Wet van 13 april 1995, houdende regeling van de medezeggenschap van het overheidspersoneel
in de Wet op de ondernemingsraden
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de medezeggenschap van
het overheidspersoneel te regelen in de Wet op de ondernemingsraden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: