Artikel 4. Te melden gebeurtenissen
[Regeling vervallen per 19-07-2008]
-
a. brand gedurende de vlucht, en indien van toepassing, met vermelding of de brandmelderinstallatie
al of niet deugdelijk heeft gewerkt;
-
b. een valse brandmelding gedurende de vlucht;
-
c. motoruitlaatinstallaties, als gevolg waarvan gedurende de vlucht de voortstuwingsinrichting,
omringende constructiedelen, uitrusting of onderdelen zijn beschadigd;
-
d. een onderdeel van een vliegtuig of een installatie hiervan, als gevolg waarvan zich
gedurende de vlucht rook, giftige of schadelijke dampen hebben ontwikkeld in de stuurhut
of passagiersafdelingen dan wel daarin terecht zijn gekomen;
-
e. het stoppen van een turbinemotor gedurende de vlucht als gevolg van het uitgaan van
de vlam;
-
f. het stoppen van een motor gedurende de vlucht als gevolg van uitwendige beschadigingen
aan de voortstuwingsinrichting of de vliegtuigconstructie;
-
g. het stoppen van een motor gedurende de vlucht als gevolg van ijsafzetting of het opzuigen
van voorwerpen (dieren inbegrepen);
-
h. het stoppen van meer dan één motor gedurende de vlucht;
-
i. het falen van een poging tot het stopzetten van een motor gedurende de vlucht;
-
j. een overschrijding van het maximaal toegelaten toerental van een motor gedurende de
vlucht;
-
k. de brandstofinstallatie of de brandstofstortinstallatie gedurende de vlucht, als gevolg
waarvan de brandstoftoevoer werd verstoord of gevaarlijke lekkage optrad;
-
l. het neerlaten of intrekken van een onderstel of het openen of sluiten van ondersteldeuren
gedurende de vlucht;
-
m. de reminstallatie, als gevolg waarvan de remwerking verminderde;
-
n. de vliegtuigconstructie, als gevolg waarvan een belangrijke herstelling, als bedoeld
in artikel 88, eerste lid, onder c, van de Regeling Toezicht Luchtvaart, noodzakelijk bleek te zijn;
-
o. anders dan tijdens revisie waargenomen scheuren in, blijvende vervorming van of corrosie
van vliegtuigconstructiedelen, welke de maximaal toegelaten grenswaarden overschrijden,
welke volgen uit de voorschriften van de fabrikant en uit de door de Minister van
Verkeer en Waterstaat gegeven aanwijzingen;
-
p. installaties, uitrusting en onderdelen van het vliegtuig, als gevolg waarvan gedurende
de vlucht noodmaatregelen, het stopzetten van een motor uitgezonderd, werden genomen;
-
q. installaties, uitrusting en onderdelen van het vliegtuig, als gevolg waarvan aan een
inzittende gedurende de vlucht ernstig lichamelijk letsel werd toegebracht of had
kunnen worden toegebracht, dan wel het leven van een inzittende in gevaar werd gebracht
of had kunnen komen;
-
r. andere gebreken, defecten en beschadigingen, welke naar het oordeel van de ondernemer
het veilig gebruik van het vliegtuig in gevaar hebben gebracht of hadden kunnen brengen.