Deze bijlage hoort bij het Besluit vaststelling beleidsregels inzake de subsidiëring
van projecten en activiteiten ten behoeve van de participatie en emancipatie van de
Sinti en Roma in Nederland.
Beleidsregels voor de subsidiëring van projecten en activiteiten ten behoeve van de
participatie en emancipatie van de Sinti en Roma in Nederland
Inleiding
Het Ministerie van VWS is na de ontbinding van het Nederlands Instituut Sinti en Roma
(NISR) in gesprek gegaan met Sinti en Roma om inzicht te krijgen in de wensen en behoeften
binnen die gemeenschap over het bestemmen van de hierna overgebleven middelen. Het
doel van VWS is om de middelen zo te beleggen dat zij ten goede komen aan de participatie
en emancipatie van Sinti en Roma in Nederland.
Het is, mede gezien de geschiedenis van deze middelen, van belang dat de betrokkenheid
van Sinti en Roma in het gehele proces gewaarborgd wordt. Voorkomen moet worden dat
er óver en niet mét Sinti en Roma wordt gesproken over beleid dat hen aangaat. Bij
brief van 30 oktober 2012 aan de Tweede Kamer over de nieuwe aanpak is aangegeven
dat het vervolgtraject samen met Sinti en Roma wordt vormgegeven . Ik ben er namelijk van overtuigd dat alleen mét Sinti en Roma acties ingezet kunnen
worden die daadwerkelijk zullen leiden tot een verbeterde maatschappelijke positie.
Mijn visie daarbij is dat activiteiten die gericht zijn op samenwerken, zoals tussen
Sinti en Roma en tussen Sinti, Roma en overheden op alle niveaus de grootste kans
van slagen hebben.
Een landelijke werkgroep van Sinti en Roma heeft begin 2013 een eerste inventarisatie
van wensen gedaan op basis waarvan VWS rond de zomer van 2013 gesprekken heeft gevoerd
met Sinti en Roma organisaties, zogenaamde ‘sleutelfiguren’, intermediairs en diverse
professionals die werkzaam zijn binnen de gemeenschappen.
Deze mensen waren bereid om hun eigen opvattingen, expertise en netwerk met mijn departement
te delen. Het Ministerie van VWS heeft dankbaar gebruik gemaakt van dit netwerk om
(focus-) groepsgesprekken te organiseren waarin de ideeën uit de individuele gesprekken
getoetst konden worden aan draagvlak binnen de gemeenschap en waar tevens nieuwe ideeën
ingebracht konden worden. Dit soort gesprekken zijn gevoerd tot het moment dat een
verzadigingspunt was bereikt; er kwamen geen nieuwe visies of gezichtspunten meer
naar voren.
Een veelheid aan onderwerpen die Sinti en Roma dagelijks en persoonlijk raken is tijdens
die gesprekken aan de orde gekomen; zowel grote als kleine onderwerpen waarin de problemen
maar ook de kansen benoemd werden. Men wil met blijvend respect voor de oorsprong
van de middelen en de eigen cultuur, investeren in toekomst van de kinderen.
In een tweetal bijeenkomsten met Sinti en Roma zijn de ideeën besproken die vielen
binnen de kaders die ik uiteen heb gezet en welke terug zijn te vinden in deze beleidsregels.
De onderwerpen zijn in een aantal thema’s geclusterd. Gezien het draagvlak dat er
onder de Sinti en Roma is voor deze thema’s, zijn deze door mij akkoord bevonden en
vormen dan ook de basis van deze beleidsregels.
Het is de bedoeling om de Sinti en Roma met behulp van deze middelen, zelf in staat
te stellen om de komende jaren hun positie in de maatschappij te verstevigen. Mijn
standpunt daarbij is dat Sinti en Roma niet alleen in het voortraject maar ook bij
de beoordeling van voorstellen een stem moeten hebben. Ik heb dan ook een adviescommissie
samengesteld die mij zal adviseren bij het beoordelen van de subsidieaanvragen. De
criteria voor de beoordeling van de aanvragen zijn neergelegd in deze beleidsregels.
Voorgeschiedenis
Op 21 maart 2000 heeft het kabinet, naar aanleiding van het verschijnen van een aantal onderzoeksrapporten,
besloten gelden ter beschikking te stellen aan bepaalde groepen vervolgingsslachtoffers.
Dit als erkenning van geconstateerde tekortkomingen in het naoorlogs rechtsherstel.
Het naoorlogs rechtsherstel is een instrument geweest om het materiële onrecht zoveel
mogelijk te herstellen.
Aan de Sinti en Roma gemeenschap is 30 miljoen gulden (13,61 miljoen euro) ter beschikking
gesteld omdat zij na de Tweede Wereldoorlog grotendeels buiten het rechtsherstel zijn
gebleven en bovendien met grote kilte in de maatschappij zijn bejegend.
In november 2000 is de Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma (SRSR) opgericht om de
gelden te beheren en rechtmatig te verdelen. In overleg met het Ministerie van VWS
en met instemming van de Tweede Kamer is een uitkeringsreglement voor individuele
uitkeringen opgesteld. Vervolgens is een subsidiereglement voor collectieve doelen
opgesteld.
Het aantal aanvragen bleek al snel veel lager dan de verwachtingen. Het kabinet heeft
daarom in 2002 besloten om het bedrag dat na het uitkeren van de individuele uitkeringen
resteerde niet terug te laten vloeien in de staatskas maar toe te voegen aan de middelen
die al beschikbaar waren gesteld voor collectieve doeleinden en op deze wijze ten
goede te laten komen aan de gehele Sinti- en Roma-gemeenschap in Nederland . Het beschikbaar houden van de resterende rechtsherstelmiddelen voor de gemeenschap
was gekoppeld aan deze brede insteek.
Met draagvlak van gemeenten, maatschappelijke organisaties en Sinti en Roma zelf is
gekozen voor een samenhangende, brede aanpak om de maatschappelijke positie van de
gehele Sinti- en Roma-gemeenschap in Nederland succesvol aan te kunnen pakken.
Ter uitvoering van deze doelstelling, is het eerdergenoemde NISR door de Stichting
Afwikkeling Rechtsherstelgelden Sinti en Roma (SARSR, opvolger SRSR) in 2010 opgericht
om een projectbureau te beheren vanwaar activiteiten gefinancierd zouden worden die
bijdragen aan het verbeteren van de maatschappelijke positie van de Sinti- en Roma-gemeenschap
in Nederland. Het NISR zou toezien op het ondersteunen en versterken van de participatie,
met aandacht en respect voor de eigen identiteit van de gemeenschap. Het NISR zou
tevens als landelijk steunpunt en expertisecentrum fungeren.
Op basis van de groeiende kritiek vanuit de Sinti- en Roma-gemeenschap (die veelal
te maken had met het ontbreken van inspraak vanuit de doelgroep zelf waardoor er onvoldoende
aansluiting was bij de vraag uit de doelgroep) en op basis van de conclusie van de
Raad van Toezicht dat het NISR haar doelstellingen in onvoldoende mate heeft behaald,
is in 2012 besloten tot ontbinding van het NISR.
In 2013 is het Ministerie van VWS, op basis van signalen uit verschillende rapporten
en op verzoek van de gemeenschap zelf, in gesprek gegaan met Sinti en Roma om zicht
te krijgen op de bij hen levende wensen en behoeften om te komen tot een nieuwe aanpak
voor de besteding van de resterende middelen die van en voor Sinti en Roma zijn en
die door hen gedragen worden. Het is duidelijk geworden dat met het wegvallen van
het NISR het doel, om de participatie en emancipatie van Sinti en Roma in Nederland
te verbeteren, niet is veranderd.
Doel van de beleidsregels
Deze beleidsregels bevatten een uitwerking van het subsidiebeleid ten behoeve van
de participatie en emancipatie van Sinti en Roma in Nederland. Het doel is de financiering
van projecten en activiteiten die volgens de Sinti en Roma direct of indirect zullen
leiden tot een betere maatschappelijke positie van de Sinti en Roma in Nederland.
Hiermee wordt vastgehouden aan het hiervoor genoemde besluit uit 2002.
Er zijn de afgelopen jaren diverse rapporten uitgekomen die de achtergestelde positie
van Sinti en Roma in kaart brengen. Echter, bij het formuleren van de doelen van deze
beleidsregels is alleen rekening gehouden met de inbreng van Sinti en Roma die tijdens
de gesprekken met VWS naar voren is gekomen. Zij hebben aangegeven om de middelen
die zijn toegekend als gevolg van een verschrikkelijk verleden, in te willen zetten
voor een betere toekomst voor hun kinderen.
In bijeenkomsten met Sinti en Roma in december 2013 en februari 2014 is overeenstemming
bereikt over ‘De Boom’. Uit de evaluatie in 2017 is naar voren gekomen dat Sinti en
Roma tevreden zijn over de inhoudelijke thema’s van ‘De Boom’. De overeengekomen thema’s
zullen daarom voor 2019 en verder hetzelfde blijven, namelijk:
Ik heb deze thema’s en onderwerpen vervat in de volgende indeling:
-
•. Herinnering Tweede Wereldoorlog;
-
•. Tegengaan van discriminatie en vooroordelen;
-
•. Versteviging van belangenbehartiging en vertegenwoordiging;
-
•. Stimuleren van onderwijs;
-
•. Creëren van werkgelegenheid;
-
•. Respect voor cultuur en identiteit;
-
•. Advies en begeleiding intermediairs.
Gezien de oorsprong van de middelen hecht ik eraan om bij de bestemming van de gelden
nadrukkelijk ook rekening te houden met de positie van de oorlogsgeneratie.
Subsidieplafond en wettelijke grondslag
Voor de verstrekking van subsidies ten behoeve van de participatie en emancipatie
van Sinti en Roma was op peildatum 19 maart 2015, € 4.128.737,21 beschikbaar. Dit
bedrag zal zodanig verdeeld worden dat per jaar een plafond van maximaal € 500.000
beschikbaar is tot het budget is uitgeput. Wanneer in een jaar middelen over zijn,
blijven deze in volgende jaren beschikbaar voor vorengenoemde doelstellingen, tot
uiterlijk 2025. Op peildatum 18 januari 2019 is nog € 1.833.000,00 beschikbaar.
De subsidies worden verstrekt op basis van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (hierna: de Kaderregeling). Daarin zijn de verplichtingen van de subsidieontvanger
en de subsidiegever over en weer neergelegd. In artikel 1.2, eerste lid, van de Kaderregeling staat dat uitsluitend subsidie worden verstrekt voor zover deze past binnen het beleid.
In deze beleidsregels is daartoe het beleid over de subsidiëring van projecten en
activiteiten ten behoeve van de participatie en emancipatie van Sinti en Roma in Nederland
uiteengezet. Op de verstrekking van subsidies zijn dus zowel de Kaderregeling als
deze beleidsregels van toepassing.
Er is één subsidieronde per jaar. Tot en met 2019 eindigt de indieningstermijn voor
dat jaar op 1 mei. Vanaf 2020 eindigt de indieningstermijn steeds op 1 februari. Ten
aanzien van de in thema 4 bedoelde studiebeurs kunnen gedurende het hele jaar aanvragen
worden ingediend. Conform artikel 4.3, eerste lid, van de Kaderregeling moet de start van de activiteiten van het project liggen na de datum van het indienen
van de subsidieaanvraag.
Sinti en Roma hebben aangegeven een aantal structurele veranderingen door te willen
voeren die tot een verbetering van de kansen in onder andere het onderwijs en op de
werkvloer zullen leiden. Dit kost tijd. Er is daarom gekozen voor een looptermijn
van maximaal tien jaar om tot uiterlijk 2025 positieve initiatieven van Sinti en Roma
zelf, mogelijk te maken. Gezien de omvang van de groep Sinti en Roma is de verwachting
dat maximaal € 500.000 per jaar voldoende is om zichtbare en inhoudelijk waardevolle
projecten mogelijk te maken.
Wijzigingen subsidiëring vanaf 1 mei 2019
VWS heeft in 2018 in overleg met de adviescommissie en met de Sinti en Roma onderzocht
of de subsidieverlening op dezelfde wijze gecontinueerd moet worden. Hieruit is naar
voren gekomen dat onder de Sinti en Roma grote steun bestaat voor de zeven thema’s
uit ‘De Boom’. Gelet op de voorgeschiedenis van de rechtsherstelgelden en het grondige
voortraject voor 2015 is besloten om de beleidsregels grotendeels intact te houden.
Besloten is om de beleidsregels, met ingang van 1 mei 2019, op de volgende punten
te wijzigen:
-
– De termijn voor het indienen van aanvragen eindigt vanaf het jaar 2020 op 1 februari.
Deze datum is gekozen om de activiteiten die te maken hebben met herinnering WOII
vaak plaatsvinden op de herdenkingsdagen van 4 en 5 mei. Ook de activiteiten rondom
de Internationale Roma dag op 8 april kunnen dan bij goedkeuring op tijd starten.
-
– De tegemoetkoming voor een bijdrage in studiekosten, als bedoeld bij thema 4, wordt
uitgebreid naar opleidingen met MBO-2 niveau. Daarnaast kunnen aanvragen worden ingediend
voor een tegemoetkoming in studiekosten op MBO-3 niveau. Dit gebeurde reeds in de
praktijk. Het beoogde doel van dit specifieke thema uit 'De Boom' is het stimuleren
van onderwijs voor jongeren waarvoor dat niet vanzelfsprekend is. Daarom is besloten
de tegemoetkoming voor een bijdrage in studiekosten te verbreden naar bovengenoemde
niveaus.
-
– Bij projectsubsidies die meer dan € 25.000 bedragen en een projectperiode hebben van
langer dan 1 jaar, kan om een tussentijdse rapportage worden gevraagd. Indien om een
tussentijdse rapportage wordt gevraagd, wordt de bevoorschotting opgeschort zolang
deze rapportage niet door het Ministerie van VWS is ontvangen. Bij omvangrijke meerjarige
projecten kan het zijn dat aanvragers moeite hebben met een verantwoording achteraf.
Door middel van het opvragen van een tussentijdse voortgangsrapportage wordt voorkomen
dat aanvragers achteraf met de verantwoording in de knel komen.
-
– Subsidieaanvragen op grond van de beleidsregels worden toegewezen indien de projecten
en activiteiten een aannemelijk te maken resultaat opleveren voor de participatie
en emancipatie van Sinti en Roma. In dit kader is het vast beleid om onervaren instellingen
zoals nieuwe instellingen en instellingen met maar één bestuurder met een te overzien
project te laten starten zodat de gesubsidieerde kan aantonen dat hij of zij een project
kan uitvoeren en verantwoorden.
-
– In verband met de regels omtrent staatssteun zijn er enkele voorwaarden verbonden
aan subsidieverlening van projecten die vallen onder het thema Respect voor Cultuur
en Identiteit. Onder ‘Staatssteun’ staat uitgelegd wat staatssteun inhoudt en wat
de voorwaarden precies behelzen.
Inspraak Sinti en Roma
Voortraject
De middelen zijn geoormerkt ten behoeve van Sinti en Roma gemeenschappen in Nederland.
De ‘bottom-up’ benadering heeft veel tijd gekost maar had tot doel om te komen tot
uitvoerbare voorstellen van, voor en gedragen door Sinti en Roma.
Het is gezien de ervaringen van Sinti en Roma met het Nederlands Instituut Sinti en
Roma en gezien de algehele gevoelens dat voornamelijk óver en niet mét hen wordt gesproken,
van cruciaal belang dat de betrokkenheid en inspraak van Sinti en Roma bij de besteding
van de resterende middelen, goed is georganiseerd.
Sinti en Roma dienen ook een stem en verantwoordelijkheid te dragen bij de indiening
en beoordeling van aanvragen.
Adviescommissie voor de participatie en emancipatie Sinti en Roma
Om de kans van slagen op kansrijke projecten en activiteiten voor Sinti en Roma te
vergroten, heb ik een Adviescommissie participatie en emancipatie Sinti en Roma (verder
adviescommissie) samengesteld om het advies van ervaringsdeskundigen mee te kunnen
nemen bij de beoordeling van de aanvragen. Deze adviescommissie bestaat uit Sinti
en Roma. Het instellen van een adviescommissie geeft de Sinti en Roma een stem in
de beoordeling van concrete voorstellen die directe gevolgen hebben voor de gemeenschap.
Juist bij deze beleidsregels is het instellen van een adviescommissie belangrijk.
Immers, Sinti en Roma kunnen niet met documenten aantonen dat zij Sinti of Roma zijn.
Of aanvragers en betrokkenen deel uitmaken van een Sinti of Roma gemeenschap, zal
onderdeel zijn van de adviserende taak van de ervaringsdeskundigen in de adviescommissie.
Behalve advisering hierover zal het vertrouwen dat de adviescommissie stelt in de
voorgelegde aanvragen, zwaar wegen.
Uitgangspunten bij indiening van aanvragen
Alleen projecten en activiteiten ten behoeve van de participatie en emancipatie van
Sinti en Roma in Nederland die een aannemelijk te maken resultaat opleveren komen
in aanmerking voor subsidie. Men moet naar verwachting een bijdrage aan eerdergenoemde
thema’s kunnen leveren. Voor subsidiëring komen voorstellen in aanmerking die zijn
ingediend door:
-
– legaal in Nederland verblijvende leden van de Sinti en Roma gemeenschap;
-
– Sinti en Roma organisaties zonder winstoogmerk die zich inzetten voor de Sinti en
Roma gemeenschap in Nederland;
-
– derden die kunnen aantonen dat de aanvraag door meerdere leden van de Sinti en Roma
gemeenschappen in Nederland gedragen wordt.
Voorwaarde is dat leden van de Sinti en Roma gemeenschap in Nederland rechtstreeks
moeten kunnen profiteren van het project of daaraan deelnemen. Met deze beleidsregels
wil ik allereerst initiatieven uit de doelgroep zelf stimuleren en tegelijkertijd
betrokken partijen tot samenwerking aanzetten, zowel onderling als met externe partijen.
Ervaringen hebben namelijk bewezen dat activiteiten waarin wordt samengewerkt, bijvoorbeeld
met en tussen Sinti, Roma en andere burgers, lokale overheden en welzijnsorganisaties,
een grotere kans van slagen hebben.
In de hiernavolgende beoordelingscriteria zullen deze uitgangspunten verder worden
uitgewerkt.
Staatssteun
Wat is staatssteun? De overheid geeft bepaalde organisaties staatssteun. Bijvoorbeeld
subsidies of goedkopere grondprijzen. Staatssteun is een overheidsmaatregel en mag
geen invloed hebben op de markt. Krijgt een bedrijf staatssteun, maar de concurrenten
niet? Dan kan dit leiden tot oneerlijke concurrentie. Daarom is staatssteun bijna
altijd verboden.
Er is sprake van staatssteun als aan de vijf cumulatieve criteria van artikel 107,
eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is voldaan.
Voor wat betreft de subsidies op grond van deze regeling kan grotendeels worden gesteld
dat geen sprake is van staatssteun omdat één of meerdere van bovengenoemde criteria
niet van toepassing zijn.
Voor het thema Respect voor Cultuur en Identiteit geldt deels dat wel sprake is van
staatssteun, maar dat deze op grond van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening
(AGVV) is vrijgesteld van aanmeldingsplicht bij de Europese Commissie en zodoende
gerechtvaardigd is.
Om aan de AGVV te kunnen voldoen gelden er voorwaarden. Subsidie onder het thema Respect
voor Cultuur en Identiteit voldoet voor het grootste deel al aan deze voorwaarden.
Om geheel aan deze voorwaarden te voldoen zijn er enkele aanvullende voorwaarden in
deze beleidsregels opgenomen. Deze zijn te vinden onder het thema Respect voor Cultuur
en Identiteit en zijn niet van toepassing op aanvragen gedaan door natuurlijke personen.
De verwachting is dat dit niet zal leiden tot een daling in gehonoreerde aanvragen.
Beoordelingscriteria
Belanghebbenden
Op grond van artikel 1.1. van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (hierna: de Kaderregeling) komen natuurlijke en rechtspersonen in aanmerking voor
subsidies. De aanvrager dient in Nederland woonachtig of gevestigd te zijn. Alleen
aanvragen van de volgende belanghebbenden worden in behandeling genomen:
-
– legaal in Nederland verblijvende leden van de Sinti- en Roma-gemeenschap;
-
– Sinti- en Roma-organisaties zonder winstoogmerk die zich inzetten voor de Sinti en
Roma gemeenschap in Nederland;
-
– derden zonder winstoogmerk die kunnen aantonen dat de aanvraag door meerdere leden
van de Sinti en Roma gemeenschappen in Nederland, gedragen wordt.
Indien een natuurlijk persoon een aanvraag doet, geldt een maximum van 1 aanvraag
per jaar van maximaal € 5.000. Een combinatie met een aanvraag voor een studiebeurs
als bedoeld in themanummer 4 is wel toegestaan. Rechtspersonen kunnen meerdere keren
per jaar een aanvraag indienen van in totaal maximaal € 50.000 per jaar.
Thematische indeling van activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Uitsluitend projecten en activiteiten ten behoeve van de participatie en emancipatie
van de Sinti en Roma in Nederland die een aannemelijk te maken resultaat opleveren
komen in aanmerking voor subsidie. Bij het beoordelen van aanvragen wordt daarom rekening
gehouden met de mate van ervaring van de aanvrager. Onervaren instellingen mogen met
een klein project starten. Bij bewezen succes kan een eventuele volgende aanvraag
omvangrijker zijn.
De subsidieverstrekking vindt plaats door middel van een beperkt aantal thema’s zoals
overeengekomen in het voortraject.
Zonder rangorde:
-
1.
Herinnering Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn Sinti en Roma slachtoffers geweest van het nazi-regime.
Sinti en Roma werden systematisch vervolgd en vermoord om wie ze waren. Op 16 mei
1944 vond in Nederland een grote razzia plaats. Nederlandse Sinti en Roma zijn toen
opgepakt en naar kamp Westerbork weggevoerd.
Op 19 mei 1944 werden 245 Sinti en Roma vanuit kamp Westerbork naar het vernietigingskamp
Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Ze zijn op 22 mei 1944 ondergebracht in een speciaal
‘Zigeunerlager’, een gedeelte van Birkenau waarin in die periode ruim 22.000 Sinti
en Roma gevangen zaten. Van de 245 uit kamp Westerbork weggevoerde Sinti en Roma overleefden
slechts 30 de oorlog.
Voorwaarden voor toekenning
Projecten en activiteiten met als doel om te herdenken, herinneren en/of de bekendheid
van de genocide van Sinti en Roma ten tijde van de Tweede Wereldoorlog in Nederland
te vergroten, kunnen in aanmerking komen voor subsidies.
Gewenst effect
De bedoeling is om, gezien het feit dat de Sinti en Roma een specifieke herdenkingscultuur
kennen, initiatieven uit de gemeenschappen zelf voor bijvoorbeeld educatieve en herinneringsprojecten
te stimuleren. Tevens wordt beoogd de betrokkenheid van de jongere generatie en de
samenwerking met partijen in het veld van oorlogsgetroffenen en herinnering WO II
te intensiveren.
-
2.
Tegengaan van discriminatie en vooroordelen
Sinti en Roma zijn eeuwenlang slachtoffer van het ‘anti-ziganisme’ in Europa. Vandaag
de dag voelen veel Sinti en Roma zich nog uitgesloten en gediscrimineerd vanwege wie
ze zijn.
Met name Roma komen veelvuldig negatief in de media met betrekking tot bijvoorbeeld
integratie, kinderuitbuiting, minderjarige huwelijken en criminaliteit. Dit heeft
zijn weerslag op de gehele groep Sinti en Roma en heeft volgens velen negatieve invloed
op hoe zij door andere Nederlanders worden gezien in de maatschappij met als gevolg
negatieve ervaringen op onder andere de werkvloer en in het onderwijs. Zo zijn er
Sinti en Roma die er niet openlijk voor uit durven te komen dat ze Sinti of Roma zijn
uit angst voor vooroordelen.
Positieve voorbeelden zijn juist niet zichtbaar, wat de vooroordelen in stand houdt.
De reguliere klachteninstanties ontvangen weinig meldingen van Sinti en Roma.
Voorwaarden voor toekenning
Projecten en activiteiten die tot doel hebben de beeldvorming en erkenning van Sinti
en Roma in de maatschappij te verbeteren en te versterken, kunnen in aanmerking komen
voor subsidie.
Gewenst effect
De bedoeling is om de onbekendheid met Sinti en Roma bij vele Nederlanders weg te
nemen en ruimte te bieden aan positieve beelden van Sinti en Roma in Nederland, in
het bijzonder in de Nederlandse media. Projecten en activiteiten waarin de brede samenwerking
wordt gezocht, onderling of met organisaties actief op het terrein van mensenrechten,
discriminatie, media, veiligheid en justitie worden aangemoedigd.
-
3.
Verstevigen van belangenbehartiging en vertegenwoordiging
Er zijn stichtingen, verenigingen en natuurlijke personen die zich inzetten voor de
bredere belangen van de Sinti en Roma. Zij hebben aangegeven de werkzaamheden landelijk
te willen coördineren nu zij veelal dezelfde belangen nastreven.
Voorwaarden voor toekenning
Uitsluitend projecten en activiteiten die een daadwerkelijke (netwerk)samenwerking
tussen Sinti en Roma ten behoeve van belangenbehartiging en vertegenwoordiging bewerkstelligen
kunnen in aanmerking komen voor subsidie. De adviescommissie zal bij dit thema, meer
dan bij de andere thema’s, een bestendige advieslijn moeten ontwikkelen en aanvragen
met betrekking tot dit thema indringend toetsen op de vraag of het verstevigen van
de belangenbehartiging en vertegenwoordiging werkelijk bereikt kan worden. Aanvragen
van organisaties die louter betrekking hebben op het vergoeden van kosten als huur
van vergaderruimte, ICT kosten en andere faciliteiten worden niet toegekend.
Gewenst effect
Het is wenselijk dat partijen gezamenlijk tot een plan voor landelijke coördinatie
van belangenbehartiging, vertegenwoordiging, verwerven van derde (Europese) geldstromen,
samenwerking in Europa enzovoorts kunnen komen. Participatie van jongeren wordt daarbij
bijzonder aangemoedigd.
-
4.
Stimuleren van het onderwijs
Nederland kent één van de beste onderwijssystemen ter wereld. Ondanks de laagdrempelige
toegankelijkheid van het onderwijs, ervaren vele Sinti en Roma obstakels om de rechten
en plichten met betrekking tot onderwijs uit te oefenen. Deze obstakels kunnen liggen
in de culturele, sociale en financiële sfeer. De onderwijsinspectie ziet erop toe
dat door alle partijen (allereerst de ouders maar ook de kinderen, scholen, gemeente
etc.) aan de verplichtingen en kwaliteitseisen van het onderwijs wordt voldaan.
Voorwaarden voor toekenning
Projecten en activiteiten die bovengenoemde obstakels wegnemen die Sinti en Roma in
de weg staan om educatie en scholing in het primair, voortgezet, middelbaar beroepsonderwijs
en hoger onderwijs te volgen, kunnen in aanmerking komen voor subsidie. Tevens kunnen
bijdragen voor cursussen met betrekking tot taal en techniek die jongeren en volwassenen
helpen om vaardigheden te ontwikkelen die hen op de arbeidsmarkt ten goede komen,
in aanmerking komen voor subsidie. Voor een bijdrage voor een cursus wordt maximaal
50%, met een maximum van € 1.000,– per persoon per jaar vergoed.
Gewenst effect
De afgelopen jaren zijn goede resultaten geboekt in het primair onderwijs. De bedoeling
van dit thema is voornamelijk om deelname aan vroegschoolse educatie, middelbaar onderwijs
en hoger onderwijs te stimuleren.
Tevens wordt ruimte geboden aan initiatieven die niet-leerplichtige Sinti en Roma
stimuleren om (weer) onderwijs te volgen. Projecten en activiteiten die aannemelijk
succesvol zijn, worden aangemoedigd.
Studiebeurs
Verzoeken van natuurlijke personen om een tegemoetkoming voor een bijdrage voor schoolkosten,
studiekosten, praktische leermiddelen en reiskosten, ter ondersteuning van het middelbaar
beroepsonderwijs en hoger onderwijs worden beoordeeld aan de hand van onderstaande
criteria:
-
−. De aanvraag wordt door de aanvrager (student/scholier) zelf ingediend. Is hij of zij
minderjarig dan tekent tenminste één van de ouders/verzorgers mee. De aanvraag dient
vergezeld te worden van legitimatiebewijzen.
-
−. De aanvrager overlegt bij de aanvraag een bewijs van inschrijving bij de studie of
opleiding waarop de aanvraag betrekking heeft.
-
−. De aanvrager overlegt tevens een korte motivering waarom hij of zij deze studie of
opleiding gekozen heeft.
-
−. De adviescommissie toetst de aanvraag en kan daarbij besluiten de aanvrager in de
gelegenheid te stellen om te worden gehoord.
-
−. Bij een positief advies kent de Staatssecretaris de aanvraag in beginsel toe. De aanspraak
op subsidie wordt in één keer toegekend en ambtshalve vastgesteld. In afwijking van
artikel 4.3, tweede lid, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (hierna: de Kaderregeling) wordt daarna jaarlijks een bedrag betaalbaar gesteld,
voor de duur van de studie of opleiding, tot in totaal een maximum van vier jaren.
-
−. Op grond van artikel 5.7 van de Kaderregeling dienen veranderingen in de voortgang en duur van de studie gemeld te worden.
De hoogte van de subsidie is gefixeerd op vaste bedragen, al naar gelang het niveau
van de opleiding:
-
• mbo-2: € 500,– per jaar
-
• mbo-3: € 500,– per jaar
-
• mbo-4: € 500,– per jaar
-
• hbo: € 1.000,– per jaar
-
• wo: € 1.500,– per jaar
-
5.
Creëren van werkgelegenheid
Sinti en Roma hebben aangegeven de armoede en grote uitkeringsafhankelijkheid die
in een deel van de groep aan de orde is, een halt toe te willen roepen. Feit is dat
steeds meer jongeren als gevolg van een goede opleiding, in staat zijn om een baan
te vinden. Steeds meer Sinti- en Roma-vrouwen treden toe tot de arbeidsmarkt. Maar
het lukt niet iedereen om op eigen kracht een baan te vinden. Dit kan samenhangen
met culturele factoren, een te laag opleidingsniveau en vooroordelen op de werkvloer.
Voorwaarden voor toekenning
Projecten en activiteiten die bijdragen aan het creëren van werkgelegenheid voor Sinti
en Roma, voor zover beschikbare reguliere werkgelegenheidsprojecten vanuit bijvoorbeeld
de gemeenten niet toereikend zijn, kunnen in aanmerking komen voor subsidie. Financiële
bijdragen voor het starten van ondernemingen en verzoeken met betrekking tot ondersteuning
van de eigen onderneming (bijvoorbeeld ZZP’ers) zijn nadrukkelijk hiervan uitgesloten.
Gewenst effect
Werkende Sinti en Roma vormen een voorbeeld voor met name de jongere generatie. De
bedoeling is om Sinti en Roma die op eigen kracht niet aan een baan komen, in de breedste
vorm te ondersteunen. In het verleden zijn een aantal succesvolle werkgelegenheidsprojecten
voor Sinti en Roma opgezet. Initiatieven die aannemelijk te maken succesvol zijn gebleken
om de jeugdwerkloosheid aan te pakken en de aansluiting tussen school en werk weten
te maken, worden aangemoedigd.
-
6.
Respect voor Cultuur en Identiteit
Sinti en Roma zijn trots op hun cultuur. Een cultuur die 75 jaar geleden nog bedreigd
werd in haar bestaan. Sinti en Roma staan in Nederland bekend om hun traditionele
levenswijze en muziek. Sinti en Roma willen hun cultuur beschermen en tegelijkertijd
breken met het stereotype beeld: niet iedereen woont in een woonwagen en maakt muziek.
Voorwaarden voor toekenning
Projecten en activiteiten die de cultuur van Sinti en Roma vieren, bekendmaken en
bijdragen tot het behoud ervan kunnen in aanmerking komen voor subsidie.
In het geval van publicatie van muziek en literatuur door een onderneming, dat wil
zeggen een entiteit die economische activiteiten verricht, worden maximaal 70% van
de in kosten gesubsidieerd.
Kranten en tijdschriften die worden gepubliceerd door een onderneming komen niet voor
subsidie op grond van dit thema in aanmerking.
Er wordt geen subsidie verstrekt aan ondernemingen die in financiële moeilijkheden
verkeren, als bedoeld in de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor reddings-
en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU
2014/C 249/01) of ondernemingen jegens wie een uitstaand bevel tot terugvordering
is ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig
en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.
Gewenst effect
De bedoeling is om projecten en activiteiten te stimuleren die met de levenswijze
van de Sinti en Roma samenhangen, zoals taal en muziek, en deze te promoten bij de
jongere generatie Sinti en Roma en andere Nederlanders. Projecten en activiteiten
die Sinti en Roma op positieve wijze neerzetten door gebruik te maken van positieve
rolmodellen worden gestimuleerd. Initiatieven om de talenten van jongeren, in de breedste
zin, te helpen ontwikkelen worden gestimuleerd. Tevens komen initiatieven die leiden
tot een verbetering van de kwaliteit en duurzaamheid van de leefomgeving in woonwagencentra,
in aanmerking. Het moet daarbij gaan om verbetering van het algemene leefklimaat:
initiatieven die louter bedoeld zijn om het persoonlijk woongenot te verbeteren worden
in beginsel afgewezen.
De ouderen nemen een belangrijke positie in, in de Sinti en Roma gemeenschappen; zij
houden de cultuur in stand. Initiatieven die de ouderen binnen de gemeenschappen hierbij
ondersteunen worden gestimuleerd.
-
7.
Advies en begeleiding door intermediairs
Intermediairs spelen een belangrijke rol in de Sinti en Roma gemeenschap. Zowel intermediairs
van Sinti- en Roma komaf als ook andere intermediairs staan Sinti en Roma bij tal
van zaken bij en vormen een brug tussen Sinti, Roma en verschillende professionals
en instanties op tal van terreinen. Intermediairs worden vertrouwd en zijn essentieel
bij het opzetten van projecten.
Voorwaarden voor toekenning
Projecten en activiteiten die het werk van vrijwillige intermediairs ondersteunen
of betrekking hebben op het trainen of werven van intermediairs, kunnen in aanmerking
komen voor subsidie. De advisering en begeleiding door intermediairs kunnen in aanmerking
komen voor subsidie voor zover het projectplan past binnen de voorwaarden van toekenning
binnen in één van de andere thema’s. Advies en begeleiding staan dus altijd ten dienste
van één van de andere thema’s. De kosten die samenhangen met het adviseren en begeleiden
dienen expliciet in de aanvraag te worden opgenomen.
Gewenst effect
De bedoeling is dat intermediairs ‘actief’ op zoek gaan naar projecten en begeleiding
bieden in het opzetten, aanvragen en uitvoeren van projecten, zodat het beoogde doel
van de gehele regeling zo goed mogelijk wordt behaald.
Kwaliteitsborging in beslisproces
In de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (hierna: de Kaderregeling) gelden eisen ten aanzien van de aanvraag tot verlening
van de subsidie. Aanvragen worden eerst door het Ministerie van VWS op compleetheid
getoetst, vervolgens doorgeleid naar de adviescommissie. De adviescommissie beoordeelt
aan de hand van de volgende aspecten:
-
– de hierboven per thema genoemde bijzondere toetsingscriteria;
-
– de kwaliteit van het project;
-
– de waarschijnlijkheid dat de doelstellingen van het project daadwerkelijk worden bereikt
en het aantal personen dat direct of indirect met het project wordt bereikt;
-
– het draagvlak binnen de Sinti en Roma gemeenschap;
-
– de hoogte van de subsidie in relatie tot het in de desbetreffende subsidieronde maximaal
uit te keren bedrag.
-
– De hoogte van de subsidie in relatie tot de ervaring van instellingen en de grootte
van bestuur
VWS beslist uiteindelijk op de aanvraag met inachtneming van het advies van de adviescommissie.
Verdeelregels voor subsidies
Er is geen rangorde binnen de thema’s. Ingeval van dreigende over inschrijving in
enig jaar worden de volgende projecten uitsluitend op de navolgende volgorde met voorkeur
toegekend:
-
1. projecten en activiteiten voor de oorlogsgeneratie;
-
2. projecten en activiteiten op het gebied van herinnering WO II;
-
3. projecten en activiteiten waarin de betrokkenheid van en/of samenwerking met de jongere
generatie centraal staan;
-
4. projecten en activiteiten die ten tijde van Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma,
Stichting Afwikkeling Rechtsherstelgelden Sinti en Roma en het Nederlands Instituut
Sinti en Roma zijn uitgevoerd, hun werking bewezen hebben;
-
5. projecten en activiteiten waarin de samenwerking en aansluiting wordt gezocht met
gemeenten, provincies, welzijnsorganisaties, culturele instellingen, andere Nederlanders
en/of andere lokale partners;
-
6. overige projecten en activiteiten.
Geen subsidie kan worden verstrekt aan
-
– projecten die in strijd zijn met de Nederlandse wet- en regelgeving;
-
– projecten die voldoende draagvlak van Sinti en Roma ontberen;
-
– projecten die reeds betrekking hebben op een reguliere overheidstaak;
-
– projecten die slechts ten goede komen aan de aanvrager zelf, met uitzondering van
thema nr. 4;
-
– projecten en activiteiten die intern gericht zijn en alleen de organisatie van aanvrager
bereiken en niet de Sinti en Roma gemeenschap in brede zin;
-
– projecten die kredieten inhouden voor bijvoorbeeld onroerend goed of ondernemingen;
-
– projecten met een looptijd van langer dan vier jaar.
Een subsidieaanvraag wordt ingediend via een daarvoor speciaal opgesteld formulier.
U kunt dit formulier terugvinden op www.rijksoverheid.nl/Subsidieregeling-Sinti-Roma.
Verantwoorden en handhaving
De Kaderregeling is zoals eerder aangegeven van toepassing. Naast de reguliere verantwoordingsvereisten bij subsidies boven de € 25.000,– zullen kleinere subsidies ambtshalve worden vastgesteld,
zie artikel 1.5, aanhef en onder a, onder 2°, van de Kaderregeling. Op basis van steekproeven (of concrete aanwijzingen) kunnen individuele controles
door VWS worden uitgevoerd. De subsidieontvanger dient dan aan te tonen dat de gesubsidieerde
activiteiten zijn uitgevoerd en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.
Voor toegekende studiebeurzen (zie thema nr. 4) kunnen dan bijvoorbeeld bewijzen van
inschrijving voor opvolgende jaren worden opgevraagd. In andere gevallen kan om bijvoorbeeld
facturen worden gevraagd. In geval van toegekende subsidies die meer dan € 25.000,–
bedragen en een projectperiode van langer dan 1 jaar hebben, kan om een tussentijdse
rapportage worden gevraagd, conform artikel 5.5 van de Kaderregeling. Dit is een verslag over de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Indien
om een tussentijdse rapportage wordt gevraagd, zal de bevoorschotting worden opgeschort
zolang de tussentijdse rapportage niet door het Ministerie van VWS is ontvangen. Naar
aanleiding van de tussentijdse rapportage kan de subsidieverlening worden herzien.