B. Als gebied, bedoeld in artikel 3 wordt aangewezen het gebied, gelegen in de provincie Drenthe, de provincie Overijssel,
de provincie Gelderland ten noorden van de Nederrijn en de volgende gemeenten of gedeelten
daarvan: Bellingwedde, Groningen voor zover gelegen ten zuiden van het Eemskanaal,
Grootegast, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Leek, Marum, Menterwolde, Pekela, Reiderland
voor zover gelegen .ten westen van de Ulsderweg en C.G. Wiegersweg en ten zuiden van
de Hoofdweg en Goldhoorn te Finsterwolde, Scheemda voor zover gelegen ten zuiden van
de Goldhoorn te Oostwold en ten westen van de Noorderstraat, ten noorden van de Polderweg,
ten westen van de Langeweg, ten zuiden van Hoofdweg-Oost, Hoofdstraat en Hoofdwegwest
te Nieuwolda, ten zuiden van Hoofdweg 't Waar, ten zuiden van de Rechte Walsterweg,
Slochteren, Stadskanaal, Veendam, Vlagtwedde, Winschoten, Ooststellingwerf voor zover
gelegen ten noorden van de Verwersweg, Zorgvlied vanaf de provinciegrens tot het driegemeentepunt
Diever-Weststellingwerf-Ooststellingwerf, ten oosten van de weg Zuid en Hoofdweg tot
Kloosterweg, ten zuiden van de wegen Ktoosterweg, Terwisscha, Westeres en Bruggelaan
tot de Compagnonsvaart, ten oosten van de wegen Zuideinde Fochteloo, Noordeinde, de
Knolle tot kruising met de weg Weper, en ten zuiden van de wegen Weper, Weperpolder
tot provinciegrens.