Bijlage
[Regeling vervallen per 01-08-2023]
De omzetting van score naar standaardscore centrale eindtoets
[Regeling vervallen per 01-08-2023]
Het resultaat (score) op de centrale eindtoets is de zogenaamde standaardscore. In
deze bijlage wordt kort uiteengezet hoe deze standaardscore tot stand komt.
Na afloop van de centrale eindtoets wordt voor iedere leerling een leerlingrapport
opgemaakt met daarin de standaardscore en het advies voor het brugklastype. Wanneer
een leerling minder dan de helft van het aantal opgaven per domein gemaakt heeft,
is er geen standaardscore mogelijk.
De standaardscore wordt berekend op basis van het totaal aantal goede antwoorden op
de verplichte domeinen taal en rekenen. Door het werken met standaardscores is het
CvTE in staat de resultaten van jaar tot jaar te vergelijken, ondanks (geringe) verschillen
in moeilijkheid tussen de diverse jaargangen van de centrale eindtoets. Het domein
wereldoriëntatie is facultatief in de centrale eindtoets en telt niet mee in de berekening
van de standaardscore. De standaardscore is een getal op een schaal van 501 tot en
met 550.
De twee verplichte domeinen hebben samen 220 opgaven. Het is de score op die 220 opgaven
(die waarden kan aannemen van 0 tot 220) die de basis vormt voor de berekening van
de standaardscore. Iedere goed beantwoorde opgave levert een score van 1 op.
De score op de 220 opgaven wordt aangeduid als ‘ruwe score’.
De omzetting van ruwe score in standaardscore gebeurt in de volgende drie stappen:
-
1. Bereken de ‘niet-afgeronde’ standaardscore, verder symbolisch voorgesteld als StSc*
met de volgende formule: StSc* = A × ruwe score + B
waarin A en B getallen zijn die door de equivaleringsprocedure worden bepaald (zie
tabel a). Deze getallen worden na afloop van de toetsafname vastgesteld. Voor de centrale
eindtoets 2017 zal de omzetting van ruwe score in standaardscore in de periode van
24 april tot en met 28 april 2017 plaatsvinden.
-
2. De niet-afgeronde standaardscores worden afgerond tot het dichtstbij gelegen gehele
getal. Dit is de standaardscore, met uitzondering van de volgende twee gevallen.
-
3. Indien het afgerond getal uit de vorige stap
-
a. groter is dan 550, wordt de standaardscore 550;
-
b. kleiner is dan 501, wordt de standaardscore 501.
Tabel a. Omzetting van ruwe score naar standaardscore
jaar
|
A
|
B
|
2007
|
0,355055
|
482,818084
|
2008
|
0,366692
|
481,303246
|
2009
|
0,367416
|
481,115504
|
2010
|
0,358848
|
481,948008
|
2011
|
0,357793
|
482,782407
|
2012
|
0,353310
|
484,384036
|
2013
|
0,356297
|
484,908395
|
2014
|
0,376355
|
481,437109
|
2015
|
0,333763
|
482,326062
|
2016
|
0,317719
|
486,846760
|
De getallen A en B verschillen van jaar tot jaar en zijn de uitkomst van een equivaleringsprocedure.
In tabel b is per brugklastype aangegeven wat het standaardscore-interval is dat noch
op onderschatting noch op overschatting van de mogelijkheden van leerlingen lijkt
te wijzen. Uit tabel b kunt u opmaken dat een leerling met de standaardscore 530 het
best het brugklastype ‘gemengde/theoretische leerweg’ kan kiezen.
Tabel b. Per brugklastype het interval dat het uitgangspunt is voor de interpretatie
van de standaardscore in het leerlingrapport centrale eindtoets
501 – 518
|
vmbo basisberoepsgerichte leerweg
|
519 – 525
|
vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg
|
526 – 528
|
vmbo kaderberoepsgerichte leerweg
|
529 – 532
|
vmbo gemengde / theoretische leerweg
|
533 – 536
|
vmbo gemengde / theoretische leerweg en havo
|
537 – 539
|
havo
|
540 – 544
|
havo / vwo
|
545 – 550
|
vwo
|
De score op de centrale eindtoets geldt als een objectief tweede gegeven. Heroverweging
van het schooladvies is verplicht wanneer het advies op basis van de toets hoger uitvalt
dan het schooladvies. In dat geval kan de school besluiten het schooladvies aan te
passen (een hoger schooladvies te geven). Anderzijds kan de school ook (beargumenteerd)
besluiten dat het schooladvies niet aangepast wordt. Wanneer het advies op basis van
de toetsscore lager is dan het schooladvies, mag het schooladvies niet aangepast worden
door de school.