Stcrt. 2021, 42539, datum inwerkingtreding 01-10-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2021.
2 Het eerste lid is niet van toepassing op de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen
19, vierde lid, 20, tweede en vijfde lid, 41b, 44, vierde tot en met zesde lid, 53a,
eerste lid, en 54a, in afdeling 4, en in de artikelen 61a, eerste lid, tweede volzin
en tweede lid, 61h, 61k, 61l en 61lb en afdeling 6 van de wet.
3 Aan de inspecteur-generaal wordt ten behoeve van de werkzaamheden van de autoriteit
mandaat en machtiging verleend voor de uitoefening van de bevoegdheden van de minister,
bedoeld in:
-
a. hoofdstuk III, paragrafen 1, 3, 4 en 5, hoofdstuk IV en hoofdstuk V, met uitzondering
van artikel 18b, vierde en vijfde lid, artikel 18f, de artikelen 35, 36, 38 en 40
van het besluit,
-
b. artikel 121 van het besluit, met uitzondering van het eerste lid, laatste volzin,
en
-
c. artikel 122 van het besluit voor zover de toepassing daarvan verband houdt met bevoegdheden
waarvan de autoriteit anderszins mandaat wordt verleend.