5.1.2. Berekening gebruiksvergoeding in 2017
[Regeling vervallen per 14-05-2020]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
onderdeel
is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
In de voorbeelden hierna wordt gerekend met de gegevens in onderstaande tabel (geldend
in 2017).
Tabel berekening rendement op vermogen vanaf 2017
Schijf
|
Uw (deel van de) grondslag sparen en beleggen
|
Percentage 1,63%
|
Percentage 5,39%
|
Percentage gemiddeld rendement
|
1
|
Tot en met € 75.000
|
67%
|
33%
|
2,871%
|
2
|
Vanaf € 75.001 tot en met € 975.000
|
21%
|
79%
|
4,600%
|
3
|
Vanaf € 975.001
|
0%
|
100%
|
5,39%
|
Het heffingvrije vermogen in 2017 is € 25.000.
Voorbeeld 1: schijf 1
Een ondernemer heeft een gedeelte van een privépand dat op 1 januari 2017 tot de rendementsgrondslag
van box 3 behoort in gebruik bij zijn onderneming. De waarde van dit gedeelte is op
1 januari € 10.000. De grondslag sparen en beleggen (bezittingen minus schulden minus
heffingvrij vermogen) in box 3 is € 20.000. Het gedeelte van het privépand wordt voor
de berekening van de maximale gebruiksvergoeding toegerekend aan schijf 1. Het voordeel
uit sparen en beleggen ter zake van de gebruiksvergoeding is dan 2,871% x € 10.000
= € 288. De ondernemer kan ten hoogste € 288 als kosten van de winst aftrekken.
Voorbeeld 2: waarde bezitting kleiner dan grondslag sparen en beleggen
Een ondernemer heeft een deel van zijn privépand dat op 1 januari 2017 tot de rendementsgrondslag
van box 3 behoort in gebruik bij zijn onderneming. De waarde van dat deel op 1 januari
is € 50.000. De grondslag sparen en beleggen (bezittingen minus schulden minus heffingvrij
vermogen) in box 3 is € 110.000. Het deel van het privépand wordt voor de berekening
van de maximale gebruiksvergoeding voor € 35.000 toegerekend aan schijf 2 (4,6%) en
voor € 15.000 toegerekend aan schijf 1 (2,871%). Het voordeel uit sparen en beleggen
ter zake van de gebruiksvergoeding is dan 4,6% x € 35.000 plus 2,871% x € 15.000 =
€ 2.041. Op jaarbasis kan de ondernemer ten hoogste € 2.041 als kosten van de winst
aftrekken.
Voorbeeld 3: waarde bezitting groter dan grondslag sparen en beleggen
Een ondernemer heeft een deel van zijn privépand dat op 1 januari 2017 tot de rendementsgrondslag
van box 3 behoort in gebruik bij zijn onderneming. De waarde van dat deel op 1 januari
is € 40.000. De grondslag sparen en beleggen (bezittingen minus schulden minus heffingvrij
vermogen) in box 3 is nihil. Het deel van het privépand moet worden toegerekend aan
het heffingvrije vermogen en voor de berekening van de maximale gebruiksvergoeding
wordt gerekend met het forfaitaire rendement van schijf 1. De ondernemer kan ten hoogste
2,871% van € 40.000 = € 1.149 als kosten van de winst aftrekken.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2018, 29949, datum inwerkingtreding 01-06-2018, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2017.