Voorbeeld stelregel:
Onder een kostenplaats hangen twee settings, één verblijfscategorie A en één verblijfscategorie
B. Het aantal aanwezigheidsdagen op de categorie A is 900 en op B 600. Toepassing
van de stelregel op beide setting is als volgt:
A: 0,15 (= het gemiddelde van 0 en 0,3) * 900 = 135
B: 0,4 ((= het gemiddelde van 0,3 en 0,5) *600= 240
De onderlinge verhouding is 0,36/0,64. Van het aantal uren VOV personeel rekent u
36% toe aan verblijfscategorie A en 64% aan verblijfscategorie B
|