U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 14-10-2022.]Geraadpleegd op 08-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 19-07-2017 en zichtdatum 05-07-2024. Geldend van 19-07-2017 t/m 13-10-2022
Beleidsregel ontheffingverlening voertuigen met geautomatiseerde functies
De directie van de Dienst Wegverkeer,
Gelet op de artikelen 48, derde lid, en 149a, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 4:83 Algemene wet bestuursrecht, artikel 4 van het Kentekenreglement en artikel 2a van het Besluit ontheffingverlening exceptioneel vervoer;
Besluit:
[Regeling vervallen per 14-10-2022]
1 De begripsbepalingen van de Regeling voertuigen zijn van toepassing.
2 In aanvulling op het eerste lid wordt voor de toepassing van deze beleidsregel verstaan onder:
a. happy flow test: het op een afgesloten terrein beoordelen van een voertuig onder ideale condities voor de uitvoering van een proef en de werking van de beschreven risicoanalyse van de geautomatiseerde functies;
b. proef: het verkrijgen van ervaring met verder geautomatiseerde functie van voertuigen door middel van ontheffingen als bedoeld in artikel 2a van het Besluit ontheffingverlening exceptioneel vervoer;
c. stress test: het op een afgesloten terrein beoordelen van het voertuig onder de minst ideale condities voor de uitvoering van een proef en de werking van de beschreven risicoanalyse van de geautomatiseerde functies;
d. verbonden voertuigen: één of meer voertuigen die door geautomatiseerde functies met elkaar verbonden zijn.
Deze beleidsregel is van toepassing op de behandeling van aanvragen voor ontheffingen op grond van artikel 2a van het Besluit ontheffingverlening exceptioneel vervoer.
1 De aanvraag wordt ingediend op het door de Dienst Wegverkeer vastgestelde model aanvraagformulier.
2 Het aanvraagformulier wordt schriftelijk beschikbaar gesteld.
Indiening van aanvragen kan uitsluitend schriftelijk plaatsvinden.
Een ontheffingsaanvraag kan uitsluitend schriftelijk door de indiener worden ingetrokken.
1 Bij een aanvraag om een ontheffing worden in ieder geval de volgende documenten overgelegd:
a. een volledig ingevuld aanvraagformulier;
b. een plan van aanpak waarin ten minste beschreven wordt:
1° het aantal voertuigen dan wel samenstellen van voertuigen onder vermelding van de kentekens en de voertuigidentificatienummers dan wel, indien het een niet in Nederland geregistreerd voertuig betreft, de relevante toelatingsdocumenten;
2° het doel van de proef;
3° de datums waarop de proef plaats dient te vinden en de duur van de proef;
4° een routevoorstel.
2 Voorts worden gedurende de behandeling van de aanvraag de volgende documenten overgelegd:
a. een functionele beschrijving van de geautomatiseerde functies;
b. een risico analyse en een beschrijving van het voorgenomen gebruik van het voertuig en de beheersing van de geautomatiseerde functionaliteiten, mede in relatie tot omgevingsfactoren en de route, die bestaat uit:
1° een EMC verklaring conform UN/ECE reglement 10 met betrekking tot het voertuig en de geautomatiseerde functionaliteiten dan wel een document waaruit blijkt dat de EMC risico’s op andere wijze adequaat zijn geborgd;
2° een beschreven werkwijze, volgens ISO26262 onderdeel 2.5-2.7, 3.5-3.8, 4.5-4.11, 8.7-8.8 als bedoelt in Bijlage I, dan wel daaraan gelijkwaardig;
c. een adequaat verzekeringsbewijs met betrekking tot de proef;
d. een verklaring medewerking onderzoek proef;
e. een verklaring met betrekking tot de aanwezigheid van een apparaat voor de gegevensvastlegging dat in staat is om de gegevens te registreren afkomstig van de sensor- en controlesystemen gekoppeld aan de geautomatiseerde functies, evenals andere informatie met betrekking tot bewegingen van het voertuig dan wel de verbonden voertuigen.
3 Indien documenten als bedoeld in het tweede lid, onder a en b, zijn afgegeven door een bevoegde autoriteit in de lidstaat van de Europese Unie waar de voertuigen zijn of waren geregistreerd, dient hieruit te blijken dat deze een beschermingsniveau bieden dat naar het oordeel van de Dienst Wegverkeer ten minste gelijkwaardig is.
1 Ten behoeve van de behandeling van de aanvraag kan een bijeenkomst worden georganiseerd waarbij in ieder geval de volgende onderwerpen als bedoeld in artikel 6 aan de orde komen:
a. doel en omvang de proef;
b. de voor de proef relevante onderzoeksvragen van de deelnemers aan de bijeenkomst.
2 Bij de bijeenkomst worden in ieder geval de wegbeheerder(s) en de SWOV uitgenodigd en kunnen tevens derden, ten behoeve van de advisering aan de Dienst Wegverkeer, worden uitgenodigd.
Na de beoordeling van de documenten als bedoeld in artikel 6, eerste lid, worden voor een of meerdere voertuigen dan wel de verbonden voertuigen op een door de RDW aangewezen locatie een happy flow test en een stress test uitgevoerd.
De Dienst Wegverkeer kan advies vragen aan deskundigen ten behoeve van de testen en de uitvoering van de proef.
1 Ontheffingen worden onderscheiden in incidentele ontheffingen en langlopende ontheffingen.
2 Een incidentele ontheffing kan worden afgegeven voor ten hoogste vier kentekens van voertuigen of samenstellen van voertuigen met een maximale geldigheidsduur van drie maanden en is bestemd voor:
a. demonstratiedoeleinden;
b. kortlopende proeven.
3 Een langlopende ontheffing kan worden afgegeven voor ten hoogste vier kentekens van voertuigen of samenstellen van voertuigen met een maximale geldigheidsduur van één jaar.
1 Een ontheffing bestaat ten minste uit:
a. een voorblad, waarop in ieder geval de gegevens van de aanvrager, de kentekens zijn vermeld en de geldigheidsduur zijn vermeld;
b. een toelichting op de proef;
c. een route bijlage;
d. diverse bijlagen die beperkingen, algemene voorschriften en, indien van toepassing, bijzondere beperkingen of voorschriften bevatten.
2 In geval van een langlopende ontheffing kan, op aanvraag gedurende de geldigheidsduur van de ontheffing, uitsluitend de bijlage bijzondere beperkingen worden gewijzigd voor de resterende geldigheidsduur van de ontheffing.
1 Aan iedere ontheffing worden beperkingen en algemene voorschriften verbonden en kunnen bijzondere beperkingen of bijzondere voorschriften worden verbonden.
2 Bijlage II bevat beperkingen en voorbeelden van bijzondere beperkingen.
3 Bijlage III bevat algemene voorschriften en voorbeelden van bijzondere voorschriften.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij is geplaatst.
Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel ontheffingverlening voertuigen met geautomatiseerde functies.
Z. Baelde
Directeur Bedrijfsvoering
De ontheffing mag niet worden gebruikt in combinatie met enig andere ontheffing.
Een ontheffing mag niet gebruikt worden voor vervoer van gevaarlijke stoffen als bedoeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen.
a. Van de ontheffing mag geen gebruik worden gemaakt bij gladheid van het wegdek en bij weersomstandigheden die het zicht beperken tot minder dan 200 m.
b. Indien zich dergelijke omstandigheden voordoen moet zo spoedig mogelijk het gebruik van de ontheffing worden beëindigd.
a. Het voertuig mag uitsluitend worden bestuurd door degene wiens naam is vermeld in de ontheffing.
b. De bestuurder moet aantoonbaar bekend zijn met de werking van de geautomatiseerde systemen, welke handmatige taken door de systemen worden overgenomen en de werking van de noodprocedure.
Personenvervoer als bedoeld in de wet personenvervoer 2000 is niet toegestaan.
Een ontheffing mag niet gebruikt voor voertuigen die zijn uitgerust of beladen met een tank voor vloeibare lading met een volume van meer dan 1.000 L.
a. De voor het voertuig of de voertuigen afgegeven ontheffing en het -aanvullende- verzekeringsbewijs moeten bij gebruik van de ontheffing aantoonbaar aanwezig zijn.
b. De in onderdeel a bedoelde documenten mogen aanwezig zijn op een elektronische gegevensdrager.
a. De houder van de ontheffing is verantwoordelijk en aansprakelijk voor gebreken aan de voertuigen en de eventuele gevolgen daarvan.
b. De houder van de ontheffing vrijwaart de RDW van aansprakelijkheid.
In geval van (lichte) materiële schade of (licht) persoonlijk letsel, in of buiten het voertuig, wordt het rijden met de ontheffing met directe ingang opgeschort en moet direct melding hiervan worden gemaakt bij de RDW en de wegbeheerder.
Het gebruik van de ontheffing mag hervat worden na toestemming van de RDW en wegbeheerder.
1. Tijdens de proef wordt een logboek bijgehouden met daarin ten minste de volgende onderwerpen:
a. tijdstippen van rijden;
b. de totale route, inclusief de handmatig gereden gedeelten;
c. de naam van de chauffeur;
d. bijzonderheden (zoals weersomstandigheden, verkeersdrukte);
e. eventuele schades;
f. uitgevoerde manoeuvres;
g. waargenomen fouten, inconsistenties en onvolledige terugmeldingen.
2. De aanvrager en gebruikers (bestuurders) van deze ontheffing zijn verplicht om de RDW periodiek het logboek te verstrekken en medewerking te verlenen aan onderzoek omtrent de ervaringen met de inzet van het voertuig of de samenstellen van voertuigen en het gebruik van de ontheffing.
1. Elektronische Data Capture Systeem (EDC), dataverstrekking
Het apparaat voor de gegevensvastlegging moet ten minste de volgende informatie van een voertuig vastleggen:
a. de geografische locatie;
b. of en welke geautomatiseerde functies ingeschakeld zijn;
c. versienummers software;
d. de snelheid;
e. besturingsopdrachten en -activering;
f. remopdrachten en -activering;
g. de activatie van een geluidsignaalinrichting;
h. de plaats op de rijbaan;
i. de werking van de lichten en richtingaanwijzers;
j. sensorgegevens over de aanwezigheid van andere weggebruikers of nabije voorwerpen;
k. van de op afstand gegeven opdrachten die van invloed kunnen zijn op de bewegingen.
2. Deze informatie moet periodiek aan de Dienst Wegverkeer worden verstrekt.
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Beleidsregel ontheffingverlening voertuigen met geautomatiseerde functies", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.