Regeling specifieke uitkering kwijtschelding schulden SZW in verband met de hersteloperatie toeslagen

[Regeling treedt (deels) in werking per 20-11-2021.]
Geraadpleegd op 15-08-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2021 en zichtdatum 01-01-2024.
Geldend van 01-07-2021 t/m 19-11-2021

Artikel 1. Begripsbepalingen

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • college: college van burgemeester en wethouders;

  • gedupeerde: persoon die door de Belastingdienst/Toeslagen is aangemerkt als gedupeerde als bedoeld in het Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag;

  • Minister: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • restitutie: restitutie als omschreven in paragraaf 2 van de bijlage bij deze regeling;

  • schulden binnen het SZW-domein: schulden als omschreven in paragraaf 1 van de bijlage bij deze regeling;

  • toeslagpartner: persoon die door de Belastingdienst/Toeslagen is aangemerkt als toeslagpartner als bedoeld in het Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag.

Terugwerkende kracht

Stb. 2022, 434, datum inwerkingtreding 05-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-07-2021.

Het artikel wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling van 'gedupeerde' komt te luiden:

gedupeerde: persoon, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet hersteloperatie toeslagen;

2. De begripsbepaling van 'restitutie' komt te luiden:

restitutie: restitutie als bedoeld in artikel 3.8, derde lid, van de Wet hersteloperatie toeslagen;

3. De begripsbepaling van 'schulden binnen het SZW-domein' komt te luiden:

schulden binnen het SZW-domein: schulden als bedoeld in artikel 3.8 van de Wet hersteloperatie toeslagen;

4. De begripsbepaling van 'toeslagpartner' komt te luiden:

toeslagpartner: persoon, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet hersteloperatie toeslagen.

Artikel 2. Verstrekking van een specifieke uitkering

[Treedt in werking op 20-11-2021]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 3. Hoogte van de specifieke uitkering

[Treedt in werking op 20-11-2021]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 4. Verantwoording

[Treedt in werking op 20-11-2021]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 5. Procedure tot vaststelling van de uitkering

[Treedt in werking op 20-11-2021]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 5a

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze regeling berust op artikel 7.3 van de Wet hersteloperatie toeslagen.

Terugwerkende kracht

Stb. 2022, 434, datum inwerkingtreding 05-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-07-2021.

Het artikel wordt nieuw toegevoegd.

Artikel 6. Inwerkingtreding

[Treedt in werking op 20-11-2021]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 7. Citeertitel

[Treedt in werking op 20-11-2021]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Bijlage bij artikel 1 in verband met enige begripsbepalingen

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

§ 1. Schulden binnen het SZW-domein

De met kwijtschelding van schulden gemoeid gaande kosten komen op grond van deze regeling voor bekostiging in aanmerking indien aan twee voorwaarden is voldaan:

Naast de hoofdsom komt de kwijtschelding van eventuele verhogingen, zoals rente of invorderingskosten of brutering, ongeacht wanneer deze zijn ontstaan, eveneens voor bekostiging in aanmerking.

Er gelden drie uitzonderingen op het bovenstaande:

  • 1. Indien de schuld een lening in het kader van bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 of de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers betreft wordt slechts bekostigd op grond van deze regeling in de volgende gevallen:

    • a. de kwijtschelding van achterstallige betalingen die betrekking hebben op de periode voor 1 januari 2021 en die op 31 december 2020 nog openstonden;

    • b. de kwijtschelding van de hoofdsom en renteverplichtingen, indien de lening op grond van artikel 58, tweede lid, onderdeel b, van de Participatiewet voor 1 januari 2021 is teruggevorderd en voor zover het bedrag nog openstond op 31 december 2020;

  • 2. Schulden die voortkomen uit het werkgeverschap van de gedupeerde of toeslagpartner worden niet kwijtgescholden;

  • 3. Schulden, zijnde een terugvordering of bestuurlijke boete, die verband houden met opzet of grove schuld of een overtreding waarvoor een strafrechtelijke veroordeling op heeft gevolgd worden niet kwijtgescholden.

In afwijking van het bovenstaande, inclusief de genoemde uitzonderingen, worden gederfde inkomsten eveneens bekostigd op grond van deze regeling indien het uitblijven van de kwijtschelding of restitutie naar het oordeel van het college tot een onbillijkheid van overwegende aard zou leiden in een individueel geval.

§ 2. Restitutie

Restitutie van een schuld die voor kwijtschelding in aanmerking zou komen, als omschreven in paragraaf 2, komt op grond van deze regeling in aanmerking indien de schuld na 31 december 2020 is verminderd door aflossing of verrekening.

Terugwerkende kracht

Stb. 2022, 434, datum inwerkingtreding 05-11-2022, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-07-2021.

De bijlage vervalt.

Naar boven