsorganen vóór 1 december 2006 (voor wat betreft een aanvraag voor goedkeuring per 1 augustus 2007) of voor 1 november 2007 (voor wat betreft een aanvraag voor goedkeuring per 1 augustus 2008) een verzoek ex artikel 75, eerste, tweede of vijfde lid, en artikel 75c, tweede lid, van de WVO worden ingezonden.

Een verzoek moet worden gezonden naar:

Centrale Financiën Instellingen

BVO

Postbus 606

2700 ML Zoetermeer

Een verzoek kan uitsluitend worden ingediend met gebruikmaking van CFI-formulier 57962.

Het aanvraagformulier kan worden besteld door het inzenden van het plaketiket. Het kan ook worden ‘gedownload’ via de website www.cfi.nl.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

3.2. Procedure behandeling verzoeken

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De door CFI ontvangen verzoeken worden, met het verzoek om advies, doorgestuurd naar de organisaties voor bestuur en management, de provincies en – indien van toepassing – het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

De adviesprocedure loopt tot medio maart 2007 (voor wat betreft een verzoek om goedkeuring per 1 augustus 2007) of 1 maart 2008 (voor wat betreft een verzoek om goedkeuring per 1 augustus 2008). Begin april 2007 respectievelijk april 2008 worden de verzoeken besproken in het Overleg Plan van Scholen (OPS). Na de bespreking in het OPS wordt de beslissing op de verzoeken aan de aanvrager bekend gemaakt in beginsel in mei 2007 respectievelijk in mei 2008 en uiterlijk tien maanden na de indiening.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 217, datum inwerkingtreding 09-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2006.

Hoofdstuk IV. Intrekking

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

[Treedt in werking op 09-11-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk V. Inwerkingtreding en geldigheidsduur

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

[Treedt in werking op 09-11-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Bijlage 1. behorende bij Hoofdstuk II

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

[Treedt in werking op 09-11-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Bijlage 2. behorende bij Hoofdstuk II

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

[Treedt in werking op 09-11-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Bijlage 3. behorende bij Hoofdstuk II

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

[Treedt in werking op 09-11-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Bijlage 4. behorende bij Hoofdstuk II

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

[Treedt in werking op 09-11-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Bijlage 5. behorende bij hoofdstuk III

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

[Treedt in werking op 09-11-2006]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Naar boven