Artikel 1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
In deze Beleidsregel programmaquota wordt verstaan onder:
-
wet: de Mediawet 2008;
-
besluit: het Mediabesluit 2008;
-
commerciële mediadienst op aanvraag: mediadienst op aanvraag in de zin van artikel 3.29a, van de wet;
-
Europese productie: programma-aanbod als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder n) en artikel 1, tweede,
derde en vierde lid van de Europese richtlijn;
-
Europese richtlijn:
Richtlijn 2010/13/EU van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke
bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten;
-
Nederlands- of Friestalige productie: programma-aanbod dat Nederlands- of Friestalig is;
-
onafhankelijke productie: programma-aanbod als bedoeld in artikel 2.120, eerste lid, van de wet of artikel 3.22, eerste lid, van de wet;
-
onafhankelijke producent: de producent van een onafhankelijke productie;
-
producent: degene die programma-aanbod vervaardigt;
-
recente productie: een onafhankelijke productie die niet ouder is dan vijf jaar;
-
percentage ondertiteling: percentage oorspronkelijk Nederlands-of Friestalig televisieprogramma-aanbod voorzien
van Nederlandstalige ondertiteling
-
regeling: de Mediaregeling 2008.
Artikel 2. Europese producties
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
Artikel 3. Onafhankelijke producties
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
Artikel 4. Berekeningswijze
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
Artikel 5. Ontheffingen
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
-
1 Ontheffingen van het percentage Europese producties, bedoeld in artikel 3.20, eerste lid, van de wet kunnen in bijzondere gevallen, ten aanzien van een bepaald televisieprogrammakanaal
gedeeltelijk worden verleend.
-
2 Indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat sprake is van een bijzonder
geval waarin ten aanzien van een programmakanaal niet kan worden verlangd dat direct
aan het percentage Europese producties wordt voldaan, kan dit percentage lager worden
vastgesteld voor een periode van drie kalenderjaren.
-
3 Bij de vaststelling of sprake is van een bijzonder geval bedoeld in het eerste lid
van dit artikel, worden tevens de aard van het programmakanaal, de programmering,
de doelgroep, het niet voldoende kunnen verkrijgen van rechten voor Europese producties
en bijzondere economische omstandigheden betrokken.
-
4 Indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat, gelet op de omstandigheden
die in het derde lid worden genoemd, sprake is van een bijzonder geval waarin ten
aanzien van een programmakanaal niet kan worden verlangd dat aan het percentage Europese
producties wordt voldaan, kan het percentage genoemd in artikel 3.20, eerste lid, van de wet gedurende de looptijd van de toestemming lager worden vastgesteld, zolang het format
van het programmakanaal niet wijzigt.
Artikel 6. Bereik commerciële media-instellingen
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
Voor de toepassing van artikel 3.23, tweede lid, van de wet wordt programma-aanbod aangemerkt als programma-aanbod dat in slechts één gemeente of een beperkt aantal aan elkaar grenzende
gemeenten kan worden ontvangen, indien het programma-aanbod is bestemd voor die betreffende gemeente(n) en niet
tevens wordt verspreid via een ander deel van het nationale omroepnetwerk of in andere
gemeenten via een programmakanaal.
Artikel 7. Inspanningsverplichting commerciële mediadienst op aanvraag
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
Overeenkomstig artikel 3.29c van de wet geldt voor aanbieders van commerciële mediadiensten op aanvraag een inspanningsverplichting
om de vervaardiging van en toegang tot Europese producties, zoals bedoeld in artikel 2 van deze Beleidsregel programmaquota, te bevorderen.
Artikel 8. Oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
Als oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties, bedoeld in artikel 2.122, eerste lid en artikel 3.24, eerste lid, van de wet, worden mede aangemerkt:
-
a. programma-aanbod dat Nederlands- of Friestalig is ingesproken;
-
b. programma-aanbod dat onderdelen van niet oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige
producties bevat, dat voorzien is van een Nederlands- of Friestalige voice-over.
Artikel 9. Berekeningswijze
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
-
1 Voor de vaststelling van het behaalde percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige
producties, bedoeld in artikel 2.122 en artikel 3.24 van de wet, wordt uitgegaan van het totale programma-aanbod per televisieprogrammakanaal en
per kalenderjaar.
Artikel 10. Ontheffing
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
-
1 In bijzondere gevallen kan op grond van 2.122, derde lid en artikel 3.24, tweede lid, van de wet ten aanzien van een bepaald televisieprogrammakanaal desgevraagd en onder voorwaarden
het aandeel oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties lager of op nul worden
vastgesteld.
-
2 Indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat sprake is van een bijzonder
geval waarin ten aanzien van een programmakanaal niet kan worden verlangd dat direct
aan het percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties wordt voldaan,
kan dit percentage lager worden vastgesteld voor een periode van drie kalenderjaren.
-
3 Bij de vaststelling of sprake is van een bijzonder geval bedoeld in het eerste lid
van dit artikel, wordt tevens gekeken naar de aard van het programmakanaal, de programmering,
de doelgroep en het territoriale bereik van het programmakanaal.
-
4 Indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat, gelet op de omstandigheden
die in het derde lid worden genoemd, sprake is van een bijzonder geval waarin ten
aanzien van een programmakanaal niet kan worden verlangd dat aan het percentage oorspronkelijk
Nederlands- of Friestalige producties wordt voldaan, kan het percentage genoemd in
artikel 3.24, eerste lid, van de wet gedurende de looptijd van de toestemming lager of op nul worden vastgesteld, zolang
het format van het programmakanaal niet wijzigt.
-
5 Wanneer een programmakanaal nagenoeg geheel is gericht op een uitzendgebied buiten
Nederland kan het percentage bedoeld in artikel 3.24, eerste lid, van de wet gedurende de looptijd van de toestemming op nul worden gesteld, zolang het format
van het programmakanaal niet wijzigt.
Artikel 11. Ondertiteling
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
Als oorspronkelijk Nederlandstalige producties die voorzien zijn van ondertiteling
ten behoeve van personen met een auditieve beperking zoals bedoeld in artikel 15 en artikel 17 van het besluit, worden aangemerkt oorspronkelijk Nederlandstalige producties, waaronder:
-
a. producties die Nederlandstalig zijn ingesproken;
-
b. producties die onderdelen van niet oorspronkelijk Nederlandstalige producties bevatten,
die voorzien zijn van een Nederlands- of Friestalige voice-over dan wel Nederlands-
of Friestalig zijn ingesproken en die voorzien zijn van een ondertiteling overeenkomstig
artikel 18a van de regeling.
Artikel 12. Bereik commerciële media-instellingen
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
Voor de toepassing van artikel 17 van het besluit meldt de commerciële media-instelling onverwijld aan het Commissariaat wanneer zij
een bereik heeft van ten minste 75 procent van alle huishoudens in Nederland.
Artikel 13. Berekeningswijze
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
-
1 Voor de vaststelling van het percentage ondertiteling, bedoeld in artikel 15 en 17 van het besluit, wordt uitgegaan van het totale programma-aanbod per televisieprogrammakanaal en
per kalenderjaar besteed aan producties die kunnen worden aangemerkt als oorspronkelijk
Nederlandstalige producties die voorzien zijn van ondertiteling ten behoeve van personen
met een auditieve beperking zoals bedoeld in artikel 11 van deze Beleidsregel programmaquota.
Artikel 14. Ontheffingen
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
In bijzondere gevallen kan ten aanzien van een programmakanaal desgevraagd en onder
voorwaarden het percentage ondertiteling lager of op nul worden vastgesteld.
Artikel 15. Rapportage
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
-
4 De commerciële media-instellingen met televisieprogrammakanalen met een landelijk
marktaandeel gelijk aan of groter dan 0,3% in ten minste één Europese lidstaat brengen
eenmaal per twee jaar voor 1 mei over de twee voorafgaande jaren verslag uit aan het
Commissariaat over de naleving van de artikelen 3.20 tot en met 3.25 van de wet en artikel 17 van het besluit.
Artikel 16. Verslag televisieprogrammakanalen landelijke publieke mediadienst
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
De verslagen bedoeld in artikel 15, eerste lid, bevatten gegevens zowel in absolute zin als procentueel per televisieprogrammakanaal
en voor de landelijke publieke media-instellingen als geheel, over de volgende onderwerpen:
-
a. de totale duur van het programma-aanbod;
-
b. de voor berekening in aanmerking te nemen duur van het programma-aanbod, als bedoeld
in artikel 4, eerste lid van deze Beleidsregel programmaquota;
-
c. het percentage Europese producties;
-
d. het percentage Europese onafhankelijke producties;
-
e. het percentage recente producties;
-
f. het percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties;
-
g. het percentage ondertiteling;
-
h. in opdracht geproduceerde producties bij Nederlandse onafhankelijke producenten;
-
i. coproducties met Nederlandse onafhankelijke producenten;
-
j. aankoop Europees onafhankelijk product, waarbij de producent is gevestigd buiten Nederland;
-
k. coproducties met Europese onafhankelijke producenten gevestigd buiten Nederland;
-
l. eigen producties;
-
m. overige producties;
-
n. herhalingen;
-
o. een statistisch overzicht van de mate waarin door de verschillende televisieprogrammakanalen
aan de verplichtingen is voldaan;
-
p. per verzorgde productie moet in ieder geval worden aangegeven of:
-
(1) de productie meetelt voor de berekening van de in aanmerking te nemen duur van het
programma-aanbod als bedoeld in artikel 4 van deze Beleidsregel programmaquota,
-
(2) taal,
-
(3) land van herkomst,
-
(4) productiejaar,
-
(5) naam van de producent,
-
(6) indien het een oorspronkelijk Nederlandstalige productie betreft of de productie is
ondertiteld, en
-
(7) indien het een oorspronkelijk Nederlandstalige productie betreft die niet is ondertiteld
of de productie in het bijzonder bestemd is voor kinderen jonger dan acht jaar.
Artikel 17. Verslag overige televisieprogrammakanalen
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
Artikel 18. Intrekking Beleidsregels
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
De volgende beleidsregels worden ingetrokken:
De Regeling programmaquota van 18 december 2007 wordt ingetrokken.
De wijziging van de Regeling programmaquota van april 2013 wordt ingetrokken.
Artikel 19. Inwerkingtreding
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
Deze Beleidsregel programmaquota treedt in werking met ingang van de dag na de datum
van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.
Artikel 20. Slotbepalingen
[Regeling vervallen per 19-01-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel programmaquota 2019.