Besluit van 5 oktober 1999, houdende regels inzake de opleiding tot en de deskundigheid
van de verzorgende individuele gezondheidszorg (Besluit verzorgende in de individuele
gezondheidszorg)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 december
1997, CSZ/BO-9720920;
Gelet op artikel 34 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;
Gezien de adviezen van de Raad voor de beroepen in de individuele gezondheidszorg
(adviezen van juni 1994 en februari 1996);
De Raad van State gehoord (advies van 16 maart 1998, No. WI3.98.0003);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van
29 september 1999, CSZ/BO-9911341;
Hebben goedgevonden en verstaan: