Gesubsidieerde instellingen kunnen exploitatieoverschotten behalen. Dit kan voor een
verantwoorde bedrijfsvoering zelfs noodzakelijk zijn. De overschotten moeten in aanmerking
worden genomen bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een winststreven.
Subsidies worden in beginsel namelijk tot de winst gerekend.
Van een winststreven is echter geen sprake wanneer instellingen die uitsluitend activiteiten
verrichten die volledig zijn gefinancierd met subsidies, volgens de statuten of subsidieregels
de behaalde overschotten moeten aanwenden overeenkomstig de subsidiedoeleinden of
moeten terugbetalen aan de subsidieverstrekker. Naast het feit dat de gevormde overschotten
niet vrij besteedbaar zijn, wordt in deze situaties namelijk geen voordeel beoogd
en verwacht. Uiteraard moet de instelling ook feitelijk conform de statuten of subsidieregels
handelen.
Het komt voor dat een eigen bijdrage wordt gevraagd van degenen voor wie de instelling
gesubsidieerde activiteiten verricht. Ook doet zich in de praktijk de situatie voor
dat een instelling naast gesubsidieerde activiteiten in opdracht van één of meer gemeenten dezelfde activiteiten op contractbasis verricht. Deze laatste activiteiten (hierna: subsidiabele activiteiten) zouden naar
hun aard in aanmerking kunnen komen voor subsidies, als deze activiteiten worden uitgevoerd
in een andere gemeente. Is er in deze situaties beperkt sprake van eigen bijdragen
respectievelijk vergoedingen die op contractbasis worden ontvangen van gemeenten,
dan vind ik het ongewenst dat alleen op grond van deze omstandigheden bij de instelling
een winststreven wordt aangenomen. Ik ben dan ook van mening dat het ontvangen van
eigen bijdragen van degenen voor wie de instelling gesubsidieerde activiteiten verricht
en het verrichten van subsidiabele activiteiten door een instelling die hiervoor eigen
bijdragen en/of vergoedingen op contractbasis ontvangt niet tot een winststreven leidt
als sprake is van de volgende cumulatieve omstandigheden.
-
1. De instelling verricht uitsluitend gesubsidieerde, dan wel gesubsidieerde en subsidiabele
activiteiten.
-
2. De instelling financiert het totaal van deze activiteiten hoofdzakelijk met subsidies
en aanvullend slechts met:
-
a) eigen bijdragen van degenen voor wie de instelling de gesubsidieerde activiteiten
verricht; en
-
b) vergoedingen die op contractbasis worden ontvangen van gemeente(n), eventueel aangevuld met eigen bijdragen van degenen voor wie de instelling deze subsidiabele
activiteiten verricht.
-
3. De instelling wendt eventueel behaalde overschotten zowel conform de statuten of subsidieregels
als feitelijk aan overeenkomstig de subsidiedoeleinden of betaalt deze overschotten
terug aan de subsidieverstrekker.
-
4. De instelling heeft zowel statutair als feitelijk geborgd dat – als daar sprake van
is – de inkomsten uit contractfinanciering uitsluitend kunnen worden aangewend voor
de gesubsidieerde dan wel subsidiabele activiteiten.
De beoordeling of sprake is van deze omstandigheden vindt steeds plaats op het niveau
van het lichaam en niet op het niveau van de afzonderlijke activiteit(en).
Voorbeeld
Een stichting verricht voor meerdere gemeenten uitsluitend activiteiten welke naar
hun aard in aanmerking komen voor subsidiëring. Gemeenten kunnen deze activiteiten
financieren met subsidies (gemeenten kunnen hiervoor gebruikmaken van een modelsubsidieregeling)
of via aanbesteding op contractbasis. Het merendeel van de gemeenten waar de stichting
actief is, heeft ervoor gekozen de activiteiten te financieren met subsidies, maar
bij één gemeente vindt de financiering volgens contract plaats op declaratiebasis.
Het totaal van de (gesubsidieerde en subsidiabele) activiteiten van de stichting wordt
voor 80% gefinancierd met subsidies, voor 10% op contractbasis vergoed en voor de
overige 10% bekostigd met eigen bijdragen van de cliënten voor wie de stichting haar
activiteiten verricht. De stichting wendt eventueel behaalde overschotten zowel conform
de statuten en subsidieregels als feitelijk aan overeenkomstig de subsidiedoeleinden
of betaalt deze overschotten terug aan de subsidieverstrekker. Daarnaast heeft de
stichting zowel statutair als feitelijk geborgd dat de inkomsten uit contractfinanciering
uitsluitend kunnen worden aangewend voor de gesubsidieerde dan wel subsidiabele activiteiten.
Bij deze stichting leidt het verrichten van activiteiten op contractbasis en het ontvangen
van eigen bijdragen niet tot de aanwezigheid van een winststreven.